Matt Deseno is the founder of multiple award winning marketing businesses ranging from a attraction marketing to AI appointment setting to customer user experience. When he’s not working on the businesses he teaches marketing at Pepperdine University and he also teaches other marketing agency owners how they created a software company to triple the profitability for the agency. Our Sponsors: * Check out Kinsta: https://kinsta.com * Check out Mint Mobile: https://mintmobile.com/tmf * Check out Moorings: https://moorings.com * Check out Trust & Will: https://trustandwill.com/TRAVIS * Check out Warby Parker: https://warbyparker.com/travis Advertising Inquiries: https://redcircle.com/brands Privacy & Opt-Out: https://redcircle.com/privacy…
Is er ook een podcastaflevering over troost? Dat was de vraag die Wieteke deze keer kreeg. Daarvoor deze week een schitterende tekst uit Job. Over tegenslag, proberen te troosten en een tekst waar je zelf ook troost uit kunt halen. Deze aflevering heet Troost. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/130-troost of je eigen podcastapp Job 7: Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf smacht hij naar schaduw, als een dagloner wacht hij op zijn loon. Maanden van leegte heb ik ervaren, nachtenlang werd ik door ellende overmand. Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?” Maar de avond duurt en duurt en onrust vervult me tot de ochtendwind komt. Mijn lichaam is met wormen en korsten bedekt, mijn huid verschilfert en laat los. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel, ze haasten zich naar een einde zonder hoop. Bedenk toch: in een zucht is mijn leven voorbij, nooit weer zal mijn blik het goede aanschouwen. Het oog dat op mij is gericht, zal niets zien: u kijkt naar mij, maar ik zal er niet zijn. Zoals wolken verwaaien en verdwijnen, zo daalt de mens voorgoed af in het dodenrijk. Naar zijn huis keert hij niet terug en zijn woonplaats zal hem niet meer kennen. Maar ik zal mijn mond niet houden, zo beklemd als mijn hart is, zal ik spreken, zo bitter als mijn ziel is, zal ik klagen. Ben ik de zee of het zeemonster? Moet u mij daarom bewaken? Want als ik zeg: “In mijn bed vind ik troost, mijn slaap zal mijn verdriet verzachten,” dan schrikt u mij met dromen op, en de beelden die ik zie, jagen me angst aan. Liever zou ik gewurgd worden en sterven dan in dit lichaam blijven. Ik kan niet meer, ik zal niet eeuwig leven; laat mij toch met rust, mijn dagen zijn al vluchtig. Waarom acht u de mens zo hoog? Waarom krijgt hij al die aandacht van u? Elke ochtend dringt u zich aan hem op, u onderzoekt hem, elk ogenblik opnieuw. Wanneer wendt u uw blik eens af, wanneer gunt u mij even rust, zodat ik kan slikken? Heb ik gezondigd? Heb ik u iets misdaan, bespieder van de mens? Waarom hebt u mij tot mikpunt gekozen? Ik ben mezelf al tot last. Waarom negeert u mijn misstappen niet? Waarom gaat u niet voorbij aan mijn fouten? Weldra zal ik tot stof zijn vergaan, u zult naar me zoeken, maar ik zal er niet zijn.’
Is er ook een podcastaflevering over troost? Dat was de vraag die Wieteke deze keer kreeg. Daarvoor deze week een schitterende tekst uit Job. Over tegenslag, proberen te troosten en een tekst waar je zelf ook troost uit kunt halen. Deze aflevering heet Troost. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/130-troost of je eigen podcastapp Job 7: Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf smacht hij naar schaduw, als een dagloner wacht hij op zijn loon. Maanden van leegte heb ik ervaren, nachtenlang werd ik door ellende overmand. Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?” Maar de avond duurt en duurt en onrust vervult me tot de ochtendwind komt. Mijn lichaam is met wormen en korsten bedekt, mijn huid verschilfert en laat los. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel, ze haasten zich naar een einde zonder hoop. Bedenk toch: in een zucht is mijn leven voorbij, nooit weer zal mijn blik het goede aanschouwen. Het oog dat op mij is gericht, zal niets zien: u kijkt naar mij, maar ik zal er niet zijn. Zoals wolken verwaaien en verdwijnen, zo daalt de mens voorgoed af in het dodenrijk. Naar zijn huis keert hij niet terug en zijn woonplaats zal hem niet meer kennen. Maar ik zal mijn mond niet houden, zo beklemd als mijn hart is, zal ik spreken, zo bitter als mijn ziel is, zal ik klagen. Ben ik de zee of het zeemonster? Moet u mij daarom bewaken? Want als ik zeg: “In mijn bed vind ik troost, mijn slaap zal mijn verdriet verzachten,” dan schrikt u mij met dromen op, en de beelden die ik zie, jagen me angst aan. Liever zou ik gewurgd worden en sterven dan in dit lichaam blijven. Ik kan niet meer, ik zal niet eeuwig leven; laat mij toch met rust, mijn dagen zijn al vluchtig. Waarom acht u de mens zo hoog? Waarom krijgt hij al die aandacht van u? Elke ochtend dringt u zich aan hem op, u onderzoekt hem, elk ogenblik opnieuw. Wanneer wendt u uw blik eens af, wanneer gunt u mij even rust, zodat ik kan slikken? Heb ik gezondigd? Heb ik u iets misdaan, bespieder van de mens? Waarom hebt u mij tot mikpunt gekozen? Ik ben mezelf al tot last. Waarom negeert u mijn misstappen niet? Waarom gaat u niet voorbij aan mijn fouten? Weldra zal ik tot stof zijn vergaan, u zult naar me zoeken, maar ik zal er niet zijn.’
Droogte, de alles verzengende droogte. Het drijft tot waanzin. Het vereist geloof. Het vereist vertrouwen. Het vereist gehoorzaamheid. En dan, een oase met zeventig dadelpalmen. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Verhalen uit de woestijn deel 4 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/171-verhalen-uit-de-woestijn-deel-4 in je eigen podcastapp. PS: Wil jij nou ook zien wat er in de speeltuin van Dopersduin gebeurt? Volg dan nu onze Instagram pagina: https://www.instagram.com/dopersduin Exodus 15:22-27 Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’ Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Daar sloegen ze bij het water hun tenten op. Exodus 17:1-16 Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk van Israël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken. Ze maakten Mozes verwijten. ‘Geef ons te drinken, geef ons water!’ zeiden ze. Mozes zei: ‘Waarom maakt u mij verwijten? Waarom stelt u de HEER op de proef?’ Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen. ‘Waarom hebt u ons uit Egypte weggevoerd?’ zeiden ze tegen Mozes. ‘Om ons van dorst te laten sterven, met onze kinderen en ons vee?’ Mozes riep luid de HEER aan. ‘Wat moet ik met dit volk beginnen?’ vroeg hij. ‘Er hoeft niet veel meer te gebeuren of ze stenigen mij!’ De HEER antwoordde Mozes: ‘Ga samen met een aantal van de oudsten van Israël voor het volk uit. Neem de staf waarmee je op de Nijl hebt geslagen in je hand en ga op weg. Ik zal je opwachten op de rots bij de Horeb. Als je op de rots slaat, zal er water uit stromen, zodat het volk te drinken heeft.’ Mozes deed dit, in het bijzijn van de oudsten van Israël. Hij noemde die plaats Massa en Meriba, omdat de Israëlieten Mozes daar verwijten hadden gemaakt en omdat ze daar de HEER op de proef hadden gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’…
➡️ Eerst even dit. Op 7, 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. … Kennen jullie dat verhaal van die man. Die man die de woestijn introk met een volk achter zich aan. En dat volk dat niet wilde, niet luisterde, niet vertrouwde op God? En toen die zee, het openbarsten. En aan de andere kant… Nog steeds klagen. Nog steeds geen vertrouwen. De woestijn is een plek van beproevingen. Maar ook, de plek waar God is. Juist daar. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Hoopvol via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/170-verhalen-uit-de-woestijn-deel-3 in je eigen podcastapp. Exodus 14:1-4; 9-31 De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat ze omkeren en hun kamp opslaan voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; jullie moeten je kamp recht tegenover Baäl-Sefon opslaan, vlak bij de zee. De farao zal denken dat jullie de weg kwijt zijn geraakt en de woestijn niet meer uit kunnen komen. Ik zal ervoor zorgen dat hij onverzettelijk blijft, zodat hij jullie achtervolgt, en dan zal Ik mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger ten val te brengen. Dan zullen de Egyptenaren beseffen dat Ik de HEER ben.’ [...]…
➡️ Eerst even dit. Op 7, 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. Een brandende bramenstruik. Een stem. God. Het moet een rare gewaarwording zijn geweest voor Mozes in de woestijn. En toch, als dit verhaal ergens anders had afgespeeld had het dan dezelfde kracht gehad? Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Hoopvol via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/169-verhalen-uit-de-woestijn-deel-2 in je eigen podcastapp. Exodus 3 Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde ver de woestijn in, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep Hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde Mozes. ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ [...]…
➡️ Eerst even dit. Op 7, 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. --- Droogte. Zand. Leegte. De woestijn. Een plek van dood en sterven. Maar ook een plek van de toekomst een waterput en ja, ook hoop. In deze nieuwe reeks van Gelukkig de mens gaat het over de woestijn. Een plek die veelvuldig voorkomt in de bijbel. En deze week beginnen we in het begin. We beginnen bij Genesis. Bij Abram, Sarai en Hagar. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Hoopvol via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/168-verhalen-uit-de-woestijn-deel-1 in je eigen podcastapp. Genesis 16 Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. ‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’ Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.…
Eerst even dit. Op 7, 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. --- Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten? Deze tekst kennen heel veel mensen. Jezus, de kruisiging en deze tekst. Waar waarom deze tekst. Een tekst waar wanhoop uit klinkt. Een zin. Een zin waar een hele wereld achter schuil gaat. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Hoopvol via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/176-hoopvol in je eigen podcastapp. Psalm 22 Voor de koorleider. Op de wijs van De hinde van de dageraad. Een psalm van David. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en U antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. Op U hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en U verloste hen, tot U geroepen en zij ontkwamen, op U vertrouwd en zij werden niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat Hij je verlossen, laat Hij je bevrijden, Hij houdt toch van je?’ U hebt mij uit de buik van mijn moeder gehaald, mij aan haar borsten toevertrouwd, bij mijn geboorte vingen uw handen mij op, van de moederschoot af bent U mijn God. Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij en er is niemand die helpt. Een troep stieren staat om mij heen, buffels van Basan omsingelen mij, roofzuchtige, brullende leeuwen sperren hun muil naar mij open. Als water ben ik uitgegoten, mijn gebeente valt uiteen, mijn hart is als was, het smelt in mijn lijf. Mijn kracht is droog als een potscherf, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte, U legt mij neer in het stof van de dood. Honden staan om mij heen, een woeste bende sluit mij in, zij hebben mijn handen en voeten gebonden. Ik kan mijn beenderen tellen. Zij kijken vol leedvermaak toe, verdelen mijn kleren onder elkaar, werpen het lot om mijn gewaad. HEER, houd u niet ver van mij, mijn sterkte, snel mij te hulp. Bevrijd mijn ziel van het zwaard, mijn leven uit de greep van die honden. Red mij uit de muil van de leeuw, behoed mij voor de hoorns van de wilde stier. U geeft mij antwoord. Ik zal uw naam bekendmaken, U loven in de kring van mijn volk. Loof Hem, jullie die de HEER vrezen, breng Hem eer, kinderen van Jakob, wees beducht voor Hem, volk van Israël. Hij veracht de zwakke niet, verafschuwt niet wie wordt vernederd, Hij wendt zijn blik niet van hem af, maar hoort zijn hulpgeroep. Daarom klinkt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie Hem vrezen. De vernederden zullen eten en worden verzadigd. Zij die Hem zoeken, brengen lof aan de HEER. Voor altijd mogen jullie leven! Overal, tot aan de einden der aarde, zal men de HEER gedenken en zich tot Hem wenden. Voor U zullen zich buigen alle stammen en volken. Want het koningschap is aan de HEER, Hij heerst over de volken. Wie op aarde in overvloed leven, zullen aanzitten en zich voor Hem buigen. Alle stervelingen zullen voor Hem knielen, allen die neerdalen in het graf. Een nieuw geslacht zal Hem dienen en aan de kinderen vertellen van de Heer; aan het volk dat nog geboren moet worden zal het verhalen van zijn gerechtigheid, om wat Hij heeft gedaan.…
Eerst even dit. Op 7 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. --- Deze week weer een eeuwenoude tekst die zo actueel is alsof hij gisteren geschreven is. Een tekst van Prediker 4 over onvermogen. Onvermogen om iets te doen. Iets te kunnen veranderen. Omdat het te groot is, te overweldigend. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Lucht en leegte via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/166-lucht-en-leegte in je eigen podcastapp. Prediker 4 Van die dagen dat je niet tot de wereld lijkt te kunnen doordringen. Omdat hij je al ontgaat voordat je goed en wel zicht hebt gekregen op hoe de dingen zijn. Dit stukje tekst is een van die teksten waarbij mensen hem zo uitleggen dat het gaat over God. Ik weet niet hoe jullie het horen, maar ik hoor het niet. Als dit in de tijd van Prediker al was, dan is dat dus nog het geval. En misschien nog wel erger. Besef dat dit het is. Dat je dit ene leven hebt en dat je in dit leven jezelf niet kunt meten met de grote bewegingen van de wereld. Prediker 4 Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. Zij die al gestorven zijn, zijn beter af dan zij die nog in leven zijn. Maar beter af dan beiden is degene die nog niet geboren is en nog geen weet heeft van het onrecht dat er wordt begaan onder de zon. Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. Het is waar, een dwaas zit met zijn handen in zijn schoot en kwijnt zo langzaam weg. Maar beter is één hand gevuld met rust dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind. Ik vestigde mijn aandacht op nog iets anders onder de zon, en ook dat is leegte. Iemand is helemaal alleen. Hij heeft zelfs geen zoon of broer, maar toch zwoegt hij almaar door en wordt zijn dorst naar rijkdom nooit gelest. Voor wie beult hij zich zo af en ontzegt hij zich de genoegens van het leven? Ook dat is enkel leegte en een trieste zaak. Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. Wanneer je bij elkaar slaapt, geef je warmte aan elkaar, maar hoe krijgt iemand die alleen slaapt het ooit warm? En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. Beter een wijze jongen die van lage afkomst is dan een oude dwaze koning die zijn oren sluit voor goede raad. Er was een jongen die gevangenzat, maar vrijkwam om een oude koning op te volgen. En dat terwijl hij in diens rijk als een onbeduidend iemand was geboren. Ik zag dat iedereen hem volgde. Al het volk onder de zon liep die jongen achterna die in opstand kwam tegen de oude koning. Er kwam geen einde aan de stoet van zijn bewonderaars. Maar later zal er niemand zijn die nog een goed woord voor hem overheeft. Je ziet, ook dit is niets dan lucht en najagen van wind. [...]…
Soms blader je door die eeuwen oude Bijbel. En tijdens dat bladeren valt hij open op een tekst. En ja als dat gebeurt, dan moet je daar toch iets mee. Zeker als je een zin leest die zo actueel is dat het lijkt alsof deze gisteren gezegd kan zijn. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Kijk naar jezelf via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/165-kijk-naar-jezelf in je eigen podcastapp. Sevanja 3 Wee de opstandige, bezoedelde, gewelddadige stad! Ze luistert naar niemand, neemt geen terechtwijzing aan, vertrouwt niet op de HEER, wendt zich niet tot haar God. Haar leiders zijn brullende leeuwen, haar rechters wolven in de avond die ’s ochtends niets meer te kluiven hebben. Haar profeten zijn leugenaars en bedriegers, haar priesters ontwijden wat heilig is en doen de wet geweld aan. Maar de HEER is in haar midden, Hij is rechtvaardig, Hij doet geen onrecht. Iedere ochtend spreekt Hij recht; als het licht wordt, ontbreekt Hij niet. Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte. Volken heb Ik uitgeroeid, hun torens vernield, hun straten verwoest, niemand kan erdoor. Hun steden zijn vernietigd, geen mens kan er meer wonen. Ik zei: ‘Heb toch ontzag voor Mij, neem mijn terechtwijzing aan.’ Dan zou haar woonplaats niet vernietigd zijn, dan had Ik haar niet hoeven te straffen. Maar nee, ze deden telkens weer de schandelijkste dingen. Wacht maar – spreekt de HEER –, wacht op de dag dat Ik mijn buit kom halen. Ik heb besloten volken te verzamelen en koninkrijken bijeen te halen, en mijn toorn, mijn laaiende woede over ze uit te storten. Het vuur van mijn woede verteert heel de aarde. Dan zal Ik de lippen van de volken rein maken, zij zullen de naam van de HEER aanroepen, ze zullen Hem dienen, zij aan zij. Van over de rivieren van Nubië zullen zij die Mij vereren maar die Ik verstrooid had, Mij hun offergaven brengen. Op die dag hoef je je niet meer te schamen voor alle daden waarmee je tegen Mij in opstand kwam. Wie van overmoed vrolijk is laat Ik uit je midden verdwijnen, op mijn heilige berg zul je niet meer hoogmoedig zijn. Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de HEER een toevlucht vindt. Wie er van Israël overblijven, zullen niet langer onrecht doen, ze zullen geen leugens spreken, uit hun mond zal geen bedrieglijke taal meer klinken. Ze zullen weiden en rustig liggen, door niemand opgeschrikt. Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël, juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem! De HEER heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven. De HEER, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen. Op die dag zal men tegen Jeruzalem zeggen: ‘Wees niet bang, Sion! Laat de moed niet zinken!’ De HEER, je God, zal in je midden zijn, Hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal Hij zwijgen, in zijn vreugde zal Hij over je jubelen. Alle treurenden zal Ik bijeenbrengen, verzamelen wie op je feesten moesten ontbreken. Hun vernedering drukte zwaar op de stad. In die tijd zal Ik afrekenen met je verdrukkers, de kreupelen zal Ik redden, de verstrooiden bijeenbrengen. En hen die in de hele wereld werden veracht zal Ik met eer en roem overladen. In die tijd breng Ik jullie terug. Dan zal Ik jullie verzamelen, en je met eer en roem overladen te midden van alle volken op aarde. Met eigen ogen zullen jullie zien hoe Ik je lot ten goede keer – zegt de HEER.…
Deze week een tekst over een wonder. Over twee goden en welke groter is dan de ander. En hoe ze dat met een wonder bewijzen. Vuur, macht, donder. Of ja, een wonder? Het echte wonder zit misschien toch in iets anders. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Wonder via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/164-wonder in je eigen podcastapp. 1 Koningen 18:1-46 Voor er drie jaren verstreken waren, richtte de HEER zich opnieuw tot Elia, met de woorden: ‘Ga je opwachting maken bij Achab. Ik zal weer regen op de aarde laten vallen.’ Elia ging dus op weg naar de koning. Intussen was de hongersnood in Samaria zo groot geworden, dat Achab zijn hofmeester Obadja ontboden had. Deze Obadja had groot ontzag voor de HEER. Toen koningin Izebel de profeten van de HEER liet uitroeien, had Obadja honderd van hen in twee groepen van vijftig in grotten verborgen en hen daar van voedsel en drinkwater voorzien. Achab zei tegen Obadja: ‘Ga alle bronnen en rivieren in het land langs. Misschien is er ergens gras te vinden, zodat we onze paarden en muildieren in leven kunnen houden en het vee niet hoeven af te maken.’ Ze namen ieder een deel van het land voor hun rekening: Achab ging de ene kant uit, alleen, en Obadja de andere kant, ook alleen. [...]…
Waarheid zonder franje Soms heb je van die teksten die zo raar zijn, dat je geen idee hebt wat ermee bedoeld wordt. Deze week kwam @gekevliet met een tekst. Die tekst van waar die man 390 dagen op zijn linkerzij ligt. Ja sommige teksten zijn raar. Maar als je de franje eraf haalt, dan zet het je toch aan het denken. Ezechiël 4 Mensenkind, neem een kleitablet voor je en teken daarop een stad: Jeruzalem. Sla het beleg voor de stad, werp een belegeringswal op, maak een bestormingsdam, richt een legerkamp in en zet stormrammen om de stad heen. Neem dan een bakplaat, zet die als een ijzeren muur tussen jou en de stad en richt je blik op haar: de stad wordt belegerd en jij bent de belegeraar. Dit alles zal een teken zijn voor het volk van Israël. Daarna moet je op je linkerzij gaan liggen en die de schuld van het volk van Israël laten dragen – alle dagen dat je op je zij ligt, zul je hun schuld dragen. Driehonderdnegentig dagen lang geef Ik je die last te dragen, één dag voor elk jaar dat het volk van Israël schuldig is geweest. Wanneer je die dagen hebt volgemaakt, ga je vervolgens op je rechterzij liggen om de schuld van het volk van Juda te dragen, veertig dagen lang: één dag voor elk jaar geef Ik je die last te dragen. Je moet je blik op het belegerde Jeruzalem gericht houden, met ontblote arm, en tegen de stad profeteren. Ik zal je met touwen vastbinden zodat je je niet van de ene op de andere zij kunt draaien, net zolang tot alle dagen dat je de stad belegert voorbij zijn. Je moet tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt bij elkaar in een pot doen en er brood van bakken; dat is wat je de driehonderdnegentig dagen dat je op je zij ligt te eten zult krijgen. Het brood dat je eet moet worden afgewogen: je krijgt maar twintig sjekel per dag, elke dag weer. Het water dat je drinkt moet worden afgemeten: je krijgt niet meer dan een zesde hin, elke dag weer. Ook moet je nog een gerstekoek eten die je voor ieders ogen moet bakken op menselijke uitwerpselen. Zo zullen alle Israëlieten in onreinheid hun brood eten, want Ik zal ze verbannen naar andere volken.’ ‘Ach HEER, mijn God,’ zei ik, ‘ik heb mezelf nooit verontreinigd, nog nooit in mijn leven heb ik vlees gegeten van een gestorven of doodgebeten dier, nooit heb ik onrein vlees geproefd.’ Daarop antwoordde Hij mij: ‘Goed dan, Ik geef je rundermest in plaats van menselijke uitwerpselen om je brood op te bakken.’ Ook zei Hij tegen mij: ‘Mensenkind, let op! Spoedig zal Ik in Jeruzalem de broodvoorraad vernietigen. Dan zullen ze het brood dat ze eten, moeten afwegen en daarbij door zorgen worden verteerd, en het water dat ze drinken, moeten afmeten en daardoor van wanhoop worden vervuld. Ze zullen door honger en dorst tot wanhoop worden gedreven, ze zullen onder de last van hun schuld wegkwijnen.…
Soms is het tijd om je te verschuilen op de bank, met een dekentje. Wind, regen, hagel, oorlog, klimaatverandering. En soms wil je ook een tekst die dit comfort biedt. Een tekst zo bekend is dat hij past als een oude jas. Alhoewel… Als je beter leest (of luistert) zit er misschien meer tussen de regels dan je in eerste instantie denkt. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Tijd onder de hemel via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/162-tijd-onder-de-hemel in je eigen podcastapp. Prediker 3:1-8 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Er is een tijd om te beminnen en een tijd om zich te onthouden, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien. Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.…
Mensen reageren, reageren, reageren, maar ze luisteren bijna niet meer. Langzame woorden hebben voordelen. Ze zijn niet zomaar gezegd of geschreven, maar rijpen. Het kristaliseert totdat de boodschap overblijft waar het werkelijk om gaat. En dat kun je ook lezen (of luisteren in dit geval) in de brief van Jakobus. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Langzame woorden via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/131-langzame-woorden in je eigen podcastapp. #bijbel #overdenking #podcast #bezinning #luisteren Jakobus 3 Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat. En hoe vaak struikelen we niet allemaal! Wie nooit struikelt in het spreken kan zich een volmaakt mens noemen, die in staat is om ook het hele lichaam in toom te houden. Paarden doen we een bit in de mond om ze te laten gehoorzamen, en zo kunnen we hun hele lijf sturen. En kijk eens hoe reusachtige schepen, voortgestuwd door hevige wind, met een klein roer in de richting worden gestuurd die de stuurman bepaalt. Zo is ook de tong een klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen! Bedenk eens hoe een kleine vlam een enorme bosbrand veroorzaakt. Onze tong is net zo’n vlam. Van al onze ledematen is het de tong die een wereld van onrecht in zich bergt: hij besmet het hele lichaam, hij steekt het rad van het leven in brand, met vuur uit de Gehenna. De mens heeft alle mogelijke soorten dieren weten te temmen, wilde dieren, vogels, kruipende dieren en zeedieren, maar er is geen mens die de tong kan temmen, dat onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn. Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Laat een bron soms uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen? Of kan een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet water. Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, demonisch. Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten.…
Het is een onrustige tijd. Een tijd van tegenstellingen. Een tijd van de ene groep tegen de andere groep. Deze tijd vraagt eigenlijk om rust nemen. Afstand nemen, beschouwen, afremmen. Een tijd van mensen die langzamer zijn. En deze week leest Wieteke een tekst van Lucas die precies dat met haar doet. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De moed om lief te hebben via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/130-de-moed-om-lief-te-hebben in je eigen podcastapp. Lucas 6:17-35 Toen Hij met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. Ze waren gekomen om naar Hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen. De hele menigte probeerde Hem aan te raken omdat er kracht van Hem uitging en Hij iedereen genas. Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want voor jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die nu honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld. Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult honger lijden. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld. Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is. Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’…
Kun je niet een keer een podcast maken over Jezus de rebel? Dit was een vraag die Wieteke kreeg van een luisteraar. Nou en u vraagt en wij maken een podcast. In de tekst van deze week gebeurt heel veel. Jezus die de tempel overhoop gooit. Jezus die als een guru zijn leerlingen laat manifesteren. En Jezus als onruststoker. En hoe komt dat allemaal samen? Luister daarvoor naar de aflevering van deze week Gedoe in de tempel. Luister via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/159-gedoe-in-de-tempel in je eigen podcastapp. Marcus 11 Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde Hij twee van zijn leerlingen vooruit. Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, Hij zal het meteen weer terugsturen.”’ Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels over het dier en Hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. Allen die voor Hem uit liepen of achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hoogste hemel!’ Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat Hij daar alles gezien had, ging Hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië. Toen ze de volgende dag uit Betanië vertrokken, kreeg Hij honger. Hij zag in de verte een vijgenboom die in blad stond en ging erheen in de hoop iets eetbaars te vinden, maar toen Hij bij de boom gekomen was, trof Hij alleen maar bladeren aan; het was namelijk nog niet de tijd voor vijgen. Hij zei tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zal er nog iemand vruchten van jou eten!’ Zijn leerlingen hoorden dit. [...]…
Waar is dan jouw God? Deze vraag krijgen gelovige mensen regelmatig te horen. Maar waar is dan die God van jou, ik zie hem niet. Maar is God wel te vinden in de grootste en meeslepende gebaren? Of zit God in de kleinste, schijnbaar onnoembare dingen. In verlangen. In jeuk. En in niet anders kunnen? Psalm 42 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en voor God verschijnen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God, die mij ziet en redt. Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan U, hier in het land van de Jordaan, bij de Hermon, op de top van de Misar. De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: ‘Waarom vergeet U mij, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?’ Mij gaat door merg en been de hoon van mijn belagers, want ze zeggen heel de dag: ‘Waar is dan je God?’ Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God, die mij ziet en redt.…
Samen Soms heb je van die teksten waarvan iedereen weet wat ze betekenen. Of, waarvan iedereen denkt dat ze weten wat ze betekenen. Maar als je echt gaat lezen, dan snap je er helemaal niets van. 2000 jaar invullen, betekenis in de tekst leggen en eigenlijk weten we nog niet wat er bedoeld wordt. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Samen via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/157-samen in je eigen podcastapp. Matteüs 18:1-20 Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. En wie in mijn naam één zo’n kind ontvangt, die ontvangt Mij. Maar wie een van de geringe mensen die in Mij geloven ten val brengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken. Wee de wereld met haar valstrikken. Want dat er valstrikken zijn is onvermijdelijk, maar wee de mens die de valstrik zet! En als je hand of je voet je ten val brengt, hak hem dan af en werp hem weg: je kunt beter verminkt of kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen worden. Brengt je oog je ten val, ruk het dan uit en werp het weg: je kunt beter met één oog het leven binnengaan dan in het bezit van twee ogen in het vuur van de Gehenna geworpen worden. [...]…
We zijn er weer! Na een zomer lang bezinnen zijn we weer terug met een nieuwe aflevering. Het is alleen geen hele vrolijke aflevering. Deze week leest Wieteke het onbekende bijbelboek Nuham. En alhoewel deze tekst al eeuwenoud is, past hij angstaanjagend goed op de wereld van nu. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Er verandert niets via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/156-er-verandert-niets in je eigen podcastapp. Nahum 1, 2, 3:1-16 Profetie over Nineve. Boek van het visioen van Nahum uit Elkos. De HEER is een wrekende God, Hij duldt niemand naast zich. De HEER is een woedende wreker, de HEER wreekt zich op zijn tegenstanders, Hij richt zijn toorn op zijn vijanden. De HEER is geduldig en zeer sterk, Hij laat nooit iets ongestraft. De HEER gaat zijn weg door storm en wervelwind, wolken zijn het stof van zijn voeten. Hij verheft zijn stem tegen de zee en legt haar droog, de rivieren laat Hij verdrogen. Verwelkt zijn Basan en Karmel, ook Libanons bloesem – verwelkt. Bergen beven voor Hem, heuvels wankelen, de aarde rijst voor Hem op, de wereld met al haar bewoners. Wie houdt zich staande in zijn toorn? Wie houdt stand in de gloed van zijn woede? [...]…
Beste luisteraars, Wieteke en Wiebe gaan de komende maanden op podcastretraite. Na 155 afleveringen is het tijd voor bezinning. We verwachten dat we het einde van de zomer weer terug zullen zijn. In de tussentijd kun je natuurlijk ons rijke archief herbeluisteren. Luister bijvoorbeeld 76. De liefde of 88. Boom aan stromend water, of herbeluister een van onze reeksen (David, Hemel, Zondvloed). Mocht je ideeën hebben voor een podcastaflevering of reeks, stuur deze dan zeker in via gelukkigdemens@gmail.com. Dan kijken wij of we er een aflevering van kunnen maken. Voor nu een hartelijke groet! Wieteke en Wiebe PS: mocht je nog geen zomerplannen hebben, kijk dan eens op www.dopersduin.nl voor een geweldige zomerweek in het bos, bij de zee, met leuke mensen, vieringen, gesprekken en meer van dat.…
Waar gaat het nou echt om in het leven? Al sinds mensenheugenis zoekt de mens naar wijsheid. In deze schitterende tekst van Job is geprobeerd deze wijsheid vast te leggen. Maar zoals zo vaak met vastgelegde wijsheid rijst de vraag of deze nog steeds van toepassing vandaag de dag. Luister naar de aflevering en misschien vind je het antwoord. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Wijsheid via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/155-wijsheid in je eigen podcastapp. Job 28 Er is een plaats waar zilver wordt gevonden, een plaats waar goud gewassen wordt. IJzer wordt uit de aarde opgedolven en koper wordt uit erts gesmolten. De mens verdrijft de duisternis, hij dringt door tot in het binnenste der aarde, tot aan de steen van diepst verborgen donkerte. Hij hakt een schacht, daalt af in de verlatenheid, tot waar zijn voet geen steun meer vindt en hij verloren in de leegte hangt. In de aarde kiemt het koren, diep daar beneden woelt een vuur. Daar zijn de stenen van saffier, daar is het stof van goud. De roofvogel kent niet het pad erheen, het haviksoog ontdekt het niet. De trotse dieren zullen het nooit betreden, ook de leeuw waagt zich er niet. De mens zet het houweel in het gesteente, hij keert de bergen om vanaf hun voet. In de rotsen hakt hij tunnels uit en zijn oog ontdekt hun kostbaarheden. Hij damt de ondergrondse stromen in en brengt naar het licht wat diep verborgen is. Maar de wijsheid – waar moet je haar zoeken, en het inzicht – waar is het te vinden? Geen sterveling kent de weg erheen, de wijsheid is niet in het land der levenden. De oervloed zegt: ‘Ze is niet bij mij,’ de diepste zee: ‘Bij mij evenmin.’ De wijsheid is niet te koop voor enig goud, noch kan ze in zilver worden afgewogen. Kostbaarder is ze dan het goud van Ofir, dan de duurste onyx of saffier. Ze wordt niet geëvenaard door goud of glas, niet verworven voor schalen van het fijnste goud. Vergelijk haar niet met robijnen of kristallen, een buidel wijsheid is meer waard dan parels. Topaas uit Nubië kan haar niet evenaren, ze is kostbaarder dan zuiver goud. Maar van waar stamt de wijsheid dan, en het inzicht – waar is het te vinden? De wijsheid is verborgen voor de blik der levenden, ook aan de vogels in de lucht laat ze zich niet zien. De afgrond en de dood, ze zeggen beide: ‘Onze oren kennen haar slechts bij geruchte.’ Maar God kent haar wegen en Hij weet waar ze verblijft. Want Hij ziet tot aan de randen van de aarde, onder heel de hemel ontsnapt niets aan zijn blik. Toen Hij de kracht schiep van de winden en de wateren omgrensde, toen Hij zijn wet oplegde aan de regen en de wegen van de donderwolken baande, zag Hij de wijsheid en Hij toetste haar, Hij peilde en doorgrondde haar. En Hij sprak tot de mens: ‘Ontzag voor de Heer – dat is wijsheid; het kwaad mijden – dat is inzicht.’…
Dit keer het verhaal van de dochter van Herodias. Het meisje zonder naam. Het meisje dat na haar dans alles mocht wensen wat ze wilde. En ze vroeg om een schaal. Een schaal met het hoofd van Johannes de Doper. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Meisje zonder naam via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/154-meisje-zonder-naam of je eigen podcastapp. Marcus 6:14-19 Koning Herodes hoorde van Hem, want zijn naam was overal bekend geworden. Sommigen zeiden: ‘Johannes de Doper is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt Hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ Maar anderen zeiden: ‘Het is Elia,’ en weer anderen zeiden: ‘Hij is een profeet zoals die er vroeger waren.’ Toen Herodes dit allemaal hoorde, zei hij: ‘Het is Johannes, die ik heb onthoofd, die weer is opgestaan.’ Want Herodes had Johannes gevangen laten nemen en hem, aan handen en voeten geketend, laten opsluiten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, met wie hij getrouwd was. Johannes had namelijk tegen Herodes gezegd: ‘U mag niet trouwen met de vrouw van uw broer.’ Sindsdien had Herodias het op hem gemunt en wilde ze hem doden, maar ze kreeg er de kans niet toe, want Herodes had ontzag voor Johannes, omdat hij wist dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hij nam hem in bescherming. En hoewel hij altijd in grote onzekerheid verkeerde als hij naar hem geluisterd had, bleef hij hem toch graag horen. Op een keer deed zich echter een gunstige gelegenheid voor, toen Herodes op zijn verjaardag een feest gaf voor zijn hovelingen en de hoge militairen en de voornaamste inwoners van Galilea. De dochter van Herodias kwam binnen om voor Herodes en zijn gasten te dansen, wat bij hen erg in de smaak viel. De koning zei tegen het meisje: ‘Vraag me wat je maar wilt, en ik zal het je geven.’ En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’ Ze ging naar haar moeder en vroeg: ‘Wat zal ik vragen?’ Haar moeder zei: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’ Haastig ging ze weer naar binnen, stapte recht op de koning af en zei tegen hem: ‘Ik wil dat u me nu meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper geeft.’ Dit bedroefde de koning zeer, maar hij wilde het haar niet weigeren omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed had gezworen. Hij stuurde meteen iemand van zijn garde weg met het bevel hem het hoofd te brengen. De soldaat ging naar de gevangenis en onthoofdde Johannes. Hij bracht het hoofd binnen op een schaal en gaf het aan het meisje, en zij gaf het aan haar moeder. Toen zijn leerlingen hiervan hoorden, gingen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.…
Deze week de wijngaard van Nabot. Een tekst die over machtsmisbruik gaat. Of, gaat die wel over machtsmisbruik? Of zit er in de subtekst toch meer verscholen dan op het eerste gezicht lijkt. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Izebel via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/153-izebel of je eigen podcastapp. 1 Koningen 21 Enige tijd later gebeurde het volgende. De Jizreëliet Nabot had een wijngaard die grensde aan het paleis dat koning Achab van Samaria in Jizreël bezat. ‘Sta mij uw wijngaard af,’ zei Achab tegen Nabot. ‘Hij ligt naast mijn paleis; ik kan hem goed gebruiken om er groente te verbouwen. Ik zal u er een betere wijngaard voor teruggeven, of ik zal u, als u dat liever hebt, de prijs ervan in zilver uitbetalen.’ Maar Nabot zei tegen Achab: ‘De HEER verhoede dat ik de grond die ik van mijn voorouders heb geërfd aan u zou afstaan.’ Achab ging terug naar zijn paleis, woedend en terneergeslagen omdat Nabot tegen hem had gezegd dat hij hem de grond die hij van zijn voorouders had geërfd niet zou afstaan. Hij ging op zijn bed liggen, met zijn gezicht naar de muur, en weigerde te eten. Toen kwam zijn vrouw Izebel naar hem toe en vroeg: ‘Wat is er gebeurd, dat je zo mismoedig bent en niet eten wilt?’ ‘Ik heb met de Jizreëliet Nabot gesproken,’ antwoordde hij. ‘Ik heb hem gevraagd mij zijn wijngaard te verkopen. Of, als hij dat liever had, kon hij er een andere wijngaard voor terugkrijgen. Maar hij weigerde zijn wijngaard aan mij af te staan.’ Daarop zei Izebel: ‘Wat? Jij bent toch de koning van Israël? Sta op en eet wat, dat zal je goeddoen. Ik zal ervoor zorgen dat jij de wijngaard van Nabot krijgt.’ Uit naam van Achab schreef Izebel brieven, verzegelde die met het koninklijke zegel en stuurde ze naar de oudsten en aanzienlijksten in de stad waar Nabot woonde. In die brieven stond het volgende: ‘Kondig een vastendag af en zet Nabot vooraan wanneer het volk samenkomt. Laat dan twee mannen die nergens voor terugdeinzen tegenover hem plaatsnemen en hem beschuldigen van godslastering en majesteitsschennis. Daarop moet u hem buiten de stad brengen en stenigen.’ Nabots stadsgenoten, de oudsten en aanzienlijksten van zijn woonplaats, deden wat Izebel hun had opgedragen in de brieven die ze had gestuurd. Ze kondigden een vastendag af en lieten Nabot vooraan zitten toen het volk samenkwam. Twee mannen namen tegenover hem plaats en beschuldigden hem ten overstaan van het volk van godslastering en majesteitsschennis. Daarop werd hij buiten de stad gebracht en gestenigd. Ze stuurden Izebel bericht dat Nabot door steniging ter dood was gebracht. Toen Izebel hoorde dat Nabot gestenigd was, zei ze tegen Achab: ‘Je kunt de wijngaard die de Jizreëliet Nabot je weigerde te verkopen in bezit nemen, want Nabot leeft niet meer, hij is dood.’ Toen Achab hoorde dat Nabot dood was, ging hij naar Jizreël om de wijngaard van Nabot in bezit te nemen. [...]…
Deze week een lyrische tekst, een rauwe tekst, een tekst die er geen doekjes om windt. Een tekst die het volk een duidelijke boodschap wil geven en dit heel beeldend beschrijft. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Naakt en rauw via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, http://www.gelukkigdemens.nl/152-naakt-en-rauw of je eigen podcastapp. De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, je moet Jeruzalem haar gruwelijke gedrag voor de voeten werpen. Dit zegt God, de HEER, tegen haar: Van oorsprong ben je een Kanaänitische, je werd geboren uit een Amoritische vader en een Hethitische moeder. Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je navelstreng door te snijden of om je schoon te wassen, niemand om je met zout in te wrijven of in doeken te wikkelen. Niemand deed een van die dingen voor je, niemand keek naar je om, niemand had medelijden met je. Op de dag dat je geboren werd, werd je ergens op een akker achtergelaten, zo weinig waarde werd er aan je leven gehecht. Toen kwam Ik voorbij en zag hoe je in je bloed lag te spartelen. Ik zei tegen je, terwijl je onder het bloed zat: “Leef! Blijf in leven, bedekt met bloed als je bent.” Ik liet je groeien als een bloem in het veld: je groeide, je werd groot en je werd hoe langer hoe mooier. Je kreeg stevige borsten, je kreeg schaamhaar, maar je was nog naakt. Ik kwam voorbij en zag dat je rijp was voor de liefde, Ik spreidde mijn mantel over je uit om je naaktheid te bedekken. Ik zwoer je trouw, Ik sloot een verbond met je – spreekt God, de HEER – en je werd de mijne. Ik waste je met water, Ik spoelde het bloed van je af, Ik wreef je in met olie. Ik kleedde je in bonte kleuren, Ik gaf je sandalen van zacht leer, een linnen sluier en zijden doeken. Ik tooide je met sieraden, Ik deed armbanden om je polsen en een ketting om je hals, Ik deed een ringetje door je neus, Ik gaf je oorbellen en zette een prachtige kroon op je hoofd. Jij tooide je met al dat goud en zilver, je kleren waren van linnen en zijde en hadden de mooiste kleuren, je eten werd bereid met fijn meel, met honing en olie, en heel, heel mooi werd je, als een koningin. Je was bij alle volken beroemd om je schoonheid, en je schoonheid was volmaakt want ze kwam van Mij – spreekt God, de HEER. [...]…
Dit is een aflevering die gevoelig kan liggen. Het is een aflevering over het volk Israël en het land wat God hen beloofd heeft. Een tekst die eeuwen oud is, maar vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Maar wordt hij ook goed gelezen? Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Standvastig en vastberaden via Spotify, Pocketcasts, Apple Podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/151-standvastig-en-vastberaden of je eigen podcastapp. Jozua 1:1-9 Na de dood van Mozes, de dienaar van de HEER, zei de HEER tegen Jozua, de zoon van Nun en de rechterhand van Mozes: ‘Nu mijn dienaar Mozes is gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken en het land binnen te gaan dat Ik het volk van Israël zal geven. Elk stuk grond dat jullie zullen betreden geef Ik jullie, zoals Ik Mozes heb beloofd. Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen. Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals Ik Mozes heb bijgestaan, zo zal Ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en standvastig, want onder jouw leiding zal dit volk het land verkrijgen dat Ik hun voorouders onder ede heb beloofd. En houd je vóór alles vastberaden en standvastig aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft onderwezen. Wijk daar op geen enkele manier van af, opdat je in alles wat je doet zult slagen. Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.’…
Aflevering 150! In de afgelopen jaren hebben we honderdvijftig afleveren van deze podcast gemaakt. En het is weer een mooie aflevering geworden. Een aflevering over het ultieme recht. Recht met mythische proporties. Het laatste oordeel. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 7 via spotify, pocketcasts, apple podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/150-het-laatste-oordeel-recht-deel-8 of je eigen podcastapp. Openbaringen 20 Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen. Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, zo veel mensen als er zand is bij de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid. Toen zag ik een grote witte troon en Hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van Hem weg en verdwenen in het niets. Ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.…
Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen. Een van de vele bekende verzen uit de Bijbel. Maar weinig moderne Bijbellezers weten wat deze uitspraak betekent en waar het vandaan komt. En wat heeft het met recht te maken? Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 7 via spotify, pocketcasts, apple podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/119-recht-deel-7 of je eigen podcastapp. Johannes 8:1-11 Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was Hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar Hem toe, Hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt U daarvan?’ Dit zeiden ze om Hem op de proef te stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte Hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, Heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’…
Deel 6 in de reeks over het Recht. En deze week een verhaal met mythische proporties. Het verhaal over Salomo, twee vrouwen en een baby. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 6 via spotify, pocketcasts, applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/148-recht-deel-6 of je eigen podcastapp. 1 Koningen 3:3-28 Salomo zelf toonde zijn liefde voor de HEER door te handelen naar wat zijn vader David hem had voorgehouden, maar ook hij bracht zijn offers en brandde wierook op de offerplaatsen. Zo ging de koning op een keer naar Gibeon, de belangrijkste offerhoogte van het land, om er te offeren. Wel duizend dieren droeg hij daar op het altaar als brandoffer op. Die nacht verscheen de HEER hem daar in een droom. ‘Vraag wat je wilt,’ zei God, ‘Ik zal het je geven.’ Salomo antwoordde: ‘U bent uw dienaar, mijn vader David, altijd goedgezind geweest, omdat hij U trouw toegewijd was en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U. U hebt hem een grote gunst bewezen door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit. U, HEER, mijn God, hebt mij als opvolger van mijn vader David als koning aangesteld. Maar ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. Ik sta nu voor de taak uw uitverkoren volk te leiden, een volk zo talrijk dat het niet te tellen is. Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?’ Het beviel de Heer dat Salomo juist hierom vroeg, en Hij zei tegen hem: ‘Omdat je hierom vraagt – niet om een lang leven of grote rijkdom of de dood van je vijanden, maar om het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht – zal Ik je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft. Ook waar je niet om gevraagd hebt zal Ik je geven: zo veel rijkdom en roem dat geen enkele andere koning je tijdens je leven zal evenaren. E n als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn bepalingen en geboden, zoals je vader David dat deed, zal Ik je een lang leven schenken.’ Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit. [...] Luister ook onze serie over David (Aflevering 113 tot en met 119).…
Deel 5 alweer van onze reeks over het recht. Deze week een tekst van Jozua met een wijze les. Een les met grote gevolgen voor Achan en zijn nakomelingen. En een les met stenen in het landschap. Tot op de dag van vandaag. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 5 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/147-recht-deel-5 of je eigen podcastapp. Jozua 7 Maar Israël schond de ban. Een zekere Achan, die een zoon was van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, en afkomstig uit de stam Juda, vergreep zich aan de goederen die onvoorwaardelijk aan de HEER gewijd waren. Hierop ontstak de HEER in woede tegen het volk van Israël. Jozua stuurde intussen een paar mannen van Jericho naar Ai, dat bij Bet-Awen ligt, ten oosten van Betel. Hij droeg hun op dat gebied te verkennen. De mannen verkenden Ai, en toen ze teruggekomen waren rapporteerden ze aan Jozua: ‘U hoeft niet het hele leger naar Ai te laten uitrukken. Zo’n twee- of drieduizend man is voldoende om de stad te verslaan. Het is echt niet nodig dat u het hele leger met een veldtocht vermoeit, want Ai heeft maar weinig inwoners.’ [...]…
Deze week een tekst van Hosea. Over recht. Wat echt rechtvaardig is. En wanneer geen mens het meer recht kan zetten. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 4 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, http://www.gelukkigdemens.nl/146-recht-deel-4 of je eigen podcastapp. Hosea 10 Israël was een weelderige wijnstok, die volop vruchten voortbracht. Maar hoe meer vrucht de wijnstok droeg, hoe meer er op de altaren kwam; en hoe rijker het land, hoe rijker versierd de gewijde stenen. Zo bedrieglijk is dat volk! Nu zal het ervoor boeten: de HEER breekt hun altaren af, hun gewijde stenen verbrijzelt Hij. Dan zullen ze zeggen: ‘Wij hebben geen koning meer, want wij hadden geen ontzag voor de HEER.’ Maar wat zou een koning voor ons kunnen doen? Koningen, ze spreken holle woorden, zweren valse eden, sluiten slechte verdragen. De rechtspraak woekert als onkruid, als een gifplant in de voren van een akker. Het volk van Samaria verkeert in zorg, het rouwt om dat stierkalf in Bet-Awen, en zijn priesters schreeuwen het uit omdat zijn glorie vervliegt: het kalf wordt naar Assyrië gesleept als geschenk voor koning Kemphaan. Wat een schande is dat voor Efraïm, wat een misrekening van Israël! Nu al komen Samaria en zijn koning ten val; ze zijn als wrakhout op de golven. De offerhoogten worden verwoest, die plaatsen van verderf, tekens van Israëls zonde; dorens en distels zullen hun altaren overwoekeren. Dan roepen ze de bergen toe: ‘Bedek ons!’ en de heuvels: ‘Val op ons neer!’ Al in Gibea gaf jij je over aan zonden, Israël, en sindsdien heb je daarin volhard. Zou dan iemand in Gibea worden ontzien als de strijd tegen de boosdoeners uitbreekt? Ik heb besloten hen te straffen: vreemde volken zullen tegen hen samenspannen om hen vast te binden en hun bronnen leeg te drinken. Efraïm was een afgerichte jonge koe, die gewillig dorste. Toen Ik haar fraaie hals zag, dacht Ik: Ik ga Efraïm inspannen, Ik laat Juda ploegen, Jakob eggen. Zaai rechtvaardig! Oogst met liefde! Ontgin nieuw land! Het is tijd om de HEER te smeken, dat Hij jullie nadert met de regen van zijn goedheid. Maar jullie ploegden wetteloosheid en oogstten onrechtvaardigheid; jullie moesten de vrucht van leugens eten omdat jullie op je eigen inspanning vertrouwden, op de kracht van je vele soldaten. Daarom zal het krijgsgeweld tegen jullie losbreken, al je vestingen zullen worden verwoest zoals destijds Bet-Arbel werd verwoest door Salman: moeders werden doodgeslagen, samen met hun kinderen. Dat heeft Betel jullie aangedaan om jullie eigen diepe verdorvenheid. Bij het aanbreken van de morgen komt Israëls koning voorgoed ten val.…
En we zijn weer terug! Na een kerstvakantiepauze gaan we weer verder waar we gebleven waren. En dat was bij het recht. Deze week een schitterende mozaïektekst met heel veel verschillende wetten en regels. En in het hart zit een pareltje. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 2 via \#spotify, \#pocketcasts, \#applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/145-recht-deel-3 of je eigen podcastapp. Leviticus 19: De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig. Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. Wanneer je de HEER een vredeoffer aanbiedt, moet je, wil het offer aanvaard worden, het vlees eten op de dag dat het dier wordt geslacht, of op de volgende dag. Wat er op de derde dag nog over is, moet worden verbrand. Als er op de derde dag nog van het offervlees gegeten wordt, is dat verwerpelijk en zal het offer niet worden aanvaard. Wie ervan eet moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Hij heeft ontwijd wat de HEER toebehoort en wordt uit de gemeenschap gestoten. Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God. Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER. Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je. Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER. Leef mijn bepalingen na. Laat je vee niet paren met dieren van een andere soort. Zaai je akker niet in met verschillende soorten gewassen. Draag geen kleren die zijn geweven uit twee soorten garen. Als een man seksuele omgang heeft met een slavin die voor een andere man bestemd was, en ze was nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, moet hij een schadeloosstelling betalen. Ze hoeven niet ter dood gebracht te worden, want de vrouw was nog niet vrij. De man moet als hersteloffer voor de HEER een ram naar de ingang van de ontmoetingstent brengen. Door de ram ten overstaan van de HEER te offeren, voltrekt de priester voor de man in kwestie de verzoeningsrite voor datgene waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, en hij krijgt vergeving voor zijn zonde. Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat Ik je zal geven en je daar vruchtbomen plant, moet je de jonge vruchten weghalen. De eerste drie jaar moet je die vruchten weghalen en mag je er niet van eten. In het vierde jaar moeten jullie alle vruchten tijdens een dankfeest aan de HEER afstaan. In het vijfde jaar mag je de vruchten eten. De opbrengst zal des te groter zijn. Ik ben de HEER, jullie God. [...]…
En we zijn aangekomen bij deel 2 van onze reeks over recht in de bijbel. En deze week een tekst uit Numeri. Over hoe oog om oog, tand om tand toch wat meer nuance kreeg en het verschil tussen moord en doodslag anders beoordeelt dient te worden. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 2 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/144-recht-deel-2 of je eigen podcastapp. Numeri 35:9-34 De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie de Jordaan oversteken naar Kanaän, moeten jullie een aantal steden uitkiezen die als vrijplaats kunnen dienen; dan kan iemand die zonder opzet een ander heeft gedood daarheen uitwijken. Die steden dienen als vrijplaats tegen bloedwrekers, zodat voorkomen wordt dat iemand die een ander gedood heeft, sterft voordat hij voor de gemeenschap heeft terechtgestaan. Van de steden die jullie afstaan, moeten er zes een vrijplaats zijn: drie steden aan de overkant van de Jordaan en drie in Kanaän. Deze zes steden moeten een vrijplaats zijn voor zowel de Israëlieten als de vreemdelingen die bij jullie wonen of tijdelijk bij je verblijven, zodat iedereen die zonder opzet een ander heeft gedood, daarheen kan vluchten. Wie een ander echter met een ijzeren voorwerp zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. Ook wie een ander met een steen waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. En ook wie een ander met een houten voorwerp waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. De bloedwreker moet hem doden zodra hij hem aantreft. Als iemand een ander uit haat een duw geeft of met opzet iets naar hem gooit en de ander sterft daardoor, of als iemand een ander uit vijandschap zo’n vuistslag geeft dat hij sterft, dan moet de dader ter dood gebracht worden. Hij is een moordenaar en de bloedwreker moet hem doden zodra hij hem vindt. [...]…
Wiebe was deze week bij een rechtszaak. En toen dachten Wieteke en Wiebe, hier zou wel eens een podcast in kunnen zitten. Daarom beginnen we een reeks over recht in de Bijbel. En deze week is het een tekst uit Genesis over Abarham, God, Sodom en Gemorra. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/143-Recht of je eigen podcastapp. Genesis 18:16-33 Toen de mannen weer verdergingen, lieten ze hun blik op Sodom rusten. Abraham liep met hen mee om hun uitgeleide te doen. De HEER dacht: Waarom zou Ik voor Abraham geheimhouden wat Ik van plan ben? Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en in hem zullen alle volken op aarde gezegend worden. Want Ik heb hem uitgekozen, hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de weg te volgen die Ik wijs, door rechtvaardig en goed te handelen. Alleen dan zal Ik verwezenlijken wat Ik Abraham heb toegezegd. Daarom zei de HEER: ‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die Ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil Ik weten.’ Toen gingen de mannen weg, naar Sodom, maar Abraham bleef voor de HEER staan. Abraham ging dichter naar Hem toe en vroeg: ‘Wilt U dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou U die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? Zoiets kunt U toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt U toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’ De HEER antwoordde: ‘Als Ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal Ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.’ Hierop zei Abraham: ‘Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben: stel dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou U dan toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten?’ ‘Nee,’ antwoordde Hij, ‘Ik zal haar niet verwoesten als Ik er vijfenveertig aantref.’ Opnieuw sprak Abraham Hem aan: ‘En stel dat het er maar veertig zijn.’ ‘Dan zal Ik het niet doen omwille van die veertig.’ Toen zei hij: ‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan: stel dat het er maar dertig zijn.’ ‘Ik zal het niet doen als Ik er dertig aantref.’ Hierop zei hij: ‘Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat het er maar twintig zijn.’ ‘Dan zal Ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig.’ Abraham zei: ‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal Ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’ Zodra de HEER zijn gesprek met Abraham had beëindigd, ging Hij weg. En Abraham keerde terug naar de plaats waar hij woonde.…
Rommelig. Bij elkaar geraapt. Dat is de tekst van deze week. Het lijken stukken te zijn die niet bij elkaar horen, maar wel bij elkaar gezet. Interessant… Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De doop via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/142-rommelig of je eigen podcastapp. Matteüs 11 Dit waren de instructies die Jezus aan de twaalf leerlingen gaf. Toen Hij zijn rede beëindigd had, vertrok Hij om zijn verkondiging voort te zetten en onderricht te geven in de steden. Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar Hem toe met de vraag: ‘Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’ Toen ze weer vertrokken, begon Jezus met de mensen over Johannes te spreken: ‘Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuiven van het riet in de wind? Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is verkeert in koninklijke kringen. Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg Ik jullie, en zelfs meer dan een profeet. Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit, hij zal een weg voor Je banen.” Ik verzeker jullie: onder allen die uit een vrouw geboren zijn is nooit iemand verschenen die groter was dan Johannes de Doper; maar in het koninkrijk van de hemel is de kleinste nog groter dan hij. Sinds de dagen van Johannes de Doper wordt het koninkrijk van de hemel door geweld bedreigd en proberen geweldenaars het aan zich te onderwerpen. Want alle profetieën van de Profeten en de Wet reiken tot de dagen van Johannes. En voor wie het wil aannemen: hij is Elia, die komen zou. [...]…
Groot nieuws! Wiebe laat zich dopen. Op de zondag dat deze podcast uitkomt spreekt hij zijn belijdenis uit en wordt hij gedoopt. We zullen zijn belijdenis in de toekomst nog een keer als podcast opnemen zodat jullie hem ook kunnen luisteren. Deze doop is de aanleiding van de tekst van deze week. Een tekst over de doop. En hoe toevallig, hij sluit ook mooi aan op de reeks over de Zondvloed (luister dit mensen). Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De doop via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/141-de-doop of je eigen podcastapp. Petrus 3:13-22 Overigens, wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede? Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen; erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend uitlaten over uw goede levenswandel in eenheid met Christus, zich over hun laster schamen. Het is beter te lijden – indien God dat wil – omdat men goeddoet dan omdat men kwaad doet. Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd , om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt. Hij is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles aan hen te verkondigen. Ten tijde van Noach weigerden zij te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, door de watervloed heen gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.…
Deze week een klaaglied. Wat anders dan een klaaglied? Zing! Zing een klaaglied. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Zing een klaaglied via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/140-zing-een-klaaglied of je eigen podcastapp. Klaagliederen 2:11-22 Mijn ogen zijn door tranen verteerd, mijn ingewanden staan in brand, mijn maag keert zich om – vanwege de wonden van mijn volk, omdat kind en zuigeling versmachten op de pleinen van de stad. Ze blijven hun moeders vragen: ‘Is er geen brood en wijn?’, versmachtend op de pleinen van de stad, als gewonden op het slagveld; in de armen van hun moeders stroomt het leven uit hen weg. Waarmee zal ik je vergelijken, welk voorbeeld kan ik je tonen? Waaraan zal ik je gelijkstellen, mijn stad? Hoe kan ik je troosten? Wijd als de zee gapen je wonden – wie kan je genezen? Je profeten hebben je bedrogen met valse visioenen – hadden ze maar je wandaden onthuld om je lot nog te keren! Ze hebben je valse orakels verkondigd om je te misleiden. Allen die voorbijgaan wringen de handen als ze jou zien; ze sissen van afschuw, schudden meewarig het hoofd. Al je vijanden sperren hun mond naar je open; ze fluiten, grijnzen en spotten: ‘We hebben haar verwoest! Ja, dit is de dag waarop we hoopten, hiernaar hebben wij uitgezien!’ Het hart van het volk schreeuwt tot de Heer. – O muur van mijn stad , laat je tranen stromen als een rivier, dag en nacht, aan één stuk door; gun je ogen geen rust. Weeklaag in de nacht, jammer tot aan de ochtend, stort je hart uit als water, ten overstaan van jouw God. Hef je handen naar Hem op, voor het leven van je kinderen, die op elke straathoek van honger versmachten. Moeten vrouwen de kinderen eten die ze zelf hebben gebaard? Moeten priester en profeet worden gedood in het heiligdom? Op straat liggen de lijken van mannen, jong en oud, mijn meisjes en mijn jongemannen zijn gevallen door het zwaard; de kinderen die ik baarde en grootbracht, worden door mijn vijand gedood. Op de dag van de toorn kan niemand ontkomen, niemand overleeft;…
Wees alert! Dat is de boodschap in deze aflevering. De tekst van deze week is in het verleden gruwelijk misbruikt. Er zijn dingen ingelezen die er niet staan. Het is een waarschuwing voor ons allemaal. Wees alert. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De zondvloed - deel 5 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/139-de-zondvloed-deel-5 of je eigen podcastapp. Genesis 9:18-28 De zonen van Noach, die samen met hem uit de ark waren gekomen, heetten Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaän. Met de drie zonen van Noach begon de verspreiding van de mensheid over de hele aarde. Noach was landbouwer en legde als eerste een wijngaard aan. Hij dronk van de wijn, werd dronken en ging in zijn tent liggen, zonder kleren aan. Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan zijn twee broers, die buiten waren. Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die over hun schouders, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat, zodat zij hem niet naakt zagen. Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en te weten kwam wat zijn jongste zoon hem had aangedaan, zei hij: ‘Vervloekt zij Kanaän, knecht van zijn broers zal Kanaän zijn, de minste van alle knechten. Geprezen zij de HEER, de God van Sem; knecht van Sem zal Kanaän zijn. Moge God ruimte geven aan Jafet, hem laten wonen in de tenten van Sem; knecht van Jafet zal Kanaän zijn.’ Noach leefde na de zondvloed nog driehonderdvijftig jaar. In totaal leefde Noach negenhonderdvijftig jaar. Daarna stierf hij.…
Deel vier van de zondvloed reeks. Het luik is op. Dieren eruit en een offer voor de heer. En dan… Even de schepping overnieuw doen. Genesis 8:20-22 Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan. Genesis 9:1-17 Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’ Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’…
Deel 3 in de zondvloed reeks. Overgeleverd zijn. Overgeleverd aan het water en aan de tijd. Deze tekst roept veel vragen op, maar het doet precies wat het moet doen. Genesis 8:1-19 Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. ` Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar. Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water op het land verder gedaald was. Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. In het zeshonderdeerste jaar, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. Toen zei God tegen Noach: ‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten vruchtbaar zijn en talrijk worden, en zich over de hele aarde verspreiden.’ Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt.…
Regen. Heel veel regen. Een heel veel dieren op een ark. Twee van elk. Toch? Luister en duik verder in het verhaal van Noach, de ark en de dieren. Genesis 7 Toen zei de HEER tegen Noach: ‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. Want over zeven dagen zal ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat ik heb gemaakt.’ Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen. Noach was zeshonderd jaar toen de zondvloed kwam, een watermassa die de aarde overspoelde. Om aan het water te ontkomen ging Noach de ark in, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Van de reine en de onreine dieren, van de vogels en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark, een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen de zeven dagen voorbij waren, kwam het water van de vloed over de aarde. In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de zeventiende dag van de tweede maand, braken alle bronnen van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. Veertig dagen en veertig nachten lang zou het op de aarde stortregenen. Diezelfde dag gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, zijn vrouw en de drie vrouwen van zijn zonen de ark in, samen met alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, en ook met alle soorten vogels en wat er verder maar vleugels heeft. Van alle wezens waarin levensadem was, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark: er kwamen van alle dieren een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen sloot de HEER de deur achter hem. De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan. Tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder. Alles wat op aarde leefde kwam om, alles wat er rondwemelde: vogels, vee, wilde dieren, en ook alle mensen. Alles wat op het land leefde en ademde vond de dood. Alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels, ze werden van de aarde weggevaagd. Alleen Noach bleef over, met alles wat bij hem in de ark was. Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt.…
We zijn terug! We hebben genoten van een lang zomer. En we gaan weer beginnen. Deze week beginnen we met een van de bekendste bijbelverhalen; het verhaal van de Zondvloed. De ark van Noach (en ja, er is zelfs een playmobilset van). Het verhaal lijkt wellicht bekend, maar als je beter leest blijkt er toch weer veel meer achter te zitten. Genesis 5:25-29 Toen Lamech 182 jaar was, verwekte hij een zoon, die hij Noach noemde. ‘Deze zoon,’ zei hij, ‘zal ons troost geven voor het werken en zwoegen dat ons deel is omdat de HEER het akkerland heeft vervloekt.’ Genesis 5:32 Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet. Genesis 6 Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. Toen dacht de HEER: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven. In die tijd en ook daarna nog, zolang de zonen van de goden gemeenschap hadden met de dochters van de mensen en kinderen bij hen kregen, leefden de giganten op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden. De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. Alleen Noach vond bij de HEER genade. Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen. Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen. Benieuwd naar de playmobilset, kijk hier: https://www.playmobil.nl/meeneem-ark-van-noach/6765.html…
Tijd. Het lijkt absoluut, maar in de bijbel is dat zeker niet het geval. Het is vloeibaar, relatief en heeft een functie. Deze aflevering van Gelukkig de mens heet Een tijd zonder tijd. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/134-een-tijd-zonder-tijd of je eigen podcastapp.…
Deze week een tekst uit Lucas 10. Een vrij korte tekst, met ogenschijnlijk een wat platte uitleg. Maar als je verder terug leest, dan zit er toch meer achter. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/133-marta-of-maria of je eigen podcastapp Lucas 10:38-42 Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’…
Deze week een tekst van Matteüs. Een tekst over Jezus en een revolutionaire boodschap. Een boodschap die gevaarlijk was voor zijn leerlingen. Maar wat was deze boodschap… Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/132-revolutionair of je eigen podcastapp Matteüs 10:16-33 Bedenk wel, ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif. Pas op voor de mensen, want ze zullen je voor het gerecht brengen en je geselen in hun synagogen. Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen. Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt. De ene broer zal de andere uitleveren om hem te laten doden, en vaders zullen hetzelfde doen met hun kinderen, en kinderen zullen zich tegen hun ouders keren en hen laten terechtstellen. Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam; maar wie standhoudt tot het einde zal worden gered. Wanneer ze jullie vervolgen in de ene stad, vlucht dan naar de volgende. Ik verzeker jullie: voor je in elke stad van Israël bent geweest, zal de Mensenzoon gekomen zijn. Een leerling staat niet boven zijn leermeester en een slaaf niet boven zijn heer. Een leerling moet er genoegen mee nemen te worden als zijn leermeester, en de slaaf als zijn heer. Als ze de heer des huizes al Beëlzebul genoemd hebben, waarvoor zullen ze dan zijn huisgenoten wel niet uitmaken? Wees dus niet bang voor hen. Want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken. Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel.…
Een eerlijke god. Eentje die de waarheid vertelt. Zonder vaag taalgebruik, maar gewoon zegt waar het op staat. Benieuwd? Luister dan nu de aflevering: Eerlijk. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/131-eerlijk of je eigen podcastapp Jesaja 57 De rechtvaardige gaat te gronde en niemand bekommert zich erom; ook trouwe mensen sterven, maar niemand ziet in dat de rechtvaardige sterft doordat er onrecht heerst. Toch – wie de rechte weg bewandelt zal rust hebben op zijn sterfbed en de vrede binnengaan. Maar jullie, kom dichterbij, kinderen van een waarzegster, nageslacht uit ontucht en overspel. Over wie maken jullie je zo vrolijk? Tegen wie zetten jullie zo’n grote mond op, naar wie steek je je tong uit? Zijn jullie zelf geen kinderen uit zonde, nageslacht van leugen en bedrog? Jullie hartstocht brandt onder terebinten, onder elke bladerrijke boom. Jullie slachten kinderen in de wadi’s, onder overhangende rotsen. Tussen de gladde stenen in de rivier komen jullie zelf te liggen, dat is je bestemming. Daar heb je immers wijnoffers gebracht en graanoffers opgedragen. Zou ik om zulke mensen treuren? Je plaatste je bed op een hoogverheven berg, je ging de berg op om een offer te brengen. Achter je deur en je deurpost heb je je schandelijke tekens geplaatst. Je hebt je van mij afgekeerd: naakt en wellustig spreidde je het bed, je sprak een prijs af met je mannen, je sliep maar al te graag met hen en bekeek hun lid aandachtig. Je boog je over je minnaars met olie en balsem in overvloed. Je stuurde je boden naar verre oorden, zelfs tot diep in het dodenrijk. Het vele reizen matte je af, maar nooit zei je: ‘Ik geef het op.’ Je lusten werden bevredigd, dat hield je op de been. Voor wie ben je zo bang en beducht dat je leugens blijft verspreiden? Aan mij heb je niet gedacht, om mij je niet bekommerd. Ik heb al te lang gezwegen, je hebt geen ontzag meer voor mij. Ik zal je vertellen wat dat fraaie gedrag van jou waard is. Je godenverzameling zal je niet baten; ook al schreeuw je het uit, ze zullen je niet redden: de wind tilt ze op, een zuchtje wind voert ze weg. Maar ieder die bij mij schuilt zal het land in bezit nemen en mijn heilige berg in eigendom krijgen. Troost voor de treurenden Toen werd er gezegd: ‘Ruim baan! Effen de weg voor mijn volk! Verwijder elk struikelblok.’ Dit zegt hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt. Want niet eindeloos blijf ik twisten, niet eeuwig duurt mijn toorn. Al doe ik de levensadem stokken, ik ben het ook die het leven geeft. Mijn toorn was op hun zondige hebzucht gericht, ik heb hen gestraft en me in mijn woede verborgen. Maar zij gingen onverdroten voort op de weg die ze zelf hadden gekozen. Ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en hun barmhartigheid bewijzen. Treurenden bied ik troostrijke woorden: Vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij – zegt de HEER –, ik zal genezing brengen. Maar de goddelozen blijven onrustig als de zee, die nooit rust kent; haar golven woelen vuil en modder op. Goddelozen zullen geen vrede kennen – zegt mijn God.…
Is er ook een podcastaflevering over troost? Dat was de vraag die Wieteke deze keer kreeg. Daarvoor deze week een schitterende tekst uit Job. Over tegenslag, proberen te troosten en een tekst waar je zelf ook troost uit kunt halen. Deze aflevering heet Troost. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/130-troost of je eigen podcastapp Job 7: Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf smacht hij naar schaduw, als een dagloner wacht hij op zijn loon. Maanden van leegte heb ik ervaren, nachtenlang werd ik door ellende overmand. Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?” Maar de avond duurt en duurt en onrust vervult me tot de ochtendwind komt. Mijn lichaam is met wormen en korsten bedekt, mijn huid verschilfert en laat los. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel, ze haasten zich naar een einde zonder hoop. Bedenk toch: in een zucht is mijn leven voorbij, nooit weer zal mijn blik het goede aanschouwen. Het oog dat op mij is gericht, zal niets zien: u kijkt naar mij, maar ik zal er niet zijn. Zoals wolken verwaaien en verdwijnen, zo daalt de mens voorgoed af in het dodenrijk. Naar zijn huis keert hij niet terug en zijn woonplaats zal hem niet meer kennen. Maar ik zal mijn mond niet houden, zo beklemd als mijn hart is, zal ik spreken, zo bitter als mijn ziel is, zal ik klagen. Ben ik de zee of het zeemonster? Moet u mij daarom bewaken? Want als ik zeg: “In mijn bed vind ik troost, mijn slaap zal mijn verdriet verzachten,” dan schrikt u mij met dromen op, en de beelden die ik zie, jagen me angst aan. Liever zou ik gewurgd worden en sterven dan in dit lichaam blijven. Ik kan niet meer, ik zal niet eeuwig leven; laat mij toch met rust, mijn dagen zijn al vluchtig. Waarom acht u de mens zo hoog? Waarom krijgt hij al die aandacht van u? Elke ochtend dringt u zich aan hem op, u onderzoekt hem, elk ogenblik opnieuw. Wanneer wendt u uw blik eens af, wanneer gunt u mij even rust, zodat ik kan slikken? Heb ik gezondigd? Heb ik u iets misdaan, bespieder van de mens? Waarom hebt u mij tot mikpunt gekozen? Ik ben mezelf al tot last. Waarom negeert u mijn misstappen niet? Waarom gaat u niet voorbij aan mijn fouten? Weldra zal ik tot stof zijn vergaan, u zult naar me zoeken, maar ik zal er niet zijn.’…
Je hebt van die dagen… Je hebt van die dagen dat je het liefste terug in bed kruipt. Terug onder de dekens en je verstoppen voor de rest van de wereld. Van die dagen dat alles wat je probeert mis gaat. Die dagen dat het niet lukt. Maar weet ook, het kan altijd erger. Richteren 5 Die dag zongen Debora en Barak, de zoon van Abinoam, dit lied: ‘Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp, loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd. Koningen en vorsten, luister en hoor toe hoe ik de HEER bezing, een lied zing voor de HEER, de God van Israël. HEER, de aarde beefde toen u voortschreed vanuit Seïr; toen u optrok vanuit Edom stortte water uit de hemel en de wolken neer. Voor de heerser van de Sinai wankelden de bergen, voor u, HEER, u, de God van Israël. Onder Samgar, de zoon van Anat, in de tijd van Jaël, begaf geen karavaan zich nog op weg. Wie toch op reis moest, nam de kronkelpaden. Aanvoerders ontbraken, het land kende geen leiding Verkoos men andere goden, dan stond de vijand voor de poorten; ons leger telde veertigduizend man, maar van schild of speer geen spoor. Loof de HEER! Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren. Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen, en ook jullie die te voet moeten gaan, overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon, van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald. Daar trok het volk van de HEER ten strijde, voorwaarts vanuit de steden. Ga voorop, Debora, vuur ons aan en zing een lied! Barak, val aan! Grijp de vijand, jij zoon van Abinoam! Daar trokken toen de ware aanvoerders ten strijde, het volk van de HEER trok met zijn helden op. Uit Efraïm kwamen zij die in Amalek wonen en voegden zich bij jou en je verwanten, Benjamin. Uit Machir kwamen aanvoerders, uit Zebulon de leiders van het leger. Uit Issachar sloten de vorsten zich bij Debora aan. Na Issachar kwam Barak; hij ging het volk voor in de vlakte. Maar de stam Ruben bleef steeds maar overleggen. Wat hield je bij je schaapskooi en het fluitspel van je herders? Ruben bleef maar overleggen, Gilead kwam de Jordaan niet over, Dan bleef bij zijn schepen, Aser bleef aan zee en verliet zijn havens niet, maar Zebulon en Naftali waagden hun leven op de heuvels. Daar kwamen de koningen, de stadsvorsten van Kanaän. Zij streden bij Taänach, bij Megiddo, aan de oever van de stroom, maar er viel voor hen geen zilver buit te maken. De sterren aan de hemel streden mee tegen de vijand, zij hadden in hun baan zich tegen Sisera gekeerd. Vorsten werden meegesleurd door het water van de Kison, de Kison, die aloude en snelstromende rivier. Ga voort, mijn ziel, ga voort! Dreunend klonk de hoefslag van zijn wegstormende paarden, van zijn schitterende paarden, in onstuimige galop. [...]…
Deze week de bijbelse Goede Tijden, Slechte tijden; de sterfbedrede van Jakob. Veel smeuiger krijg je het niet. Luister nu naar de aflevering Soap. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/128-soap of je eigen podcastapp Genesis 49 Daarop liet Jakob al zijn zonen bij zich roepen en zei: ‘Kom allemaal hier, dan zal ik jullie vertellen hoe het je in de toekomst zal vergaan. Kom hier en luister, zonen van Jakob, luister naar Israël, je vader. Ruben, mijn oudste zoon ben jij, de eerste vrucht van mijn manlijke kracht, in fierheid en macht de voornaamste. Onstuimig ben jij als het water – nee, jij zult niet de voornaamste zijn, want jij hebt je vaders bed beslapen, je vaders legerstee ontwijd. Hij heeft mijn bed beslapen! Simeon en Levi zijn altijd samen, zij beramen niets dan geweld. Ik wil niet deelnemen aan hun beraad, op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn. In woede ontstoken doden zij mannen, moedwillig verlammen ze stieren. Vervloekt zij hun grimmige woede, vervloekt hun ontembare razernij. Ik zal hen verstrooien over Jakobs volk, hen over Israël verspreiden. Juda, jou zullen je broers bejubelen, voor jou buigt de vijand de nek, voor jou zullen mijn zonen zich buigen. Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug. Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken? In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen. Aan een wijnstok bindt hij zijn ezel, aan een wingerd het jong van zijn ezelin, in wijn wast hij zijn gewaad, in druivenbloed zijn bovenkleed. Zijn ogen fonkelen door de wijn, zijn tanden zijn wit van de melk. Zebulon, aan de zee zal hij wonen, aan zijn strand de schepen ontvangen. Zijn gebied strekt zich uit tot aan Sidon. Issachar is een sterke ezel, liggend tussen de manden. Hij zag hoe weldadig de rust was en hoe bekoorlijk het land; er werd hem zwaar werk opgelegd, hij boog zich en droeg zijn last. Dan, hij handhaaft het recht van zijn stam als elk van de stammen van Israël. Dan, hij is een slang op de weg, een adder op het pad; hij bijt het paard in de hielen, de berijder komt ten val. Op uw hulp hoop ik, HEER! Gad, een roversbende belaagt hem, maar hij achtervolgt zijn belagers. Aser, rijk aan de fijnste spijzen, voedsel voor koningen brengt hij voort. Naftali, een hinde in vrijheid, die prachtige kalveren werpt. Een vruchtbare wijnstok is Jozef, een vruchtbare plant bij een bron, met ranken die reiken tot over de muur. De boogschutters, zij haatten hem, zij tergden hem en schoten. Maar zijn boog bleef gespannen, zijn armen en handen soepel, door de hulp van de Machtige, de Machtige van Jakob, door de nabijheid van de Herder, de Rots van Israël, door de God van je vader, de Ontzagwekkende. Hij moge je helpen, hij moge je zegenen met zegeningen van de hemel daar boven en van de oervloed in de diepte, met zegeningen van borsten en moederschoot. De zegen van je vader is rijker dan de zegen van de eeuwige bergen, de kostelijke rijkdom van de eeuwige heuvels. Moge die zegen op Jozef rusten, de uitverkorene onder zijn broers.…
In deze aflevering een stukje Bijbel waar erg veel kwaad mee is gedaan. Tipje van de sluier: paradijs, adam, eva, appel, slang… Maar als je goed leest, staat er misschien wel wat anders. Luister nu naar de aflevering Wie wij zijn. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/127-wie-wij-zijn of je eigen podcastapp Genesis 3:14-19 God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’ Tegen de vrouw zei hij: ‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ Tegen de mens zei hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’…
We hebben deze keer een brief van Petrus te pakken. En een waarschuwing: het is geen gemakkelijke brief. Wieteke probeert er kaas van te maken. En als je door de plechtige, statige taal heen weet te luisteren, kun je nog wel eens verrast kunnen worden. Deze aflevering heet Uitverkoren en is te beluisteren via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/126-uitverkoren of je eigen podcastapp. Petrus 1: Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven, door God, de Vader, voorbestemd om, geheiligd door de Geest, gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus en met zijn bloed besprenkeld te worden. Genade zij u en vrede, in overvloed. Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst – en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren. U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. Wat die redding inhoudt, trachtten de profeten te achterhalen toen ze profeteerden over de genade die u ten deel zou vallen. Zij probeerden vast te stellen op welke tijd en op welke omstandigheden Christus’ Geest, die in hen werkzaam was, doelde toen deze hun zei dat Christus zou lijden en daarna in Gods luister zou delen. Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor u, en nu is deze boodschap u verkondigd door hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen. Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart. Wees als gehoorzame kinderen en geef niet opnieuw toe aan de begeerten waardoor u vroeger, toen u nog onwetend was, werd beheerst, maar leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want ik ben heilig.’ En aangezien u hem die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven als vreemdeling ook ontzag voor hem hebben. U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. Al voor de grondvesting van de wereld is hij door God uitgekozen, en nu is hij, aan het einde van de tijd, verschenen omwille van u. Door hem gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en hem laat delen in zijn luister, zodat uw geloof tevens hoop is op God. Nu u gehoorzaam bent aan de waarheid, is uw hart gelouterd en kunt u oprecht van uw broeders en zusters houden; heb elkaar dan ook onvoorwaardelijk lief, met een zuiver hart, als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord. ‘De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld: het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan.’ Dit woord is het evangelie dat u verkondigd is.…
Deze week hebben we een Psalm in de aanbieding. Een psalm die behoorlijk vaak gecoverd is (bijvoorbeeld door ene Jezus). Vaak worden stukjes van deze tekst tijdens pasen gebruikt, maar waar kom the nou vandaan? Luister nu de aflevering Ruimtevia #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/125-ruimte of je eigen podcastapp. Psalm 118 Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Laat Israël zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ – het huis van Aäron zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ – wie de HEER vreest, zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’ In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’ En de HEER antwoordde, hij gaf mij ruimte. Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen? Met de HEER, mijn helper, aan mijn zijde, kijk ik op mijn haters neer. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht. Alle volken hadden mij ingesloten – ik weerstond ze met de naam van de HEER – ze sloten mij van alle kanten in – ik weerstond ze met de naam van de HEER – ze sloten mij in als een zwerm bijen maar doofden snel als een vuur van dorens – ik weerstond ze met de naam van de HEER. Jullie sloegen mij en ik viel, maar de HEER heeft geholpen. De HEER is mijn sterkte, mijn lied, hij gaf mij de overwinning. Hoor, gejubel om de overwinning in de tenten van de rechtvaardigen: de rechterhand van de HEER doet machtige daden, de rechterhand van de HEER verheft mij, de rechterhand van de HEER doet machtige daden. Ik zal niet sterven, maar leven en de daden van de HEER verhalen: de HEER heeft mij gestraft, maar mij niet prijsgegeven aan de dood. Open voor mij de poorten van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de HEER te loven. Dit is de poort die leidt naar de HEER, hier gaan de rechtvaardigen binnen. Ik wil u loven omdat u antwoordde en mij de overwinning gaf. De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden. Dit is het werk van de HEER, een wonder in onze ogen. Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. HEER, geef ons de overwinning, HEER, geef ons voorspoed. Gezegend wie komt met de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. De HEER is God, hij heeft ons licht gebracht. Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar. U bent mijn God, u zal ik loven, hoog zal ik u prijzen, mijn God. Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.…
Nog eentje dan. Nog een verhaal over David en dan sluiten we de reeks af (althans we kunnen niet beloven dat er in de toekomst niet nog hier en daar een afleveringetje komt). Maar voor nu het laatste verhaal over David. En een indringend verhaal. Een verhaal dat je aangrijpt. Een verhaal waar God ingrijpt. En hoe. Luister nu de aflevering Ingrijpen via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/124-ingrijpen of je eigen podcastapp. 2 Samuel 12:1-25 Hij stuurde de profeet Natan naar David toe om hem het volgende te vertellen: ‘Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad, een rijke en een arme. De rijke man had heel veel geiten, schapen en runderen, de arme man had niet meer dan één lammetje kunnen kopen. Hij koesterde het en het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen. Het at van zijn brood en dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot; hij had het lief als een dochter. Op zekere dag kreeg de rijke man een gast op bezoek. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om de reiziger een van zijn eigen geiten, schapen of runderen voor te zetten. Daarom nam hij het lammetje van de arme man en zette dat zijn gast voor.’ David ontstak in woede over de rijke man en zei tegen Natan: ‘Zo waar de HEER leeft, de man die zoiets doet verdient de dood. Viervoudig moet hij het lam vergoeden, omdat hij zich zo harteloos heeft gedragen.’ Toen zei Natan: ‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van Saul. Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb ik jou in de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb ik aan jou overgedragen. Als dat je te weinig is, zal ik er nog het een en ander aan toevoegen. Waarom heb je dan mijn geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in mijn ogen? De Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden [...]…
We hebben deze week weer een schitterend verhaal. Over de ark, over David die danst en zingt, over heiligheid, over venijn en over goed lezen en afwachtend oordelen Luister nu de aflevering Goed lezen via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/123-goed-lezen of je eigen podcastapp. 2 Samuel 6 Weer riep David alle weerbare mannen van Israël bijeen; het waren er dertigduizend. Hij ging met zijn gevolg op weg om de ark van God op te halen uit Baäla in Juda, de ark waaraan een bijzondere naam verbonden is: die van de HEER van de hemelse machten, die op de cherubs troont. Ze haalden de ark van God uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel ligt, en laadden hem op een nieuwe wagen. Abinadabs zonen Uzza en Achio leidden de wagen; Achio liep voor de ark uit. David en de Israëlieten speelden voor de HEER op allerlei muziekinstrumenten van hout en op lieren en harpen, op tamboerijnen, rinkelbellen en cimbalen. Toen ze langs de plek kwamen waar Nachon zijn graan dorste, gingen de ossen daar op af. Uzza stak zijn hand uit en greep de ark van God vast. De HEER ontstak in woede tegen Uzza en strafte hem ter plekke voor zijn onachtzaamheid, zodat hij op slag dood was. David werd kwaad omdat de HEER Uzza had doorkliefd. Hij noemde die plaats Peres-Uzza, en zo heet het daar tot op de dag van vandaag. Toen werd David bang voor de HEER en hij vroeg zich af: Hoe kan de ark van de HEER ooit bij mij in Jeruzalem komen? Hij durfde de ark niet meer terug te leiden op de weg naar de Davidsburcht, en liet de wagen afslaan naar het huis van Obed-Edom, een Gatiet. De ark van de HEER bleef drie maanden in het huis van Obed-Edom, en de HEER zegende Obed-Edom en zijn hele huishouden. Toen koning David hoorde dat de HEER Obed-Edom en zijn familie en bezittingen had gezegend vanwege de aanwezigheid van de ark van God, ging hij naar het huis van Obed-Edom om de ark feestelijk in te halen in de Davidsburcht. Telkens als de dragers van de ark van de HEER zes passen gedaan hadden, offerde hij een stier en een vetgemeste koe. Vol overgave danste hij voor de HEER, slechts gekleed in een linnen priesterhemd. Onder gejuich en stoten op de ramshoorn brachten David en de Israëlieten de ark van de HEER de berg op. Toen de ark de Davidsburcht werd binnengedragen, stond Michal, de dochter van Saul, al op de uitkijk bij haar venster. Ze zag koning David dansen en springen voor de HEER, en haar hart vulde zich met minachting. De ark van de HEER werd neergezet in de tent die David ervoor had opgericht, en David bracht de HEER brandoffers en vredeoffers. Na afloop daarvan zegende hij het volk in de naam van de HEER van de hemelse machten. Aan heel het volk, aan alle aanwezige Israëlieten, zowel de mannen als de vrouwen, liet hij brood, gedroogde dadels en rozijnen uitdelen. Daarna ging iedereen naar huis. Ook David ging naar huis, om zijn familie en bedienden te zegenen. Michal kwam hem tegemoet en zei: ‘De koning van Israël heeft zich vandaag wel bijzonder waardig gedragen! Als de eerste de beste dwaas heeft hij zich voor de ogen van zijn slavinnen en onderdanen ontbloot!’ David antwoordde: ‘Dat deed ik voor de HEER, die mij heeft aangesteld als vorst over het volk van de HEER, over Israël, en mij zo heeft verkozen boven jouw vader en heel zijn familie; voor de HEER danste ik! En al zou ik me nog erger vernederen, al zou ik me zelfs in mijn eigen ogen verlagen, dan nog zou ik in aanzien staan bij de slavinnen over wie je spreekt.’ Michal, de dochter van Saul, zou kinderloos blijven tot op de dag van haar dood.…
Een nieuw verhaal van David. En goed verhaal op het eerste gezicht. Maar lees je iets dieper, dan blijken er toch wat zaken niet helemaal te kloppen en rechtgebreid te zijn. Luister nu de aflevering Puzzelstukjes via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/122-puzzelstukjes of je eigen podcastapp. 2 Samuel 5:1-16 Alle stammen van Israël kwamen bij David in Hebron en zeiden tegen hem: ‘Hier zijn we, uw eigen vlees en bloed. Ook vroeger al, toen Saul nog over ons regeerde, was u degene die de troepen van Israël aanvoerde. De HEER heeft u beloofd: Jij zult mijn volk Israël weiden; jij zult vorst over Israël zijn.’ De oudsten van Israël kwamen bij de koning in Hebron. Daar sloot koning David ten overstaan van de HEER een verdrag met hen, en zij zalfden hem tot koning van Israël. David was dertig jaar toen hij koning werd en hij regeerde veertig jaar: vanuit Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda en vanuit Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar over heel Israël en Juda. De koning en zijn mannen trokken op naar Jeruzalem, waar de Jebusieten woonden. De Jebusieten zeiden tegen David: ‘U komt er niet in! Sterker nog: de lammen en de blinden zullen u verjagen! David komt er niet in!’ Toch veroverde David de bergvesting van Sion, de huidige Davidsburcht, en hij verklaarde: ‘Wie de Jebusiet wil verslaan, hoeft slechts de watertoevoer af te snijden. En wat de lammen en de blinden betreft, die veracht ik uit de grond van mijn hart.’ Daarom zegt men: Lammen en blinden, die komen het huis niet in. David ging in de bergvesting wonen en noemde deze de Davidsburcht. Hij liet een muur bouwen die liep van het Millobolwerk tot aan het paleis. In de loop der tijd werd David steeds machtiger, want de HEER, de God van de hemelse machten, stond hem terzijde. Koning Chiram van Tyrus stuurde afgezanten naar David en leverde hem cederhout en timmerlieden en steenhouwers voor de bouw van het paleis. David besefte dat de HEER hem als vorst over Israël had aangesteld, en hem ten behoeve van Israël, zijn volk, tot een machtig koning had gemaakt. Na zijn komst uit Hebron nam David nog meer vrouwen en bijvrouwen, afkomstig uit Jeruzalem, en kreeg hij nog meer zonen en dochters. Dit zijn de namen van de zonen die in Jeruzalem geboren werden: Sammua, Sobab, Natan en Salomo, Jibchar, Elisua, Nefeg en Jafia, en Elisama, Eljada en Elifelet.…
We gaan weer verder met David. Deze keer het verhaal over Saul, David, een stuk van een mantel, een gezalde en een eed. Luister nu de aflevering De gezalfde en de eed via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/121-de-gezalfde-en-de-eed of je eigen podcastapp. David trok zich met zijn mannen terug in de rotsholen in de buurt van Engedi. Toen Saul bij terugkeer van zijn veldtocht tegen de Filistijnen hoorde dat David zich in de woestijn bij Engedi bevond, koos hij drieduizend van de beste mannen van Israël uit en ging met hen in het rotsachtige gebied waar de steenbokken leven, op zoek naar David en zijn mannen. Onderweg kwam hij langs een spelonk die door een muurtje was afgeschermd. Daar ging hij naar binnen en hurkte neer om zijn behoefte te doen. En juist achter in die spelonk hadden David en zijn mannen zich verstopt. Davids mannen zeiden tegen hem: ‘Dit is je kans! Dit is het moment waar de HEER op doelde toen hij zei: “Ik zal je vijand aan je uitleveren; je kunt met hem doen wat je goeddunkt.”’ David stond op en sneed stilletjes een reep van Sauls mantel af. Zijn hart bonsde ervan, en hij zei tegen zijn mannen: ‘De HEER verhoede dat ik mijn koning, Gods gezalfde, iets zou aandoen en mijn hand tegen hem zou opheffen. Hij is immers door de HEER zelf als koning aangewezen.’ Zo maande David zijn mannen tot kalmte en weerhield hij ze ervan om Saul te overvallen. Saul was opgestaan en weer naar buiten gegaan. Nu haastte ook David zich naar buiten en riep hem achterna: ‘Mijn heer en koning!’ Toen Saul omkeek, knielde David neer, boog diep voorover en zei: ‘Waarom schenkt u gehoor aan de mensen die beweren dat ik u kwaad wil doen? Vandaag hebt u aan den lijve kunnen ondervinden dat de HEER u in die spelonk aan mij had overgeleverd. Ze zeiden dat ik u moest vermoorden, maar ik was met u begaan en ik zei bij mezelf dat ik mijn hand niet tegen mijn heer moest opheffen, omdat u immers de gezalfde van de HEER bent. Kijk zelf maar, vader, hier heb ik een stuk van uw mantel; ik heb een reep van uw mantel afgesneden, maar ik heb u niet vermoord. Ziet u wel dat ik niets kwaads of verkeerds tegen u in de zin heb? Ik heb u niets misdaan, maar u jaagt me op en staat me naar het leven. Laat de HEER beslissen wie van ons beiden in zijn recht staat en laat de HEER mij op u wreken; ik zal mijn hand niet tegen u opheffen. Zoals het oude spreekwoord luidt: Slechte mensen, slechte daden. Nee, ik zal mijn hand niet tegen u opheffen. Tegen wie is de koning van Israël eigenlijk uitgerukt? Op wie maakt u jacht? Een dode hond, een nietige vlo! De HEER zal uitspraak doen en beslissen wie van ons beiden in zijn recht staat. Hij zal mijn zaak onderzoeken en verdedigen en mij recht verschaffen tegenover u.’ Nadat David was uitgesproken, vroeg Saul: ‘Is het jouw stem die ik daar hoor, David, mijn zoon?’ Toen barstte hij in tranen uit en zei: ‘Jij staat meer in je recht dan ik, want jij hebt kwaad met goed vergolden. Je hebt zojuist getoond dat je het goed met me voorhebt: de HEER had me aan jou uitgeleverd, en toch heb je me niet gedood. Wie laat ooit zijn vijand gaan als hij hem op zijn weg vindt? Moge de HEER je belonen voor wat je vandaag voor mij hebt gedaan. Nu weet ik zeker dat jij koning zult worden en dat je het koningschap van Israël vast in handen zult houden. Maar zweer me bij de HEER dat je mijn nakomelingen niet zult uitroeien, zodat mijn naam binnen de familie behouden blijft.’ David zwoer wat Saul van hem vroeg. Toen ging Saul terug naar huis en David en zijn mannen trokken weer de bergen in.…
Deze week weer een meer traditionele aflevering. Een psalm. Een psalm geschreven door David. In deze psalm leren we weer een stukje David kennen. Is het een klaagzang? Is het Levensangst? Het is in ieder geval een stukje David. Luister nu de aflevering Echt kennen via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/120-echt-kennen of je eigen podcastapp. Psalm 6 Voor de koorleider. Bij snarenspel, op de wijs van De achtste. Een psalm van David. HEER, straf mij niet in uw woede, tuchtig mij niet in uw toorn. Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg. Genees mij, HEER, ik ben doodsbang, ik vrees voor mijn leven. Hoe lang, HEER, moet ik nog wachten? Keer terug, HEER, spaar toch mijn leven, toon mij uw trouw en red mij. Want doden noemen uw naam niet meer! Wie in het dodenrijk kan u nog loven? Moe ben ik van zuchten, elke nacht is mijn kussen nat, mijn bed doorweekt van tranen. Mijn ogen zijn gezwollen van verdriet, roodomrand van alles wat mij benauwt. Weg van mij, allen die kwaad doen! De HEER hoort hoe luid ik ween, de HEER hoort mijn roep om erbarmen, de HEER neemt mijn smeekbede aan. Beschaamd en doodsbang keren mijn vijanden om, in een oogwenk met schande bedekt.…
We krijgen nu wel eens de vraag of we niet iets anders kunnen doen dan David. Een psalm ofzo… Maar we zijn nog niet klaar met David. Dit is wel de laatste aflevering van de serie-in-serie De vrouwen van David. Ditmaal over Rispa, de vrouw die David van gedachten heeft veranderd. 2 Samuel 21:1-14 Tijdens de regering van David heerste er eens drie jaar achtereen hongersnood. David wendde zich tot de HEER, en de HEER antwoordde: ‘Het komt door Saul en zijn moordenaarsbende, omdat hij de Gibeonieten heeft gedood.’ De Gibeonieten namelijk behoorden niet tot het volk van Israël. Het waren overlevenden van de Amorieten, en de Israëlieten hadden hun gezworen dat ze hen met rust zouden laten, maar Saul had in zijn ijver voor Israël en Juda geprobeerd hen uit te roeien. David liet de Gibeonieten bij zich komen en vroeg hun: ‘Wat kan ik doen om het onrecht goed te maken dat u is aangedaan, zodat de vloek die er wegens u op Gods eigen land rust ongedaan wordt gemaakt?’ De Gibeonieten antwoordden: ‘Wij willen geen recht doen gelden op het goud en zilver van Saul en zijn familie en we hebben het recht niet om iemand uit Israël te doden.’ De koning zei: ‘Wat u ook vraagt, ik zal het u toestaan.’ ‘De man die ons heeft willen verdelgen en plannen heeft beraamd om ons uit heel Israël weg te vagen!’ antwoordden ze. ‘Lever zeven van zijn mannelijke nakomelingen aan ons uit, dan zullen wij die in Sauls woonplaats Gibea terechtstellen en ophangen ten overstaan van de HEER, die ooit Saul had uitverkozen.’ ‘Goed,’ zei de koning. Hij spaarde echter de zoon van Sauls zoon Jonatan, Mefiboset, vanwege de eed die David en Jonatan elkaar bij de HEER gezworen hadden. Daarom nam hij Armoni en Mefiboset, de twee zonen die Saul had gekregen bij Rispa, de dochter van Ajja, en de vijf zonen die Sauls dochter Merab had gekregen van Adriël, de zoon van Barzillai uit Mechola. Hij leverde hen uit aan de Gibeonieten, die hen boven op een berg ophingen ten overstaan van de HEER. Ze werden alle zeven tegelijk ter dood gebracht, in het begin van de oogsttijd, in de tijd van de gersteoogst. Rispa, de bijvrouw van Saul, spreidde een kleed op de rotsen en bleef daar van het begin van de oogsttijd totdat de eerste herfstregens vielen om overdag de aasvogels van de lijken te verjagen en ’s nachts de wilde dieren. Toen David hoorde wat Rispa had gedaan, liet hij het gebeente van Saul en diens zoon Jonatan weghalen bij de burgers van Jabes in Gilead. Die hadden immers heimelijk de lijken geborgen van Saul en Jonatan, die na de slag bij Gilboa door de Filistijnen waren opgehangen op het plein van Bet-San. Hij liet hun gebeente overbrengen naar Sela in Benjamin en begroef hen samen met de lijken van de gehangenen in het graf van Sauls vader Kis. Alles gebeurde zoals de koning het beval, en God liet zich ten gunste van het land vermurwen.…
Aflevering 3 van onze Reeks in reeks De vrouwen van David. En dit keer een van de bekendste liefdesverhalen (❤️) in de Bijbel. Althans, dat denken we. Het zit, zoals vaker, toch net weer wat anders. En David komt er wederom niet goed van af. Luister nu de aflevering Batseba via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/118-batseba of je eigen podcastapp. Bij het aanbreken van het voorjaar, de tijd waarin koningen gewoonlijk ten strijde trekken, stuurde David opnieuw een leger eropuit, onder leiding van Joab en zijn aanvoerders, om de Ammonieten te verslaan en Rabba te belegeren. Zelf bleef hij in Jeruzalem achter. Op een keer stond hij aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis. Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. Ze was heel mooi om te zien. Hij liet uitzoeken wie ze was, en men zei hem: ‘Dat is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van de Hethiet Uria.’ David liet haar bij zich komen en sliep met haar. (De voorgeschreven periode van onthouding na haar onreinheid was juist verstreken.) Daarna ging ze terug naar huis. Enige tijd later merkte ze dat ze zwanger was. Ze liet dat aan David berichten, waarop David aan Joab opdracht gaf om Uria naar hem toe te sturen. Uria meldde zich op bevel van Joab bij David, die hem vroeg hoe Joab en het leger het maakten en hoe het er met de oorlog voorstond. Vervolgens zei hij: ‘Ga naar huis en ontspan u wat.’ Toen Uria het paleis verliet, kreeg hij nog een geschenk van de koning mee. Maar Uria ging niet naar huis; hij bleef slapen in het poortgebouw van het paleis, bij de knechten van zijn heer. Toen men David verteld had dat Uria niet naar huis was gegaan, zei hij tegen hem: ‘U hebt toch een lange reis achter de rug. Waarom bent u niet naar huis gegaan?’ Uria antwoordde: ‘De ark en het leger van Israël en Juda zijn ondergebracht in hutten, opperbevelhebber Joab en zijn manschappen bivakkeren in het open veld; zou ik dan naar huis gaan om te eten en te drinken, en te slapen met mijn vrouw? Zo waar u leeft, dat doe ik niet!’ David zei tegen Uria: ‘Blijf ook vandaag nog hier, dan laat ik u morgen teruggaan.’ Uria bleef die dag dus nog in Jeruzalem. De dag daarop nodigde David hem bij zich aan tafel en voerde hem dronken. Toch ging Uria ’s avonds niet naar huis, maar legde zich opnieuw te slapen bij de knechten van zijn heer. [...]…
Aflevering 2 van onze Reeks in reeks (dit is hogere podcastkunde). We gaan verder met de vrouwen van David. En deze keer gaat het over Abigaïl. Helder van verstand en bloedmooi. En ze verzint een geniale list. Luister nu de aflevering Abigaïl via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/117-abigail of je eigen podcastapp. 1 Samuel 25 David trok verder, naar de woestijn van Paran. Nu woonde er in Maon iemand die zijn bedrijf in Karmel had. Hij was schatrijk: hij bezat drieduizend stuks schapen en duizend geiten. Hij was voor het scheren van de schapen naar Karmel gekomen. Zijn naam was Nabal en zijn vrouw heette Abigaïl. Zij had een helder verstand en was mooi om te zien; hij was hard en gewetenloos. Hij was een nakomeling van Kaleb. Toen David in de woestijn hoorde dat bij Nabal de schapen werden geschoren, stuurde hij tien van zijn knechten naar Karmel met de opdracht: ‘Ga naar Nabal en breng hem mijn groeten over. Zeg hem uit mijn naam: “Ik wens u en uw familie en uw bedrijf alle goeds, ook voor volgend jaar. Ik heb gehoord dat ze uw schapen aan het scheren zijn. Nu zit het zo: toen uw herders bij ons in de buurt waren, hebben we hen niet lastiggevallen; al die tijd dat ze hier in Karmel waren is hun niets ontvreemd. Vraag het uw knechten maar, zij zullen het u bevestigen. Ik hoop dat u op uw beurt mijn knechten goed zult behandelen, ze komen immers op een feestdag bij u. Daarom verzoek ik u beleefd om mijn knechten en mij, David, te geven wat u missen kunt.”’ Toen Davids knechten bij Nabal kwamen, brachten ze uit Davids naam dit alles over en wachtten af wat hij zou zeggen. Nabal antwoordde Davids knechten als volgt: ‘Wie is die David? Wie is die zoon van Isaï? Het wemelt vandaag de dag van de slaven die bij hun meester weggelopen zijn. Denken jullie heus dat ik mijn brood en mijn water en het vlees dat ik voor mijn scheerders heb laten klaarmaken aan de eerste de beste onbekende ga weggeven?’ Davids knechten gingen onverrichter zake terug en vertelden David wat Nabal had gezegd. Daarop beval David zijn mannen: ‘Te wapen!’ Allen gordden hun zwaard om, ook David zelf, en met vierhonderd man trokken ze onder aanvoering van David naar Karmel op; tweehonderd man bleven achter om het kamp te bewaken. [...]…
Net zoals vorige week duiken we dieper in de wereld van David. En daar horen ook de vrouwen van David bij. Dit is de eerste aflevering van een reeks in een reeks, namelijk de vrouwen van David. En in deze aflevering vertelt Wieteke het verhaal van Michal. Een van de vrouwen van David. Luister nu de aflevering Michalvia #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/116-michal of je eigen podcastapp.…
Deze week een podcast over Jonatan. We zitten midden in de Davidreeks, maar deze week zoomen we in op een randfiguur in de Davidverhalen. Alhoewel; randfiguur? Wellicht dacht David daar anders over. Luister nu de aflevering Jonatan via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/115-jonatan of je eigen podcastapp. 1 Samuel 13 Saul had drieduizend Israëlieten uitgekozen. Tweeduizend waren met hem gelegerd bij Michmas en het gebergte van Betel; duizend lagen er met Jonatan bij Gibea in Benjamin. De rest van het volk werd teruggestuurd naar huis. Jonatan versloeg de Filistijnse wachtpost in Gibea, … … Saul monsterde de mannen die bij hem waren gebleven. Het waren er zeshonderd. Saul en zijn zoon Jonatan waren met hun troepen gelegerd bij Gibea in Benjamin; de Filistijnen hadden hun kamp opgeslagen bij Michmas. … … In die tijd was in heel Israël geen smid te vinden. De Filistijnen wilden namelijk voorkomen dat de Hebreeën zwaarden of speren zouden maken. Alle Israëlieten moesten hun ploegscharen, hakken, bijlen en sikkels bij de Filistijnen laten slijpen. Dit kostte twee derde sjekel voor ploegscharen en hakken, en een derde sjekel voor bijlen en ossenprikken. Bij het uitbreken van de oorlog beschikte dus geen van de soldaten van Saul en Jonatan over een zwaard of een speer, alleen Saul zelf en zijn zoon Jonatan. 1 Samuel 18 Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. Saul nam David vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis. En Jonatan, die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem. 1 Samuel 31 Ondertussen leverden de Filistijnen slag met de Israëlieten. Het leger van Israël sloeg op de vlucht en velen sneuvelden in het Gilboagebergte. De Filistijnen drongen tot bij Saul en zijn zonen door en doodden zijn drie zonen Jonatan, Abinadab en Malkisua. … … Zo sneuvelden Saul, zijn drie zonen, zijn wapendrager en al zijn manschappen op een en dezelfde dag. 2 Samuel 1:17-27 Toen hief David een klaaglied aan over Saul en zijn zoon Jonatan. Hij heeft gezegd dat alle Judeeërs dit lied, het Lied van de boog, moesten leren. Het staat opgetekend in het Boek van de oprechte: ‘Als een gevelde hinde, Israël, ligt jouw trots gesneuveld op je heuvels. Ach, dat je helden moesten vallen! Maak het niet bekend in Gat, roep het niet rond in Askelon; laat niet de Filistijnse vrouwen zich verheugen, de dochters van die onbesnedenen niet juichen. Bergen van Gilboa, draag geen dauw meer, duld geen regen op je hooggelegen velden: daar ligt het heldenschild, vertrapt, het schild van Saul, vergeten en verwaarloosd. Nooit keerde de boog van Jonatan terug zonder het bloed van verslagenen, zonder het vet van helden; het zwaard van Saul bleef nimmer onverzadigd. Saul en Jonatan, de geliefden en beminden, bij leven niet te scheiden, en onafscheidelijk verbonden in de dood. Sneller dan een arend waren ze, en sterker dan een leeuw. O dochters van Israël, treur om Saul! Rijk bewerkt scharlaken gaf hij je te dragen, door hem werd je getooid met sieraden van goud. Ach, dat de helden in de oorlog moesten vallen! Jonatan ligt gesneuveld op de heuvels. Het verdriet verstikt me, Jonatan, je was mijn broeder, en mijn beste vriend. Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen. Ach, dat de helden moesten vallen, dat jullie, wapens in de strijd van Israël, verloren moesten gaan!’…
En we zijn terug. Door de kerstperiode en een keelontsteking zijn we even uit de running geweest. Maar we zijn terug! En we gaan verder met onze David reeks. Dit keer een klassieker. David en Goliat. Het verhaal dat iedereen wel eens heeft gehoord. Maar kent iedereen het wel? Luister nu de aflevering David & Goliat via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/114-david-en-goliat-david-deel-2 of je eigen podcastapp. 2 Samuel 17 De Filistijnen bereidden opnieuw een oorlog voor. Ze verzamelden zich in Socho in Juda en sloegen hun kamp op in Efes-Dammim, tussen Socho en Azeka. Saul riep het leger van Israël op en sloeg zijn kamp op in de Terebintenvallei. Daar stelden ze zich op tegenover de Filistijnen: op de ene helling stonden de Filistijnen en op de andere de Israëlieten; het dal lag tussen hen in. Uit de gelederen van de Filistijnen trad een kampvechter naar voren, een zekere Goliat uit Gat, een man van ruim zes el lang. Hij had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een bronzen schubbenpantser dat wel vijfduizend sjekel woog. Ook zijn scheenplaten waren van brons, evenals het kromzwaard dat over zijn schouder hing. De schacht van zijn lans was zo dik als de boom van een weefgetouw en de punt was gemaakt van zeshonderd sjekel ijzer. Een schildknecht ging voor hem uit. In het dal bleef de Filistijn staan en riep de Israëlieten toe: ‘Waarom zouden jullie optrekken en slag leveren? Ik ben een vrije Filistijn, en jullie zijn maar slaven van Saul! Kies iemand uit jullie midden en laat hem hier beneden komen. Als hij me aankan en me verslaat, zullen wij aan jullie onderworpen zijn, maar als ik hem aankan en hem versla, zullen jullie aan ons onderworpen zijn en ons als slaven dienen. Hierbij daag ik het leger van Israël uit om me iemand te sturen met wie ik een tweegevecht kan houden.’ Bij het horen van deze woorden stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik. David was een zoon van Isaï uit Betlehem, dat in de streek Efrata in Juda ligt. Deze Isaï had acht zonen. Hijzelf was in de tijd van Saul al te oud om nog onder de wapenen te gaan, maar zijn drie oudste zonen trokken met Saul ten strijde. De oudste heette Eliab, de tweede Abinadab en de derde Samma. David was de jongste. Zijn drie oudste broers waren met Saul ten strijde getrokken, en hij ging heen en weer tussen het kamp van Saul en Betlehem, waar hij de kudde van zijn vader hoedde. Ondertussen trad de Filistijn elke ochtend en elke avond naar voren, veertig dagen lang, en bleef dan staan wachten. [...]…
Na onze series over Simson, Farao en de Hemel hebben we nu een reeks over David. Zoals Wieteke zei: David is als kerstmis. Je denkt te weten wat er staat, maar als je het leest denk je: Hè is dit David? De komende weken zullen we het ervaren. Luister nu de aflevering David deel 1 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/113-david-deel-1 of je eigen podcastapp. 1 Samuel 16 De HEER vroeg aan Samuel: ‘Hoe lang blijf je nog treuren om Saul, die ik als koning van Israël verworpen heb? Kom, vul je hoorn met olie en ga voor mij naar Isaï in Betlehem, want een van zijn zonen heb ik als koning uitgekozen.’ ‘Hoe kan ik dat nu doen?’ wierp Samuel tegen. ‘Saul zal me vermoorden als hij het hoort.’ De HEER antwoordde: ‘Neem een jonge koe mee en zeg dat je bent gekomen om de HEER een offer te brengen. Nodig Isaï uit voor het offermaal, dan zal ik je laten weten wat je doen moet. Wie ik je aanwijs, die moet je voor mij zalven.’ Samuel deed wat de HEER had gezegd. Toen hij in Betlehem aankwam, kwamen de oudsten van de stad hem ongerust tegemoet en vroegen: ‘Uw komst is toch geen slecht teken?’ ‘Wees gerust,’ antwoordde Samuel. ‘Ik ben gekomen om de HEER een offer te brengen. Reinig u en neem met mij deel aan het offermaal.’ Ook Isaï en zijn zonen nodigde hij uit, en aan hen voltrok hij persoonlijk de reiniging. Bij hun aankomst viel zijn oog meteen op Eliab, en hij zei bij zichzelf: Hij die daar klaarstaat is vast en zeker degene die de HEER wil zalven. Maar de HEER zei tegen Samuel: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’ Toen riep Isaï Abinadab en stelde hem aan Samuel voor, maar die zei: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ Isaï stelde Samma voor, maar weer zei Samuel: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan Samuel voor, maar telkens zei Samuel dat dit niet degene was die de HEER gekozen had. ‘Zijn dit alle zonen die u hebt?’ vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de schapen en de geiten.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de HEER zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuel weer naar Rama. De geest van de HEER had Saul verlaten; in plaats daarvan stuurde de HEER hem een kwade geest, die hem kwelde. Zijn hovelingen zeiden tegen hem: ‘Het is duidelijk dat u door een kwade geest wordt gekweld. U hebt maar te bevelen, heer, en uw dienaren staan klaar om iemand voor u te zoeken die lier kan spelen. Hij kan dan muziek voor u maken wanneer u door de kwade geest van God wordt bezocht; dat zal u goeddoen.’ ‘Doe dat,’ zei Saul. ‘Zoek iemand voor me uit die goed kan spelen en laat hem bij me komen.’ ‘Ik weet iemand die goed kan spelen,’ zei een van de hovelingen. ‘Hij is een zoon van Isaï uit Betlehem. Hij behoort tot een voorname familie en is een goed krijgsman, en hij is welbespraakt en goedgebouwd. Bovendien staat de HEER hem bij.’ Saul stuurde boden naar Isaï met het verzoek: ‘Stuur me uw zoon David, die uw schapen en geiten hoedt.’ Isaï gaf zijn zoon David voor Saul een ezel beladen met brood mee, en ook een zak wijn en een geitenbokje. Zo kwam David bij Saul in dienst. Saul raakte zeer op hem gesteld en benoemde hem tot zijn wapendrager. Aan Isaï liet hij vragen: ‘Ik ben zeer tevreden over uw zoon. Mag hij voorgoed bij mij in dienst komen?’ En steeds wanneer de geest van God Saul overmande, nam David zijn lier en tokkelde op de snaren. Dat luchtte Saul op en het deed hem goed: de kwade geest liet hem dan voor even met rust.…
Deze week de laatste aflevering van onze reeks over de hemel. In deze aflevering gaat het over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. En we gaan veel boeken door: Jesaja, 2 Petrus en Openbaringen. Luister nu de aflevering Hemel deel 5 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/112-hemel-deel-5 of je eigen podcastapp. Jesaja 65:17-25 Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich om wat ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde. Dan zal ik over Jeruzalem jubelen en mij verblijden over mijn volk. Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt. Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten; in wat zij bouwen zal geen ander wonen, van wat zij planten zal geen ander eten. Want de jaren van mijn volk zullen zijn als de jaren van een boom; mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen. Zij zullen zich niet tevergeefs afmatten en geen kinderen baren voor een verschrikkelijk lot. Zij zullen, met heel hun nageslacht, een volk zijn dat door de HEER is gezegend. Ik zal hun antwoorden nog voor ze mij roepen, ik zal hen verhoren terwijl ze nog spreken. Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt de HEER. --- Jesaja 66:22-24 Zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die ik maak zullen voortbestaan – spreekt de HEER –, zo zullen jullie naam en jullie nageslacht voortbestaan. Elke nieuwemaan en elke sabbat opnieuw zal alles wat leeft hierheen komen om zich voor mij neer te buigen – zegt de HEER. Bij het verlaten van de stad zien ze de lijken van hen die tegen mij in opstand kwamen: de worm die aan hen knaagt zal niet sterven, en het vuur waarin ze branden zal niet doven; ze worden verafschuwd door alles wat leeft. --- 2 Petrus 3:10-14 De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht. Als dit allemaal op die manier te gronde gaat, hoe heilig en vroom moet u dan niet leven, u die uitziet naar de dag van God en het aanbreken daarvan bespoedigt! Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op, en de elementen vatten vlam en smelten weg. Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door hem te worden aangetroffen. --- Openbaringen 21:1-4 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. […] Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ --- Openbaringen 21:22-26 Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht. […] Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam.…
De hemel deel 4 alweer. Dit keer een stuk van de bergrede. Een erg bekende tekst. Maar als je hem goed leest, dan komt het toch een beetje sektarisch over… Luister nu de aflevering Hemel deel 4 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/111-hemel-deel-4 of je eigen podcastapp. Matteüs 5:3-16 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten. Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.…
We zijn aangekomen bij deel 3 van de hemel. Deze keer heeft Wieteke het over "de heer van de hemelse machten". God aan het hoofd van een leger vol engelen? Of toch iets anders? Luister nu de aflevering Hemel deel 3 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/110-hemel-deel-3 of je eigen podcastapp. Matteus 24:29-31 Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.…
Deze week de tweede aflevering van onze serie over de hemel. En in deze aflevering vindt er een verhuizing plaats. God wordt verhuisd naar de hemel. Hoe dat zit? Luister nu de aflevering Hemel deel 2 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/109-hemel-deel-2 of je eigen podcastapp. 1 Koningen 8:27-50 Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan u niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor u heb gebouwd. HEER, mijn God, hoor het smeekgebed van uw dienaar aan en luister naar de verzuchtingen die ik vandaag tot u richt. Wees dag en nacht opmerkzaam op wat er gebeurt in deze tempel, de plaats waarvan u zelf hebt gezegd dat daar uw naam zal wonen, en verhoor het gebed dat ik naar deze tempel richt. Luister naar de smeekbeden die uw dienaar en uw volk Israël naar deze tempel richten, aanhoor ons gebed vanuit de hemel, uw woonplaats, aanhoor ons en schenk ons vergeving. Wanneer iemand een ander kwaad heeft gedaan en deze van hem eist dat hij een vervloeking over zichzelf uitspreekt, en wanneer hij dan naar uw altaar in deze tempel komt om zichzelf te vervloeken, aanhoor hem dan vanuit de hemel en grijp in. Spreek recht over uw dienaren, verklaar de boosdoener schuldig en geef hem zijn verdiende straf, maar spreek de onschuldige vrij en herstel hem in zijn recht. [...]…
We hebben een nieuwe reeks:. De komende weken gaan we het hebben over de hemel. De hemel; veel mensen hebben er grootse ideeën bij. Maar hoe zit het eigenlijk in de bijbel met die hemel. Wat staat er nou? We beginnen deze week bij het begin; Vers 1 van Genesis 1. Luister nu de aflevering Hemel deel 1 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/108-hemel-deel-1 of je eigen podcastapp. Genesis 1:1-8 en 14-23 en 26-28 In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. … God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag. … God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’…
Deze week geen feest in de hemel (luister ook zeker de aflevering van vorige week terug). Bijbelteksten kun je niet beter een op een op onze tijd leggen. Maar soms komt er een tekst voorbij waarbij je dat toch onwillekeurig doet. De grote droogte van Jeremia is er zo een. Het is niet een vrolijk verhaal, maar er zit wederom veel wijsheid en waarheid in. Luister nu de aflevering De grote droogte via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/107-de-grote-droogte of je eigen podcastapp. Jeremia 14:1-10 Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Jeremia naar aanleiding van de grote droogte: ‘Juda treurt, de steden kwijnen weg, in het zwart gehuld zit de bevolking op de grond, jammerklachten klinken uit Jeruzalem. De rijken sturen hun knechten om water. Ze komen bij de putten, maar water vinden ze niet. Met lege kruiken keren ze terug. Verslagen en beschaamd houden ze het hoofd bedekt. Het land is dor en uitgedroogd, want de regens bleven uit. De boeren staan verslagen, ze houden het hoofd bedekt. Ja, zelfs de hinde in het veld laat het jong dat ze wierp in de steek, want er is geen groen. Op kale heuvels happen wilde ezels als jakhalzen naar adem. Hun ogen breken, want er is geen gras.’ ‘HEER, al getuigen onze wandaden tegen ons, grijp toch in omwille van uw naam. Talloze malen waren wij U ontrouw, wij hebben tegen U gezondigd. Bron van hoop voor Israël, redder in tijden van nood, waarom bent U als een vreemdeling in dit land, als een reiziger die maar één nacht blijft? Waarom bent U als een radeloze man, als een soldaat die ons niet kan redden? U bent toch in ons midden, HEER, wij behoren U toch toe? Laat ons niet in de steek.’ ‘De HEER zegt over dit volk: Maar al te graag dwalen ze weg, ze sparen hun voeten niet. De HEER schept geen behagen meer in hen. Nu brengt Hij hun wandaden in rekening, nu bestraft Hij hun zonden.’…
Deze week kregen we het verzoek om een aflevering te maken naar aanleiding van een poster. Deze poster had de tekst: Er is een feest in de hemel, als jij op Gods uitnodiging ingaat! (Lucas 15 vers 10). Wieteke las de tekst en het bleek toch net iets genuanceerder te liggen. Luister nu de aflevering Feest in de hemel via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/106-feest-in-de-hemel of je eigen podcastapp. Alle tollenaars en zondaars kwamen Hem opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” Zo, zeg Ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’ Ben je benieuwd hoe de poster eruit ziet? Bekijk hem hier: https://www.stevan.nl/…
En we zijn weer terug!!! De podcastvakantie heeft iets langer geduurd dan normaal, maar we hebben nu een schitterende aflevering voor je klaar staan. Eentje over Psalm 119, dat bekend staat als het gebed zonder einde. 176 verzen... Een nieuwe serie? In deze aflevering in ieder geval de eerste acht verzen. Nog maar 168 verzen te gaan. Psalm 119 Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER, gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart. Zij bedrijven geen onrecht, maar gaan de wegen die hij wijst. Uw regels hebt u gegeven opdat wij ons eraan houden. Laat toch mijn wegen recht zijn, ik wil mij houden aan uw wetten. Ik zal nooit beschaamd staan als ik uw geboden in acht neem. Ik zal u loven met een oprecht hart als ik uw rechtvaardige voorschriften leer. Ik zal mij houden aan uw wetten – verlaat mij dan niet voorgoed.…
Deel 4 van onze faraoreeks. Deze keer gaat het over vrouwen, vreemde vrouwen. Een verhaal dat ons moet waarschuwen voor de vreemde vrouwen. Want als zelfs koning Salomo ervoor valt, dan moeten we opletten. Luister nu de aflevering Farao deel 4 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/104-farao-deel-4 of je eigen podcastapp. 1 Koningen 11:1-13 Koning Salomo beminde vele buitenlandse vrouwen: behalve de dochter van de farao beminde hij ook vrouwen uit Moab, Ammon, Edom en Sidon, en Hethitische vrouwen. Ze waren afkomstig uit de volken waarover de HEER tegen de Israëlieten had gezegd: ‘Jullie mogen je niet met hen inlaten en zij mogen zich niet met jullie inlaten, anders zullen zij jullie ertoe verleiden hun goden te gaan dienen.’ Juist tot die vrouwen voelde Salomo zich aangetrokken. Hij had zevenhonderd hoofdvrouwen en driehonderd bijvrouwen, en deze vrouwen maakten hem ontrouw: op zijn oude dag verleidden zij hem ertoe andere goden te gaan dienen en was hij de HEER, zijn God, niet meer met hart en ziel toegedaan zoals zijn vader David dat was geweest. Salomo zocht zijn heil bij Astarte, de godin van de Sidoniërs, en Milkom, de gruwelijke god van de Ammonieten. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER en was de HEER niet zo trouw als zijn vader David. Zo liet hij op een heuvel in de buurt van Jeruzalem een offerplaats maken ter ere van Kemos, de gruwelijke god van Moab, en ter ere van Moloch, de gruwelijke god van de Ammonieten. Voor al zijn buitenlandse vrouwen maakte hij eigen offerplaatsen, zodat zij wierook konden branden en offers konden brengen voor hun goden. De HEER werd woedend op Salomo, omdat hij ontrouw was geworden aan hem, de God van Israël, die hem tot tweemaal toe was verschenen en hem uitdrukkelijk had verboden zich met andere goden in te laten. Omdat Salomo zich niet hield aan wat de HEER hem bevolen had, zei de HEER tegen hem: ‘Het is met jou zover gekomen dat je het verbond met mij niet in acht neemt en je niet houdt aan de bepalingen die ik je heb opgelegd. Daarom zal ik het koningschap van je losscheuren en het aan een van je ondergeschikten geven. Maar omwille van je vader David zal ik wachten tot na je dood, en pas je zoon het koningschap ontnemen. En omwille van mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem, de stad die ik heb uitgekozen, zal ik je zoon niet het hele koninkrijk ontnemen; één stam zal ik hem laten houden.’…
En we zijn bij deel drie van onze reeks over farao aangekomen. En intussen zijn we bij Exodus, Mozes en de plagen aangeland. En dit keer gaat het over hoe farao eigenlijk een speelbal van God is. God heeft farao nodig. Hoe dat zit? Luister nu aflevering 103 van Gelukkig de mens. Exodus 10:1-29 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar de farao, want ik heb hem en zijn hovelingen zo halsstarrig gemaakt om in Egypte al deze wonderen te kunnen doen. Ook wil ik dat jij aan je kinderen en kleinkinderen kunt vertellen hoe hard ik tegen de Egyptenaren ben opgetreden en welke wonderen ik bij hen heb verricht. Dan zullen jullie inzien dat ik de HEER ben.’ Mozes en Aäron gingen naar de farao en zeiden: ‘Dit zegt de HEER, de God van de Hebreeën: Hoe lang blijft u nog weigeren u aan mij te onderwerpen? Laat mijn volk gaan om mij te vereren. Weigert u mijn volk te laten gaan, dan stuur ik morgen sprinkhanen op uw rijk af. Die zullen het land in zulke dichte zwermen bedekken dat er geen stukje grond meer te zien is. Ze zullen het weinige dat er na de hagel is overgeschoten opvreten en alle bomen die weer uitgelopen zijn kaalvreten. Uw paleis en de huizen van uw hovelingen en van alle andere Egyptenaren zullen er vol mee komen te zitten. Zoiets is op aarde nog nooit voorgevallen, eerdere generaties hebben zoiets nooit meegemaakt.’ Hierna keerde Mozes zich om en verliet het paleis. De hovelingen zeiden tegen de farao: ‘Hoe lang moet die man ons nog in de ellende storten? Laat die Israëlieten toch gaan om de HEER, hun God, te vereren. Ziet u dan nog steeds niet in dat Egypte zo te gronde gaat?’ Daarop werden Mozes en Aäron opnieuw bij de farao gebracht, en nu zei deze: ‘Ga de HEER, jullie God, dan maar vereren. Maar wie gaan er eigenlijk mee?’ Mozes antwoordde: ‘We gaan met jong en oud, met onze zonen en dochters, en we nemen ook onze schapen, geiten en runderen mee, want we gaan ter ere van de HEER een feest vieren.’ ‘Ik zou jullie nog eerder de hulp van de HEER toewensen,’ zei de farao, ‘dan dat ik jullie met je kinderen laat gaan! Jullie zijn niet veel goeds van plan. Het gebeurt niet! Alleen de mannen mogen gaan om de HEER te vereren. Dat is toch wat jullie wilden?’ En hij liet hen uit het paleis wegjagen. Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Strek je arm uit over Egypte, dan komen er sprinkhanen, die alle planten zullen opvreten die de hagel heeft overgelaten.’ Mozes strekte zijn staf uit over Egypte, en toen liet de HEER die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het land waaien. Toen de morgen aanbrak, had de wind de sprinkhanen aangevoerd. In grote zwermen streken ze in heel Egypte neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest en nooit zal er meer zo’n plaag komen. Overal zag de grond zwart van de sprinkhanen. Ze vraten alle planten en vruchten op die de hagel had overgelaten, zodat er nergens in Egypte aan bomen of planten nog iets groens te bekennen viel. Haastig ontbood de farao Mozes en Aäron. ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER, uw God, en tegen u,’ zei hij. ‘Vergeef me mijn zonde nog deze ene keer en bid de HEER, uw God, dat hij mij nog van deze ene dodelijke plaag verlost.’ Hierop verliet Mozes het paleis en bad tot de HEER. En de HEER liet de wind draaien en aanzwellen tot een krachtige westenwind, die de sprinkhanen de Rietzee in joeg. In heel Egypte bleef geen sprinkhaan [...]…
En we gaan verder met deel twee van onze faraoreeks. Deze keer een stukje tekst dat normaal niet zo zorgvuldig gelezen wordt. Maar dat doen wij natuurlijk wel. En dan krijg je ook de schaduwzijde van de Bijbel te lezen. Luister nu de aflevering Farao deel 2 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/102-farao-deel-2 of je eigen podcastapp. Genesis 47 Daarop ging Jozef naar de farao en deelde hem mee dat zijn vader en broers uit Kanaän waren gekomen, met hun schapen, geiten en runderen en met alles wat ze verder bezaten, en dat ze nu in Gosen waren. Vijf van zijn broers had hij meegenomen en hij stelde hen aan de farao voor. ‘Wat is uw beroep?’ vroeg de farao, en zij antwoordden: ‘Wij zijn schaapherders, net als onze voorouders.’ En ze vervolgden: ‘Uw dienaren zijn hierheen gekomen om een tijdlang in dit land te wonen, want er is in Kanaän geen weidegrond meer voor onze schapen en geiten; zo erg is de hongersnood daar. Geef uw dienaren daarom toestemming om in Gosen te gaan wonen.’ Toen zei de farao tegen Jozef: ‘Nu uw vader en uw broers naar u toe zijn gekomen, kunnen ze in Egypte blijven. Laat hen in het beste deel van het land wonen, laten ze zich in Gosen vestigen. En zijn er mannen bij die, naar u weet, hun vak verstaan, belast die dan met het toezicht over mijn veestapel.’ Hierna bracht Jozef zijn vader Jakob bij de farao en stelde hem aan de farao voor. Jakob begroette hem met een zegenwens. De farao vroeg hem naar zijn leeftijd en Jakob antwoordde: ‘Honderddertig jaar heb ik nu op aarde rondgezworven. Mijn leven, dat ellendig is geweest, heeft nog maar kort geduurd, ik heb nog niet zo lang op aarde rondgezworven als mijn voorouders.’ Toen nam Jakob met een zegenwens afscheid van de farao. Jozef gaf zijn vader en zijn broers een stuk grond in het beste deel [...]…
We gaan weer voor een nieuwe reeks! Onze vorige reeks over Simson (aflevering 96 t/m 99) was een groot succes. Dus dachten we, op naar de volgende. En deze keer gaan we het hebben over farao's. En dit begint in Genesis 12. Daar komt de eerste om de hoek kijken. Luister nu de aflevering Farao deel 1 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/101-farao-deel-1 of je eigen podcastapp. Eens brak er in het land hongersnood uit. Abram trok naar Egypte om daar tijdelijk te gaan wonen, want de hongersnood was zeer zwaar. Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zei hij tegen zijn vrouw Sarai: ‘Luister, ik weet heel goed dat jij een mooie vrouw bent. Als de Egyptenaren je zien, zullen ze denken: Dat is zijn vrouw, en dan zullen ze jou in leven laten, maar mij zullen ze doden. Zeg daarom dat je mijn zuster bent, dan kom ik er dankzij jou misschien goed vanaf en loopt mijn leven geen gevaar.’ Inderdaad was Abram nog maar nauwelijks in Egypte of de Egyptenaren zagen dat Sarai een bijzonder mooie vrouw was. Ook de officieren van de farao merkten haar op. Ze vertelden de farao zo enthousiast over haar dat hij de vrouw naar zijn paleis liet overbrengen. En vanwege haar werd Abram door de farao met geschenken overladen: hij kreeg schapen en geiten, runderen, ezels, slaven en slavinnen, ezelinnen en kamelen. Maar de HEER trof de farao en zijn hof met zware plagen om wat er gebeurd was met Abrams vrouw Sarai. Toen ontbood de farao Abram. ‘Wat hebt u mij aangedaan!’ zei hij. ‘Waarom hebt u me niet verteld dat ze uw vrouw is? Waarom hebt u gezegd dat ze uw zuster is? Nu heb ik haar tot vrouw genomen. Hier is uw vrouw weer, neem haar mee en verdwijn!’ En op bevel van de farao werd Abram, met zijn vrouw en al zijn bezittingen, onder geleide het land uit gebracht.…
De honderdste aflevering (💯) van Gelukkig de mens. We hebben 100 afleveringen van deze podcast gemaakt. En elke aflevering stond een Bijbeltekst centraal. Dus hoe kunnen we dat beter vieren dan met een podcast over… een niet Bijbeltekst. Deze week leest Wieteke uit het boek Jubileeën, ook wel het kleine Genisis genoemd. Want ja, 100 podcasts, dat is natuurlijk een jubileum. Deze aflevering heet jubileum. Luister nu de aflevering via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/100-jubileum of je eigen podcastapp. En op naar de 200!…
En we zijn aanbeland bij de laatste aflevering over onze held Simson. En in deze aflevering komt de befaamde Delila om de hoek kijken. Hij wordt gevangen genomen, zijn haar wordt afgeschoren en hij sterft. Wieteke leest Rechters 16 en hierin horen we hoe het afloopt met onze Simson. Mocht je de vorige afleveringen niet geluisterd hebben, dan kunnen we aanbevelen om dat te doen (begin dan bij aflevering 96; Simson deel 1). [...]…
Kinnebak… Kinnebak; dat is het woord waar Wieteke als klein meisje op aansloeg. En dit woord komt terug in het derde verhaal over Simson. Daarnaast hebben we deze week vossen, fakkels, en wederom een bokje. Wieteke leest Rechters 15 en hierin horen we hoe het verder gaat met onze held Simson. Mocht je de vorige afleveringen niet geluisterd hebben, dan kunnen we aanbevelen om dat te doen (afleveringen 96 en 97). Niet lang daarna, in de tijd van de tarweoogst, wilde Simson zijn vrouw een bezoek brengen. Hij had een geitenbokje voor haar meegenomen. ‘Ik wil graag mijn vrouw bezoeken in haar eigen vertrek,’ zei hij, maar haar vader weigerde hem de toegang. ‘Ik was er vast van overtuigd dat je niets meer van haar wilde weten,’ zei hij. ‘Daarom heb ik haar aan een ander gegeven. Maar haar jongere zuster is nog mooier dan zij. Waarom zou je die niet nemen in haar plaats?’ Toen zei Simson: ‘Ik zal ze krijgen, die Filistijnen. En deze keer valt mij niets te verwijten!’ Hij ging weg, ving driehonderd vossen en legde fakkels klaar. De vossen bond hij twee aan twee met de staarten aan elkaar, steeds met een fakkel ertussen. Toen stak hij de fakkels aan en stuurde de vossen de korenvelden van de Filistijnen in. Zo stak hij alles in brand, niet alleen de korenschoven en het koren dat nog op de akker stond, maar ook de wijngaarden en de olijfgaarden. De Filistijnen wilden weten wie daarvoor verantwoordelijk was. Toen ze erachter kwamen dat Simson het had gedaan, omdat zijn schoonvader hem zijn vrouw had afgenomen en haar aan een ander had gegeven, staken ze het huis van Simsons schoonvader in Timna in brand, zodat Simsons vrouw en haar vader in de vlammen omkwamen. Toen zei Simson: ‘O, gaat het er hier zo aan toe? Dan zal ik niet rusten voor ik me gewroken heb!’ En hij sloeg er ongenadig op los en maakte talloze slachtoffers. Daarna trok hij zich terug onder een overhangende rots bij Etam. De Filistijnen vielen daarop Juda binnen, sloegen hun kamp op bij Lechi en begonnen zich van daar te verspreiden. De Judeeërs vroegen hun waarom ze hun gebied waren binnengevallen en kregen als antwoord: ‘We zijn gekomen om Simson gevangen te nemen. We willen hem betaald zetten wat hij ons heeft aangedaan.’ Toen gingen drieduizend Judeeërs naar Simsons rotshol bij Etam. ‘Hoe kon je ons dit aandoen?’ vroegen ze. ‘Je weet toch dat de Filistijnen hier de baas zijn!’ Maar Simson zei: ‘Ik heb hun alleen betaald gezet wat zij mij hebben aangedaan.’ ‘We zijn gekomen om je gevangen te nemen,’ zeiden de Judeeërs. ‘We gaan je uitleveren aan de Filistijnen.’ ‘Zweer me dan dat jullie me niet zullen doden,’ zei Simson. ‘Nee, daar is geen sprake van,’ verzekerden ze hem. ‘We binden je vast en leveren je aan hen uit, maar doden zullen we je niet.’ Ze boeiden hem met twee nieuwe touwen, leidden hem uit zijn rotshol en brachten hem naar Lechi, waar de Filistijnen juichend op hem afstormden. Toen voer de geest van de HEER in hem. De touwen waarmee hij was gebonden leken wel vlas dat wegschroeit in het vuur, zo makkelijk vielen ze van zijn armen en zijn polsen. Hij zag een ezelskaak liggen; het bot was nog hard. Hij raapte het op en sloeg er duizend man mee dood. ‘Met een ezelskaak heb ik hun botten gekraakt. Met een ezelskaak heb ik er duizend geraakt!’ riep hij uit, en gooide het bot weer weg. Hij noemde die plek Ramat-Lechi. Hij had ondertussen erge dorst gekregen, en daarom riep hij tot de HEER: ‘Aan u, Heer, heb ik deze geweldige overwinning te danken. Moet ik nu sterven van de dorst en alsnog in handen vallen van die onbesnedenen?’ Toen liet God in de kom van het dal bij Lechi de aarde openbarsten. Er kwam water uit en Simson dronk ervan, zodat hij weer helemaal op krachten kwam. En hij noemde die bron, die tot op de dag van vandaag bij Lechi is te vinden, En-Hakkore. Tijdens de Filistijnse overheersing trad Simson twintig jaar lang op als rechter.…
Dit is de tweede aflevering over onze held Simson. In deze aflevering trouwt hij (en het is niet met Delila). Maar hij verscheurt ook een leeuw met z'n blote handen en dood nog even dertig man. Er gebeurt veel. Mocht je de eerste gemist hebben, luister die dan eerst. Aflevering is 96. Simson - Deel 1 En wil je ook zo'n groot trouwfeest van 7 dagen: kijk dan eens op de website van @Dopersduin (www.dopersduin.nl) en boek. Als een feest van zeven dagen iets te gortig is, dan kun ook gewoon een keer in een vakantie komen of als bed & breakfast gast… Rechters 14 Op een keer ging Simson naar Timna. Daar viel zijn oog op een Filistijns meisje. Toen hij thuiskwam vertelde hij zijn ouders: ‘Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien. Ik zou willen dat u haar voor mij ten huwelijk vraagt.’ Maar zijn ouders zeiden: ‘Waarom zoek je een bruid bij die onbesneden Filistijnen? Er is onder de dochters van je verwanten toch wel een vrouw voor je te vinden, of in elk geval onder de meisjes van ons eigen volk.’ ‘Nee, vader,’ antwoordde Simson. ‘Dit meisje moet u voor me vragen, want zij bevalt me.’ Zijn ouders wisten niet dat het de HEER was die hierop aanstuurde, omdat hij een aanleiding zocht om de strijd met de Filistijnen aan te gaan. De Filistijnen waren in die tijd namelijk heer en meester in Israël. Simson ging met zijn vader en moeder op weg naar Timna. In de buurt van de wijngaarden van Timna kwam opeens een leeuw brullend op hem af. Toen voer de geest van de HEER in hem en met zijn blote handen verscheurde hij de leeuw, alsof het een geitenbokje was. Maar tegen zijn vader en moeder sprak hij er met geen woord over. Hij vervolgde zijn weg en sprak met het meisje, en zij beviel hem nog steeds. Niet lang daarna maakte hij de reis opnieuw, nu om haar tot vrouw te nemen. Onderweg verliet hij even het pad om naar de dode leeuw te kijken. Daar zag hij dat zich in het kadaver een zwerm bijen had genesteld, en dat er honing in zat. Met zijn blote handen haalde hij de honing eruit, en al etend liep hij terug naar zijn ouders. Hij gaf hun er ook wat van te eten, maar hij zei er niet bij dat hij die honing uit het kadaver van een leeuw had gehaald. Zijn vader ging naar het ouderlijk huis van het meisje. Simson gaf daar een feest, want zo hoorde dat wanneer een jongeman ging trouwen. Na de kennismaking werden dertig van zijn leeftijdsgenoten uitgekozen om het feest bij te wonen. Simson zei tegen hen: ‘Laat ik jullie een raadsel opgeven. Als jullie me binnen de zeven dagen van dit feest de oplossing vertellen, krijgen jullie alle dertig een stel onder- en bovenkleren van mij. Maar als jullie de oplossing niet kunnen vinden, krijg ik van jullie dertig stel onder- en bovenkleren.’ ‘Afgesproken!’ antwoordden ze. ‘Laat je raadsel maar horen.’ Toen zei Simson: ‘Het is sterk en het verslindt altijd, nu biedt het een maal van zoetigheid.’ Na drie dagen hadden ze de oplossing nog niet gevonden. Daarom zeiden ze op de vierde dag tegen Simsons vrouw: ‘Jij moet je man overhalen om ons de oplossing van het raadsel te vertellen, anders steken we jullie huis in brand zodat jij en je familie in de vlammen omkomen. Wat denken jullie wel! Hebben jullie ons soms uitgenodigd om ons tot de bedelstaf te brengen?’ Snikkend viel Simsons vrouw haar man om de hals en verweet hem: ‘Je houdt niet van me, het lijkt wel of je een hekel aan me hebt. Je hebt mijn stadsgenoten een raadsel opgegeven maar mij niet eens de oplossing verteld.’ ‘Die heb ik zelfs niet aan mijn eigen vader en moeder verteld,’ zei Simson. ‘Waarom zou ik het dan aan jou verklappen?’ Maar de hele feestweek door bleef ze hem in tranen verwijten maken, en op de zevende dag gaf hij ten slotte toe, zo had ze hem met haar verwijten bestookt. Ze vertelde de oplossing van het raadsel door aan haar stadsgenoten, en die stelden op die zevende dag, vlak voor zonsondergang, aan Simson de wedervraag: [...]…
We zijn weer terug! En we gaan wat nieuws proberen. De komende weken gaan we een reeks maken. We zullen in 4 afleveringen het verhaal van Simson vertellen (je weet wel, die van Simson en Delila). Deze week Simson - deel 1. Rechters 13 Weer deden de Israëlieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde de HEER hen veertig jaar lang over aan de Filistijnen. In die tijd leefde er in de omgeving van Sora een zekere Manoach, die tot de stam Dan behoorde. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen. Op een dag verscheen bij haar een engel van de HEER. ‘Tot nu toe was u onvruchtbaar en hebt u geen kinderen gekregen,’ zei hij. ‘Maar nu zult u zwanger worden en een zoon baren. Onthoud u daarom van wijn en andere drank en eet geen voedsel dat onrein is. U zult zwanger worden en een zoon krijgen. Zijn haar mag nooit door een scheermes worden aangeraakt, want hij zal al vanaf de moederschoot als nazireeër aan God gewijd zijn. Hij zal een begin maken met de bevrijding van Israël uit de greep van de Filistijnen.’ De vrouw ging naar haar man en vertelde hem dat er een godsman bij haar was geweest. ‘Hij zag er bijzonder ontzagwekkend uit,’ zei ze, ‘het leek wel een engel van God. Ik heb hem niet gevraagd waar hij vandaan kwam en hij heeft me zijn naam niet gezegd. Hij zei tegen me dat ik zwanger zou worden en een zoon zou krijgen. Van nu af aan mag ik geen wijn of andere drank drinken en niets onreins eten, want onze zoon zal vanaf de moederschoot tot aan de dag van zijn dood als nazireeër aan God gewijd zijn.’ ...…
En op deze stille zaterdag was Wiebe zijn stem kwijt. Toch lastig als je wilt podcasten. Maar goed, gelukkig hadden we vorig jaar ook al een podcast over Pasen gemaakt. En heel toevallig is dat dezelfde tekst als die dit jaar op het leesrooster staat. Zodoende een heruitzending van de aflevering van een jaar geleden. Deze aflevering gaat over een ongemakkelijk stuk in de bijbel: Pasen. Maar waarom is het ongemakkelijk? Luister nu deze aflevering van @gelukkigdemens en je komt erachter. Luister nu de aflevering Ongemak via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/52-ongemak-heruitzending of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke Johannes 20:1-18 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. De leerlingen gingen terug naar huis. Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had.…
Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Daarmee begint de tekst van Jesaja 53. En er zit veel in deze tekst. Deze week heet de aflevering Wie kan geloven. Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/95-wie-kan-geloven In de aflevering heeft Wieteke het over de podcast over Job. Wil je dezer nog keer luisteren, zoek dan aflevering 75 Echte vrienden of open deze deze link: https://www.gelukkigdemens.nl/75-echte-vrienden/ En voor wie meer wil weten over de Servent Poems, lees hier meer op wikipedia (alleen in het Engels): https://en.wikipedia.org/wiki/Servant_songs Jesaja 53 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op.…
Soms heb je medelijden. Medelijden met mensen die zo hun best doen, maar dat het toch niet goed genoeg is. Of beter gezegd, dat ze het toch niet goed begrepen hebben. Jesaja 58 is zo'n tekst. Deze week heet de aflevering Oordeelloos. Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/94-oordeelloos Jesaja 58:1-12 Roep luidkeels, zonder je in te houden, verhef je stem als een ramshoorn. Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend, aan het volk van Jakob zijn zonden. Zeker, ze zoeken mij dag aan dag, vol verlangen om te ontdekken wat ik wil, zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft en het recht van zijn goden niet verzaakt. En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften en verlangen naar Gods nabijheid. ‘Waarom ziet u niet dat wij vasten, en merkt u niet op dat wij ons onthouden? Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven en jullie arbeiders afbeulen, omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën en vol vuur met elkaar op de vuist gaan. Als je op die manier vast, wordt je stem niet gehoord in de hemel. Zou dat het vasten zijn dat ik verkies? Is dat een dag van onthouding: dat iemand het hoofd buigt als een riet en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof? Noemen jullie dat soms vasten, is dat een dag die de HEER behaagt? Is dit niet het vasten dat ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen? Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult voorspoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de HEER vormt je achterhoede. Dan geeft de HEER antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’ Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur. De HEER zal je voortdurend leiden, hij zal je verkwikken in dorre streken, hij maakt je botten sterk en krachtig. Je zult zijn als een goed bevloeide tuin, als een bron waarvan het water nooit opdroogt. Je eigen mensen zullen weer opbouwen wat al eeuwenlang verwoest ligt; fundamenten, door vroegere generaties gelegd, zullen weer worden hersteld. Dan zal men je noemen ‘Hersteller van muren’, ‘Herbouwer van straten’.…
Sommige gedeelten van de bijbel zijn niet te begrijpen. Vandaag leest Wieteke een stuk dat regelrechte wartaal lijkt. Maar is dat het ook? Deze aflevering heeft de titel "Wartaal". Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/93-wartaal 2 Korintiërs 5:11-21 Vervuld van ontzag voor de Heer, proberen we iedereen te overtuigen. God weet precies wie en wat wij zijn; hopelijk weet u het ook wanneer u te rade gaat bij uw geweten. We bevelen onszelf niet opnieuw aan, maar geven u de mogelijkheid trots op ons te zijn, zodat u zich kunt verdedigen tegen wie zich op uiterlijke zaken laat voorstaan in plaats van op innerlijke. Zijn we in extase, dan is het voor God; zijn we bij zinnen, dan is het voor u. Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt. Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook Christus niet, die we vroeger wel volgens die maatstaven beoordeelden. Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd. Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen. God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden.…
In deze aflevering stelt God zich voor. Misschien denk je dat je hem al kent en dat het duidelijk is wie God is. Maar uit deze aflevering blijkt dat het nog niet zo eenduidig is. Weet God het eigenlijk zelf wel? Deze heet: Indenteit en is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/92-identiteit Exodus 6:2-7 God zei tegen Mozes: ‘Ik ben de HEER. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam HEER heb ik niet aan hen bekendgemaakt. Ik heb met hen mijn verbond gesloten en Kanaän aan hen beloofd, het land waarin zij als vreemdeling hebben gewoond. Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord, en dat heeft mij aan die belofte herinnerd. Daarom moet je dit tegen hen zeggen: “Ik ben de HEER. Ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen. Ik zal jullie aannemen als mijn volk, en ik zal jullie God zijn. En jullie zullen inzien dat ik, de HEER, jullie God ben, die jullie bevrijdt van de last die je door de Egyptenaren is opgelegd.…
Het is een gekke tijd. De wereld staat in brand. Misschien kunnen we de overdenking van deze week nog wel meer gebruiken dan anders… Hij gaat over misschien wel het mooiste onderwerp dat in de bijbel staat: De liefde. Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/91-de-liefde 1 Korintiërs 13 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde…
Hoge bomen vangen veel wind. Wat fijn dat de meeste van ons gewoon mens zijn. Gewoon een mens, net als Jezus. Deze aflevering heeft de titel "Gewoon mens". Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/90-gewoon-mens Lucas 4:1-13 Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen bleef en door de duivel op de proef gesteld werd. Al die tijd at Hij niets, en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. De duivel zei tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen.”’ Toen bracht de duivel Hem naar een hooggelegen plaats en liet Hem in één ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien. De duivel zei tegen Hem: ‘Ik geef U de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil; als U in aanbidding voor mij neervalt, zal dat allemaal van U zijn.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem.”’ De duivel bracht Jezus naar Jeruzalem, zette Hem op het hoogste punt van de tempel en zei tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal Hij opdracht geven om over U te waken.” En ook: “Op hun handen zullen zij U dragen, zodat U uw voet niet zult stoten aan een steen.”’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er is gezegd: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ Toen de duivel Jezus aan al deze beproevingen had onderworpen, ging hij voor een tijd bij Hem vandaan.…
Deze week leest Wieteke twee delen uit een kleiner bijbelboek, namelijk Habakuk. Deze aflevering heeft de titel "Naar beneden vloeken". Hij is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/89-naar-beneden-vloeken Habakuk 1: 2-4 Hoe lang nog, HEER, moet ik om hulp roepen en luistert u niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt u geen redding? Waarom toont u mij dit onheil en ziet u zelf de ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht. De wet wordt ondermijnd, het recht krijgt niet langer zijn loop, de wettelozen verdringen de rechtvaardigen, het recht wordt verdraaid. Habakuk 3:16-19 Ik hoorde dit alles en ik beefde vanbinnen, ik vernam het en mijn lippen trilden. Mijn botten werden aangevreten, ik stond te trillen op mijn benen, wachtend op de dag van het onheil, de dag dat u optrekt tegen het volk dat ons aanviel. Al zal de vijgenboom niet bloeien, al zal de wijnstok niets voortbrengen, al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen, al zal er geen koren op de akkers staan, al zal er geen schaap meer in de kooien zijn en geen rund meer binnen de omheining – toch zal ik juichen voor de HEER, jubelen voor de God die mij redt. God, de HEER, is mijn kracht, hij maakt mijn voeten snel als hinden, hij laat mij over mijn bergen gaan.…
Mam, geloof jij in G O D? Dit was een vraag die Wieteke ooit bij het ontbijt van haar achtjarige zoon kreeg. In deze aflevering van Gelukkig de mens gaat het over deze vraag. Luister nu de nieuwste aflevering "Boom aan stromend water". De aflevering is te beluisteren via #spotify, #applepodcasts, #googlepodcasts, www.dopersduin.nl/podcast of www.gelukkigdemens.nl/88-boom-aan-stromend-water Jeremia 17:5-10 Dit zegt de HEER: Vervloekt wie op een mens vertrouwt, wie zijn kracht ontleent aan stervelingen, wie zich afkeert van de HEER. Hij is als een struik in een dorre vlakte, hij merkt de komst van de regen niet op. Hij staat in een steenwoestijn, in een verzilt en verlaten land. Gezegend wie op de HEER vertrouwt, wiens toeverlaat de HEER is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht. Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient.…
"Ik heb een heel zwaar leven". Brigitte Kaandorp beschreef het al eens in een nummer. En soms valt het ook allemaal niet mee en is het zwaar. In de bijbel zijn er ook prachtige gedichten over geschreven. Deze week leest Wieteke bijvoorbeeld Klaagliederen, het derde lied: Hoop en wanhoop. De aflevering is te beluisteren via #spotify (ja we zitten er nog steeds op), #applepodcasts, #googlepodcasts, www.dopersduin.nl/podcast of www.gelukkigdemens.nl/87-misschien-is-er-hoop Ik ben de mens die te lijden heeft onder de stok van zijn toorn. Hij leidt mij en voert mij – in een lichtloos duister. Tegen mij heft hij zijn hand op, steeds opnieuw, dag na dag. Mijn vlees en mijn huid doet hij wegteren, en al mijn botten breekt hij. Hij sluit mij in en omringt me met gif en tegenspoed. Hij laat mij in duisternis wonen, als de doden van eeuwen her. Hij trekt een muur rond mij op, ik kan er niet uit; zwaar zijn mijn bronzen ketenen. Al schreeuw ik en roep ik om hulp, hij wil mijn gebed niet horen. Hij verspert mij de weg met rotsblokken, mijn paden maakt hij krom. Als een beer loert hij op mij, als een leeuw in het verborgene. Hij dringt me opzij, hij verscheurt me en verwoest mijn leven. Hij spant zijn boog en kiest mij als doelwit voor zijn pijlen. Hij treft mij in het hart met de pijlen uit zijn koker. Dag na dag moet ik het ontgelden in het spotlied van mijn volk. Hij verzadigt mij met bittere kruiden, hij geeft me alsem te drinken in overvloed, hij laat me mijn tanden stukbijten op stenen, hij drukt mij neer in het stof. Mijn leven is verstoken van vrede, geluk is mij vreemd geworden. Steeds denk ik: Verdwenen is mijn glans, vervlogen mijn hoop op de HEER. Gedenk mijn nood en mijn zwervend bestaan, de alsem en het gif. Telkens als ik mijn lot overdenk, ben ik diep terneergeslagen. Toch geef ik de hoop niet op, want hieraan houd ik vast: Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd. Goed is de HEER voor wie hem zoekt en alles van hem verwacht. Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt. Goed is het als een mens zijn juk draagt in zijn jeugd. Laat hij neerzitten, eenzaam en geduldig, als het hem wordt opgelegd. Laat hij zich neerwerpen en stof likken, misschien is er hoop. Laat hij zijn wang bieden aan wie hem slaat, laat hij verzadigd raken van hoon. Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig. Luister hier Brigitte Kaandorp - Ik heb een heel zwaar leven: https://www.youtube.com/watch?v=BFugEoNNUFc…
Deze week een verhaal als een sprookje. Het sprookje van Sadrach, Mesach en Abednego en de boze koning Nebukadnessar. Het is een wat langere tekst, maar wel een mooie. Dus ga er even goed voor zitten en geniet. Luister nu de podcast via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts of www.gelukkigdemens.nl/86-Sprookje Daniël 3:1-30 Op een dag gaf koning Nebukadnessar opdracht een gouden beeld te maken, zestig el hoog en zes el breed, en hij liet het opstellen in de provincie Babel, in de vlakte van Dura. Vervolgens ontbood hij de satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies; ze moesten de inwijding bijwonen van het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht. De satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies kwamen bijeen om het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht in te wijden. Ze stelden zich op voor het door Nebukadnessar opgerichte beeld. Een heraut riep met luide stem: ‘Volken en naties, welke taal u ook spreekt, luister naar dit bevel. Zodra u de muziek hoort van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten, valt u op uw knieën neer en buigt u in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar heeft opgericht. Wie niet neerknielt en buigt, zal onmiddellijk in een brandende oven worden gegooid.’ En dus knielden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, zodra ze de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp en andere instrumenten hoorden, en bogen zij in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht. [...]…
Die evangelisten waren toch briljante schrijvers. Hoe briljant? Deze week leest Wieteke een tekst van Lucas. In deze tekst wordt gespeeld met de situatie, de voorkennis en de rol van Jezus. Hoe dat zit? Luister nu de podcast via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts of www.gelukkigdemens.nl/85-balanceren-op-een-slap-koord. Lucas 4:14-21 Vervuld met de kracht van de Geest keerde Jezus terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: 'De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht. Hij zei tegen hen: ‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’…
Nooit gedacht dat het in een bijbelpodcast nog eens over Pokémon zou gaan. Maar daar zijn we dan. Deze aflevering van Gelukkig de mens heet Pokémon. Wat heeft de bijbel met dit tv programma te maken? Wat doen die kleine monstertjes in deze podcast? Luister en kom erachter. Deze aflevering is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/84-pokemon. Deze week leest Wieteke 1 Korintiërs 12:1-6 Over de gaven van de Geest, broeders en zusters, wil ik u het volgende zeggen. Zoals u weet was u in de tijd dat u nog niet geloofde volledig in de ban van de afgoden, die taal noch teken geven. Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan door toedoen van de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en niemand kan zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt.…
We zijn weer terug. Dat het maar een mooi jaar mag worden met vele podcasts. Deze week hebben we een tekst van Jesaja. Een tekst over hoop, over troost en een groter verhaal. Deze aflevering heet Kusje erop en is nu te beluisteren via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts en www.gelukkigdemens.nl/83-kusje-erop. Jesaja 40:1-11 Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de HEER heeft ontvangen. Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. De luister van de HEER zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De HEER heeft gesproken!’ Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’ En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen? De mens is als gras, teer als een bloem in het veld. Het gras verdort en de bloem verwelkt wanneer de adem van de HEER erover blaast. Ja, als gras is dit volk.’ Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit. Als een herder weidt Hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, Hij vlijt ze tegen zijn borst, en zorgzaam leidt Hij de ooien.…
🎄Gelukkig kerstfeest!🎄 Deze week een podcast met een klein kerstrandje. Een kerststal in een donkere winternacht… Verder lopen door de nacht. De sneeuw die kraakt onder je voeten. De kou om je heen. Is dit geloven? Geloven in de Bijbel? Psalm 131 `HEER, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen. Nee, ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht. Als een kind op de arm van zijn moeder, als een kind is mijn ziel in mij. Ik hoop op de HEER, van nu tot in eeuwigheid.…
Voordat u gaat luisteren, een waarschuwing uit de aflevering van deze week: Misschien moet u deze podcast maar niet luisteren, want wie weet brengt het u op ideeën. Deze week een wat onbekender bijbelboek, namelijk dat van Micha. En in dit boek ligt de oorsprong waarom Jezus uit Betlehem kwam. Maar dit verhaal is misschien niet het verhaal wat we over Jezus willen worden. Maar goed, we hebben u gewaarschuwd. Deze week leest Wieteke Micha 5:1-5 Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede. Wanneer Assyrië ons land binnenvalt en zijn voet in onze paleizen zet, zullen wij zeven herders doen opstaan, ja, acht vorsten uit mensen gekozen. Met het zwaard zullen zij Assyrië kaalslaan, met blinkende wapens Nimrod vernietigen. Hij zal ons bevrijden van Assyrië wanneer het ons land binnenvalt en onze grenzen overschrijdt.…
Hoe komt verwachting in de wereld? Wat verwacht je, wat verwacht je niet en hoe komt dat? Deze vraag is al zo oud als de Bijbel. En ja, ook Jezus had verwachtingen. Welke? Luister deze week naar Gelukkig de mens, aflevering 80: Verwachting. Deze week leest Wieteke Matteüs 11:2-15 Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar hem toe met de vraag: ‘Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.’ Toen ze weer vertrokken, begon Jezus met de mensen over Johannes te spreken: ‘Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuiven van het riet in de wind? Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is, verkeert in koninklijke kringen. Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet. Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen.” Ik verzeker jullie: er is onder allen die uit een vrouw geboren zijn nooit iemand opgetreden die groter was dan Johannes de Doper; maar in het koninkrijk van de hemel is de kleinste nog groter dan hij. Sinds de dagen van Johannes de Doper wordt het koninkrijk van de hemel door geweld bedreigd en proberen sommigen er zelfs met geweld beslag op te leggen. Want de profetieën van alle profeten en van de wet reiken tot de dagen van Johannes. En voor wie het wil aannemen: hij is Elia die komen zou. Laat wie oren heeft goed luisteren!…
Deze week hebben we maar liefst twee bijbelteksten in de aanbieding. Eentje van het oude testament en eentje van het nieuwe. En beiden gaan over de eindtijd en de verlossing die daarbij hoort. Zodoende de titel van deze aflevering: Verlossing. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/79-Verlossing of je eigen podcastapp. Zacharia 14:1-9 Er komt een dag dat de HEER zal ingrijpen, Jeruzalem, dat de buit binnen je muren wordt verdeeld. Ik zal alle volken samenbrengen – zegt de HEER – om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken. De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid. Daarna zal de HEER uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer. Die dag zal hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west. Jullie zullen wegvluchten, het dal in tussen die twee bergketens die zullen reiken tot aan Asel, zoals jullie ook gevlucht zijn bij de aardbeving in de tijd dat koning Uzzia regeerde over Juda. En de HEER, mijn God, zal verschijnen met al de zijnen. Op die dag zal er geen licht zijn; de hemellichamen verliezen hun glans. Op die ene dag, die alleen de HEER kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren. Als die tijd aanbreekt, zal er in Jeruzalem zuiver water ontspringen: de ene helft zal in het oosten in zee uitmonden en de andere helft in het westen, zowel in de zomer als in de winter. En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam. Lucas 21:20-28 Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is. Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen. De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is. Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister. Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’…
De meeste van ons kennen het begin: In het begin… Maar met welke woorden eindigd de Bijbel. Wieteke zocht het op en ze werd niet heel blij… Deze aflevering heeft de titel: Het einde Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/78-het-einde of je eigen podcastapp. Openbaringen 22:18-21 Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn. Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’ Amen. Kom, Heer Jezus! De genade van onze Heer Jezus zij met u allen.…
De kern van dingen Bij de tempel De gift Meer is beter! Meer geven aan goede doelen is beter dan minder geven. Althans, is dat zo? Gaat het om hoeveel je geeft? Of gaat het om de intentie, de manier waarop je geeft? Deze week in Gelukkig de mens een tekst van Marcus over een arme vrouw die een offer brengt in de tempel. Deze aflevering heeft de titel: De gift. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/77-de-gift of je eigen podcastapp. Marcus 12:41-44 Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’…
Wat is nou de samenvatting van de Bijbel? Wat als je hele bijbel in een tegeltjeswijsheid moet vatten. Wieteke brandt haar handen er liever niet aan. Maar gelukkig heeft Jezus dit al gedaan. Deze week in Gelukkig de mens: Marcus 12:28-34 met een samenvatting van de Bijbel. Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.…
Deze week hebben we een schitterende tekst van Job. Een tekst die gaat over vriendschap, oordelen, er onvoorwaardelijk voor elkaar zijn. Wat doe je als de wereld van een dierbare instort? Wijs je de les, luister je, oordeel je? Is het de eigen schuld? Of niet? Maakt het iets uit?Luister deze week naar wat Job overkomen is en hoe hij en zijn vrienden daarmee omgaan. Job 19:1-22 Hierop antwoordde Job: ‘Hoe lang blijven jullie mij nog pijnigen, hoe lang nog martelen met woorden? Keer op keer beschimpen jullie mij, is het geen schande mij zo te vernederen? Als ik werkelijk gedwaald heb, dan is het toch míjn dwaling? Als jullie werkelijk jezelf zoveel beter wanen en mijn vernedering terecht vinden, weet dan dat God zich tegen mij gekeerd heeft, dat hij zijn netten om mij samentrekt. Ik schreeuw: “Onrecht!” – maar krijg geen antwoord. Ik roep om hulp – maar vind geen recht. Mijn weg verspert hij met een muur, de paden die ik ga hult hij in duisternis. Hij heeft me van mijn eer beroofd, de kroon is van mijn hoofd genomen. Hij heeft mij omvergehaald, ik lig terneer; mijn hoop heeft hij ontworteld als een boom. Hij is in woede tegen mij ontstoken en heeft mij tot zijn aartsvijand gemaakt. Zijn troepen hebben zich verzameld en banen zich een weg naar mij, ze slaan hun kampen op rondom mijn tent. Mijn verwanten heeft hij van mij verwijderd, ik word verloochend door mijn vrienden. Mijn familie ziet mij onverschillig aan, mijn vertrouwelingen kennen mij niet meer. Ik ben een gast voor mijn bedienden en slavinnen, een vreemdeling ben ik voor hen geworden. Ik roep mijn slaaf, hij antwoordt niet, ik moet hem smeken. Mijn vrouw walgt van mijn adem, mijn eigen broers deinzen terug omdat ik stink. Zelfs jongeren verachten mij, ze spreken smalend als ik opsta. Ik word verafschuwd door mijn naaste vrienden, ieder die ik liefheb keert zich tegen me. Mijn botten steken door mijn magere vel, alleen het vege lijf heb ik behouden. Heb medelijden, vrienden, heb medelijden met mij, want de hand van God heeft mij getroffen. Waarom vervolgen jullie mij, zoals God? Waarom houden jullie nooit op mij te belasteren?…
De tekst van deze week gaat over vertrouwen. Wat als het vertrouwen er niet meer is? Hoe krijg je het vertrouwen weer terug? Wieteke leest deze week de tekst van Jesaja 59. Deze aflevering heeft de titel: Vertrouwen. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/74-Vertrouwen of je eigen podcastapp. De arm van de HEER is niet te kort om te redden, zijn gehoor niet te zwak om te luisteren – jullie wangedrag is het dat jullie en je God uit elkaar heeft gedreven; door jullie zonden houdt hij zich verborgen en wil hij je niet meer horen. Want jullie handen zijn besmeurd met bloed, je vingers bezoedeld door wandaden, je lippen spreken leugens, je tong prevelt bedrog. Geen aanklacht is nog zuiver, geen rechtszaak wordt eerlijk gevoerd. Ze vertrouwen op leegte en spreken bedrieglijke taal, ze zijn zwanger van onrecht en baren misdaad. Ze broeden slangeneieren uit, ze weven spinnenwebben. Wie hun eieren eet zal eraan sterven; als er een wordt ingedrukt, komt er een adder uit. Hun spinnendraden zijn ongeschikt voor kleding, wat zij maken kan niet worden aangetrokken. Hun daden zijn heilloze daden, hun handen staan naar geweld. Hun voeten snellen naar het kwaad, ze haasten zich om onschuldig bloed te vergieten. Hun plannen zijn heilloze plannen, verwoesting en rampspoed vergezellen hen. De weg van de vrede kennen ze niet, waar zij gaan is geen recht te ontdekken. Ze begeven zich op kronkelpaden; wie daarop wandelt kent geen vrede. Daarom blijft het recht ver van ons en is gerechtigheid voor ons onbereikbaar. Wij hopen op licht, maar het is duister, op een sprankje licht, maar we dolen in het donker. We tasten als blinden langs de muur, we tasten rond als iemand die niets kan zien. Op klaarlichte dag struikelen we alsof het schemert, in de kracht van ons leven lijken we dood. Wij allen grommen als beren, we klagen en kreunen droevig als duiven. Wij hopen op recht, maar het is er niet, op redding, maar ze blijft ver van ons. Want talloos zijn onze misdaden jegens u, onze zonden getuigen tegen ons. We zijn ons van onze misdaden bewust en erkennen ons wangedrag: we zijn opstandig en de HEER ontrouw, we zijn afvallig van onze God, we zijn belust op bedrog en onderdrukking, zwanger van leugens brengen we onwaarheid voort. Het recht is verdrongen en de gerechtigheid blijft ver van ons; de waarheid struikelt op straat en de oprechtheid krijgt nergens toegang. Zo laat de waarheid verstek gaan, en wie het kwaad wil mijden, wordt uitgebuit.…
Vorige week hadden we het over een tekst waar je door het stof van de eeuwen heen moest luisteren om echt te begrijpen waar het over gaat. Maar dat is van alle tijden. Zelfs in de bijbel schreven ze hier al over. Luister of lees bijvoorbeeld de tekst van deze week van Jesaja. Jesaja 29:13-16 De Heer zegt: Omdat dit volk mij naar de mond praat, mij slechts met de lippen dient, terwijl hun hart ver bij mij vandaan is; omdat hun ontzag voor mij louter plicht is, slechts aangeleerd en door mensen opgelegd – daarom zal ik opnieuw wonderen verrichten voor dit volk, indrukwekkende wonderen en grootse daden. De wijsheid van wijzen zal hun dan niet baten, het verstand van verstandigen houdt zich verborgen. Wee degenen die hun ware bedoelingen diep verborgen houden voor de HEER; die alles doen in duisternis en zeggen: ‘Wie ziet ons? Wie weet wat wij doen?’ Jullie draaien de zaken om! Is de klei soms meer dan de pottenbakker? Kan het maaksel over zijn maker zeggen: ‘Hij heeft mij niet gemaakt’? Of het aardewerk over de pottenbakker: ‘Hij brengt er weinig van terecht’?…
Soms zijn er Bijbelteksten die niet meer van deze tijd lijken. Zo ook de tekst van vandaag over scheiden. Wat moet je vandaag de dag nog met zo'n tekst... Maar goed zoals we vaker zeggen: verhalen die eeuwenlang mensen hebben gedragen verliezen niet zo maar hun betekenis. Er zit wijsheid in, en leven. Je moet alleen wel door het stof van eeuwen heen willen leren luisteren. En dat is precies wat er deze aflevering gebeurt. We luisteren door 21 eeuwen stof heen. Deze aflevering heet 21 eeuwen. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/72-21-eeuwen of je eigen podcastapp. Marcus 10:1-12 Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. Er kwamen ook farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen. Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft dat voor u opgeschreven omdat u zo harteloos en koppig bent. Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ In huis stelden de leerlingen hem hier weer vragen over. Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’…
Soms kom je bij een vriend voor goede raad. En dan krijg je 9 van de 10 keer precies dat te horen wat je eigenlijk niet wilt horen. Herkenbaar? Je bent niet de enige. Dit is al zo oud als de bijbel. Kijk bijvoorbeeld eens naar de tekst die Wieteke vandaag bespreekt. Deze 71 aflevering heet heel toepasselijk Wijze Raad. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/71-Wijze-Raad of je eigen podcastapp. Marcus 10:17-22 Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.’ Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.…
Een vroege ochtendwandeling was de aanleiding voor deze podcast. De tekst van Psalm 19 kwam bij Wieteke op. Een tekst over de grootsheid van de schepping. Psalm 19 De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank. Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon: een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat, een held die vrolijk voortrent op zijn weg. Aan het ene einde van de hemel komt hij op, aan het andere einde voltooit hij zijn loop, niets blijft voor zijn gloed verborgen. De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de HEER is helder: licht voor de ogen. Het ontzag voor de HEER is zuiver, houdt stand, voor altijd. De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al. Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. Uw dienaar laat zich erdoor verlichten, wie ze opvolgt wordt rijk beloond. Maar wie kan al zijn fouten kennen? Spreek mij vrij van verborgen zonden. Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde. Laten de woorden van mijn mond u behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, HEER, mijn rots, mijn bevrijder.…
Zoek mij in de chaos. Dat is de zin die bij Wieteke opkwam toen ze na de vakantie de gang vol met chaos zag liggen. Een zin uit Jesaja 45. Of zit het toch anders… Jesaja 45:18-22 Dit zegt de HEER, die de hemel geschapen heeft – hij is God! –, die de aarde gemaakt en gevormd heeft en die haar heeft gegrondvest – niet als chaos schiep hij de aarde, maar om te bewonen heeft hij haar gevormd: Ik ben de HEER, er is geen ander. Ik heb niet in het verborgene gesproken, ergens in een duister oord, ik heb Jakobs nageslacht niet gevraagd: ‘Zoek mij in de chaos.’ Nee, ik ben de HEER, al wat ik zeg is rechtvaardig, wat ik aankondig is waarachtig. Laten de ontkomen volken zich verzamelen, laat hen allen naderbij komen. Wie een houten godenbeeld ronddraagt, heeft geen verstand. Wie bidt er nu tot een god die niet redt? Kom hier, overleg met elkaar en vertel: Wie heeft dit van meet af aan laten horen, wie heeft het lang tevoren aangekondigd? Was ik dat niet, de HEER? Buiten mij is er geen god. Alleen ik ben een rechtvaardige God, alleen ik breng redding. Keer terug naar mij en laat je redden, ook jullie aan de einden der aarde; want ik ben God, er is geen ander.…
🚨KRAAKALERT🚨: deze week zit er in de podcast af en toe een kraakje in het geluid. Dus wees niet bang; uw telefoon of computer doet het gewoon nog. Maar dat u het even weet. Deze week leest Wieteke over Mozes en probeert ze de vraag te beantwoorden: Wat is God eigenlijk? Hoe ziet ie eruit? Deze tekst geeft wellicht wat aanknopingspunten. Deze aflevering heet Die ene stem. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/68-die-ene-stem of je eigen podcastapp. Deuteronomium 4:1-20 Luister dus, Israël, naar de wetten en de regels waarin ik u onderwijs en kom ze na. Dan blijft u in leven en kunt u het land in bezit nemen dat de HEER, de God van uw voorouders, u zal geven. Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God. […] Wees gewaarschuwd en neem u zorgvuldig in acht, zodat u nooit vergeet wat u met eigen ogen hebt gezien, maar de herinnering daaraan levendig houdt en alles aan uw kinderen en kleinkinderen doorvertelt. Vertel ze hoe u bij de Horeb voor de HEER, uw God, verscheen, nadat hij tegen mij aangezien u geen gedaante hebt gezien toen de HEER u op de Horeb vanuit het vuur toesprak, moet u zich zorgvuldig in acht nemen: misdraag u niet door een godenbeeld te maken, een afbeelding van welk wezen dan ook, man of vrouw, of van een dier dat op het land leeft of van de vogels in de lucht, van kruipende dieren of van vissen in het water onder de aarde. En als u omhoog kijkt en de zon, de maan en de sterren ziet, al die lichten aan de hemel, laat u er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielen en te vereren wat de HEER, uw God, voor de andere volken op aarde heeft bestemd. Want u bent door de HEER uitgekozen en uit de smeltoven van Egypte weggehaald om hem als zijn eigen volk toe te behoren, zoals nu het geval is. #bezinning #overdenking #bijbel #mozes #kraakalert #stem #god…
En we zijn terug van vakantie. Alhoewel Wieteke is nog op vakantie. En in haar chalet heeft ze deze aflevering opgenomen. En ze kwam bij de vraag: hoe doe je dat eigenlijk als je dominee bent en op vakantie gaat. Stop je even met geloven? Stop je even met bidden? Zo makkelijk is dat nog niet. Misschien heeft Psalm 116 een oplossing. Deze aflevering heet Bidden. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/67-bidden of je eigen podcastapp. Psalm 116 De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. Toen riep ik de naam van de HEER: ‘HEER, red toch mijn leven!’ De HEER is genadig en rechtvaardig, onze God is een God van ontferming, de HEER beschermt de eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd. Kom weer tot rust, mijn ziel, de HEER is je te hulp gekomen. Ja, u hebt mijn leven ontrukt aan de dood, mijn ogen gedroogd van tranen, mijn voeten voor struikelen behoed. Ik mag wandelen in het land van de levenden onder het oog van de HEER. Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik: ‘Ik ben diep ongelukkig.’ Al te snel dacht ik: Geen mens die zijn woord houdt. Hoe kan ik de HEER vergoeden wat hij voor mij heeft gedaan? Ik zal de beker van bevrijding heffen, de naam aanroepen van de HEER en mijn geloften aan de HEER inlossen in het bijzijn van heel zijn volk. Met pijn ziet de HEER de dood van zijn getrouwen. Ach, HEER, ik ben uw dienaar, uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares: u hebt mijn boeien verbroken. U wil ik een dankoffer brengen. Ik zal de naam aanroepen van de HEER en mijn geloften aan de HEER inlossen in het bijzijn van heel zijn volk, in de voorhoven van het huis van de HEER, binnen uw muren, Jeruzalem. Halleluja!…
Dit is de laatste aflevering voor de zomerstop. En wat voor een. In deze aflevering behandelt Wieteke een wonder. Namelijk het lopen over water. Kan niet? Tja het is niet voor niets een wonder. Johannes 6:16-21 Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot en ze werden bang. Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden.…
Deze week is de influencer Wieteke aan het woord (met haar eigen podcast). Ze leest een tekst van 's werelds eerste influencer; Mozes. Deze aflevering heet De influencer. Deuteronomium 8:1-6 Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen. #bijbel #podcast #overdenking #bezinning #influencer #mozes #volgers…
Heel binnenkort starten de AKC kampen weer (kijk eens bij de club. Zeker de moeite waard). Deze week haalt Wieteke een herrinnering van een zeilkamp op. Ze moest eraan denken toen ze de tekst van deze week las. Deze aflevering heet Genade. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/64-genade of je eigen podcastapp. 2 Korintiërs 12:5-9 Wat mijzelf betreft zal ik me slechts op mijn zwakheid laten voorstaan. En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van mij hoort en ziet, niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt.…
En we hebben weer een nieuwe aflevering online. Deze week bespreekt Wieteke Psalm 85. De aflevering heeft de titel: Alsof God bestaat. Psalm 85 U bent uw land genadig geweest, HEER, u keerde het lot van Jakob ten goede, nam de schuld van uw volk weg en bedekte al zijn zonden. U bedwong uw woede en wendde u af van uw brandende toorn. God, onze helper, keer tot ons terug, onderdruk uw afschuw van ons. Wilt u voor eeuwig uw toorn laten duren, verbolgen zijn van geslacht op geslacht? Breng ons weer tot leven, dan zullen wij ons in u verheugen. Toon ons uw trouw, HEER, en geef ons uw hulp. Ik wil horen wat God ons zegt. De HEER spreekt woorden van vrede tegen zijn volk, zijn getrouwen. Laten zij niet weer vervallen in dwaasheid! Voor wie hem eren is zijn hulp nabij: zijn glorie komt wonen in ons land, trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus, uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe. De HEER geeft al het goede: ons land zal vruchten geven. Het recht gaat voor God uit en baant voor hem de weg. #bijbel #podcast #overdenking #bezinning #doenalsof…
Deze week leest Wieteke de dooptekst van broeder Stuurman. En deze tekst is: Volhard in het gebed. Deze tekst is te vinden in Kolossenzen 4. Maar deze tekst heeft ook een aantal ander uitdrukkingen die vandaag de dag misschien wat minder passen… Vrouwen, erken het gezag van uw man. Slaven, gehoorzaam uw aardse meester… Hoe moet je deze tekst vandaag de dag lezen? Kolossenzen 3:18-25 & 4:1-6 Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals past bij uw verbondenheid met de Heer. Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet bitter tegen haar. Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles, want dat is de wil van de Heer. Vaders, vit niet op uw kinderen, want dat maakt ze moedeloos. Slaven, gehoorzaam uw aardse meester in alles, niet met uiterlijk vertoon om bij de mensen in de gunst te komen, maar oprecht en met ontzag voor de Heer. Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus! Maar iedereen die onrecht doet zal daarvoor boeten, en daarbij wordt geen onderscheid gemaakt. Meesters, geef uw slaven waar ze recht op hebben en wat redelijk is, want u weet dat ook u een meester hebt, in de hemel. Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. En bid dan ook voor ons, dat God deuren voor ons opent om het mysterie van Christus te verkondigen waarvoor ik gevangenzit, en bid dat ik het mag onthullen zoals het moet. Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid, en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist.…
"De was moet in de wasmand!" Dit is wat iedere ouder zich regelmatig hoort zeggen tegen zijn puber. En de tekst van deze week deed Wieteke hier aan denken. @Larisse Bollebakker heeft deze tekst, Matteüs 17:14-20, aangedragen (dank Larisse). Deze aflevering (nummer 61 alweer) heet Zwarte Mosterd. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/61-zwarte-mosterd of je eigen podcastapp. Matteüs 17:14-20 Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel 15en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’ Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie nog verdragen? Breng hem bij me.’ Daarop sprak Jezus de demon op strenge toon toe. Deze ging uit de jongen weg, en vanaf dat moment was hij genezen. Later kwamen de leerlingen naar Jezus toe. Eenmaal met hem alleen vroegen ze: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’ 🌱Mocht je die andere mosterdzaadjes toch nog willen vinden, kijk dan eens in Matteüs 13:31–32, Marcus 4:30–32 en Lucas 13:18–19. 🎶 En nog een muzikaal intermetso: Wil je wel geloven dat het groeien gaat? https://www.youtube.com/watch?v=AeGB-jEVRWY…
Soms heb je van die dingen waar je niets van snapt. Bij Wieteke is dat een handtas 👜. Maar ook het verhaal van Johannes 4, De ontmoeting van Jezus van de Samaritaanse vrouw bij de bron. Oja, en Wiebe speelt ook een rol in dit verhaal. Wil je weten wat een handtas met dit verhaal te maken heeft? En wat Wiebe hier in doet? Luister nu deze aflevering van Gelukkig de mens; De handtas. Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes – Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat –, verliet hij Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest hij door Samaria heen. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ Daarop zei de vrouw: ‘Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ ‘Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.’ De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen’ (dat betekent ‘gezalfde’), ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Dat ben ik, degene die met u spreekt.’ Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Wat wilt u daarmee?’ of ‘Waarom spreekt u met haar?’ De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messizas zijn?’ Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe.…
We kennen waarschijnlijk allemaal het gevoel wel: we willen meer, beter, hoger. Prediker schreef hier eeuwen geleden al over (een vooruitziende blik had die beste man). De tekst van deze week is aangedragen door Irene Weesie en heeft de titel: Cliché, Prediker 5:12-19 Ik heb een trieste zaak onder de zon gezien die tot veel ellende leidt. Iemand waakt over zijn rijkdom, maar het loopt rampzalig af, want één tegenslag vaagt al die rijkdom weg. De zoon die hij verwekt heeft, blijft met lege handen achter. Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug. Niets van wat hij heeft verworven en in handen dacht te hebben, neemt hij mee. Het is, ook dit, triest en ellendig, maar zoals hij is gekomen, zo keert hij terug. Wat is het voordeel voor de mens dat hij zwoegt voor wind? Alle dagen van zijn leven brengt hij door in duisternis, heel zijn bestaan is vol ellende en verdriet, en vol ontevredenheid. Het is daarom, zo heb ik ingezien, goed en weldadig voor een mens wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet, en geniet van alles wat hij heeft verworven. Daar zwoegt hij voor onder de zon gedurende het luttel aantal levensdagen dat hij van God gekregen heeft; dat is wat hem is toebedeeld. Wanneer een mens geniet van rijkdom en bezit, wanneer hem dat door God wordt toegestaan als zijn rechtmatig deel en hij zich verheugt in alles wat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Dan piekert hij tenminste niet zo veel over het luttel aantal dagen van zijn leven, maar gaat hij van ganser harte op in de vreugde die God hem toebedeelt.…
In deze aflevering: een vraag om hulp. Wieteke leest deze week Psalm 141, een tekst die door Thelma Bos is aangedragen. De aflevering heeft de titel De hulpvraag. Psalm 141 HEER, u roep ik aan, kom mij te hulp, luister naar mij nu ik tot u roep. Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk, mijn geheven handen als een avondoffer. Zet een wacht voor mijn mond, HEER, een post voor de deur van mijn lippen. Houd mijn hart ver van het kwaad, verleid het niet tot goddeloze daden met hen die onrecht bedrijven, laat mij niet eten van hun overvloed. Zou een rechtvaardige mij slaan, het was mij een weldaad, zou hij mij straffen, het was balsem op mijn hoofd. Zou ik lijden onder de kwaden, dan nog bleef ik bidden, en werden hun leiders van de rotsen geworpen, van mij hoorden ze woorden van deernis. Verspreid als de aarde, geploegd en omgewoeld, ligt ons gebeente bij de muil van het dodenrijk. Maar HEER, mijn God: naar u zijn mijn ogen gericht, bij u schuil ik, giet mijn leven niet weg als water. Behoed mij voor de strik die zij hebben gespannen, voor de valkuil van hen die onrecht doen. Laat de goddelozen in hun eigen netten raken en mij alleen ontkomen.…
Deze tekst leest als een Holywoodscript. Wieteke leest deze week 1 Samuel 26, een tekst die door Iris Speckmann is aangedragen. Deze tekst gaat over David en Saul. En zoals Iris al zelf schreef; is het een confrontatie, een verzoening of nog iets anders? Deze aflevering heet: Van koers veranderd. Luister via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/57-van-koers-veranderd of je eigen podcastapp. 1 Samuel 26 David, die daar in de buurt verbleef, merkte dat Saul achter hem aan was gekomen en stuurde verkenners uit. Zodra hij zeker wist waar Saul zich bevond, ging hij naar de plaats waar die zijn kamp had opgeslagen. Daar zag hij Saul liggen, naast zijn legeraanvoerder Abner, de zoon van Ner. Saul lag in het midden van het kamp; daaromheen waren de soldaten gelegerd. ‘Wie gaat er met me mee het kamp in, naar Saul?’ vroeg hij aan zijn metgezellen, de Hethiet Achimelech en Abisai, die een zoon van Seruja was en een broer van Joab. ‘Ik ga mee,’ antwoordde Abisai. Gedekt door de duisternis slopen David en Abisai tussen de soldaten door. Daar, omringd door Abner en de soldaten, lag Saul te slapen, met zijn speer naast zijn hoofd in de grond gestoken. ‘Vandaag heeft God je vijand aan je uitgeleverd,’ zei Abisai tegen David. ‘Laat mij hem met zijn eigen speer aan de grond nagelen. Eén gerichte stoot en het is met hem gedaan.’ […]…
En deze week hebben we een tekst gekregen van Wilfried Foede. Hij heeft Handelingen 8 aangedragen. In deze tekst wordt er gedoopt, is er een geest en engel. Maar gaat het daar ook om? De aflevering heet Openstaan. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/56-openstaan of je eigen podcastapp. Handelingen 8:26-40 Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten. Dit was het schriftgedeelte dat hij las: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’ De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Onderweg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: ‘Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?’ Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde. Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam.…
Deze week leest Wieteke de tekst die Irene Weesie heeft aangedragen; Jesaja 43:4 "jij bent zo kostbaar in mijn ogen". Irene, dank voor deze vers. De aflevering heeft heel toepasselijk de titel Zo kostbaar gekregen. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/55-zo-kostbaar of je eigen podcastapp. De gehele tekst die deze week gelezen is, is Jesaja 43:1-8 Welnu, dit zegt de HEER, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Moet je door het water gaan – ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. Want ik, de HEER, ben je God, de Heilige van Israël, je redder. Voor jou geef ik Egypte als losgeld, Nubië en Seba ruil ik in tegen jou. Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zo veel van je dat ik de mensheid geef in ruil voor jou, ja alle volken om jou te behouden. Wees niet bang, want ik ben bij je. Ik haal je nakomelingen uit het oosten terug, uit het westen breng ik jullie bijeen. Tegen het noorden zeg ik: Geef hier! Het zuiden gebied ik: Laat los! Breng mijn zonen terug van verre, mijn dochters van de einden der aarde, allen over wie mijn naam is uitgeroepen, en die ik omwille van mijn majesteit geschapen heb, gemaakt en gevormd.…
En we hebben weer een nieuwe aflevering online. Deze week bespreekt Wieteke Psalm 139. Deze is aangedragen door Thelma Bos (dank daarvoor). Deze aflevering heet: Doorgrond mij. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/54-doorgrond-mij of je eigen podcastapp. Hieronder de tekst van Psalm 139: Voor de koorleider. Van David, een psalm. HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten. Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd. Geen woord ligt op mijn tong, of u, HEER, kent het ten volle. U omsluit mij, van achter en van voren, u legt uw hand op mij. Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn begrip te boven. Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht. U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. Hoe rijk zijn uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal, ontelbaar veel, meer dan er zandkorrels zijn. Ontwaak ik, dan nog ben ik bij u. God, breng de zondaars om, – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten – ze spreken kwaadaardig over u, uw vijanden misbruiken uw naam. Zou ik niet haten wie u haten, HEER, niet verachten wie tegen u opstaan? Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden. Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is.…
We zijn weer terug van podcastvakantie. En we hebben een aantal teksten van jullie doorgekregen. Deze week de eerste tekst, met dank aan Liesbeth Engel. Wieteke leest Prediker 9:1-12. Een mooie tekst over het leven. Deze aflevering heet: Met volle teugen. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/53-met-volle-teugen of je eigen podcastapp. Hieronder de tekst van Prediker: Ik vestigde mijn aandacht op het volgende en heb het onderzocht: Wat de wijzen en rechtvaardigen tot stand brengen, is in de hand van God. Ook hun liefde, ook hun haat. Geen mens kan in de toekomst zien. Hij weet alleen dat ieder mens hetzelfde lot wacht. Ben je een rechtvaardige of zondaar, goed en rein of onrein, offer je wel of offer je niet, ben je goed of zondig, durf je makkelijk een eed te zweren of ben je bang een eed te zweren – alle mensen treft hetzelfde lot. Dat is zo triest bij alles wat de mensen doen onder de zon; en hoe triest ook dat hun hart hun leven lang vol kwaad en dwaasheid is, en dat hun leven eindigt bij de doden. Voor wie nog leven mag, is er nog hoop; beter een levende hond dan een dode leeuw. Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets. Er is niets meer dat hun loont, want ze zijn vergeten. Hun liefde en hun haat, alle hartstocht die ze ooit hebben gehad, ging allang verloren. Ze nemen nooit meer deel aan alles wat gebeurt onder de zon. Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven. Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk. Daar ben je altijd naar op weg. Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd een snelle hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat hij die wijs is niet altijd zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval. Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt.…
De komende twee weken zijn Wieteke en Wiebe met podcast vakantie. Maar je kunt nu wel jouw favoriete bijbeltekst opgeven voor een aflevering. Wij kiezen de leukste inzending uit en maken er een aflevering van. ✉️Stuur ons een berichtje (www.gelukkigdemens.nl/tekst, gelukkigdemens@gmail.com, facebook of instagram) en geef door van welke bijbeltekst jij een aflevering wilt. Voor deze week hebben we een oude aflevering online gezet: Hemel. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/17-hemel-heruitzending of je eigen podcastapp. Deze keer leest Wieteke Matteüs 13:44-52 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen. Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij alles te verkopen wat hij had en die te kopen. Het is met het koninkrijk van de hemel ook als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden. Hebben jullie dit alles begrepen?’ ‘Ja,’ antwoordden ze. Hij zei hun: ‘Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.’…
De komende twee weken zijn Wieteke en Wiebe met podcast vakantie. Maar je kunt nu wel jouw favoriete bijbeltekst opgeven voor een aflevering. Wij kiezen de leukste inzending uit en maken er een aflevering van. ✉️Stuur ons een berichtje (www.gelukkigdemens.nl/tekst, gelukkigdemens@gmail.com, facebook of instagram) en geef door van welke bijbeltekst jij een aflevering wilt. Voor deze week hebben we een oude aflevering online gezet; Samen schelpen zoeken. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/31-samen-schelpen-zoeken-heruitzending of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke Spreuken 9:1-18 Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zeven zuilen heeft ze uitgekapt. Ze heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd, haar tafel heeft ze gedekt. Haar dienaressen heeft zij de stad in gestuurd, zelf roept zij vanaf de hoogste plaats: ‘Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’ Wie geen verstand heeft roept ze toe: ‘Kom, eet het brood dat ik je geef, drink de wijn die ik heb gemengd. Wees niet langer zo onnozel, leef, en betreed de weg van het inzicht.’ Wie een spotter terechtwijst, wordt bespot, wie een goddeloze de les leest, wordt belachelijk gemaakt. Wijs een spotter niet terecht, hij zou je haten, berisp een wijze, en hij mag je graag. Een wijze wordt nog wijzer als je hem berispt, een rechtvaardige vergroot zijn inzicht door wat je hem leert. Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. Door mij, Wijsheid, vermeerderen de dagen van je leven, je levensjaren nemen door mij toe. Als je wijs bent, heb je er zelf voordeel van, als je spot, benadeel je jezelf. Vrouwe Dwaasheid bazelt maar, door haar domheid heeft ze nergens weet van. Ze zit bij de deur van haar huis, in een zetel, hoog in de stad. Ze roept naar de voorbijgangers, naar hen die rechtdoor willen gaan: ‘Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’ Wie geen verstand heeft roept ze toe: ‘Gestolen water smaakt verrukkelijk, geroofd brood is een lekkernij.’ Maar wie zij naar zich toe lokt weet niet dat hij afdaalt naar de schimmen, hij daalt af tot in het dodenrijk.…
Als je geen stem hebt, kun je best nog wel een intro van een podcast inspreken… En dat bij een jubileum. Dit is de 52e aflevering van Gelukkig de mens. We zijn nu 1 jaar bezig! Hoera🎉 Deze week aflevering over een ongemakkelijk stuk in de bijbel: Pasen. Maar waarom is het ongemakkelijk? Luister nu de nieuwste aflevering van @gelukkigdemens en je komt erachter. Deze aflevering heet dan ook: Ongemak. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/52-ongemak of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke Johannes 20:1-18 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. De leerlingen gingen terug naar huis. Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had. #podcast #overdenking #bezinning #bijbel #Jezus #ongemak #pasen…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Marcus 14:1-11 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje en goot de olie uit over zijn hoofd. Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Johannes 12:20-29 Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben ik juist gekomen. Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’ Toen klonk er een stem uit de hemel: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid weer tonen.’ De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: ‘Een donderslag!’ Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen hem gesproken had.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Jozua 4:19-25 en 5:2-9 Het volk bereikte de overkant van de Jordaan op de tiende dag van de eerste maand, en het sloeg zijn kamp op bij Gilgal, dat oostelijk van Jericho ligt. Jozua richtte daar de twaalf stenen op die ze uit de Jordaan hadden meegenomen. Hij zei tegen de Israëlieten: ‘Wanneer uw kinderen later vragen wat deze stenen betekenen, dan moet u hun het volgende vertellen: “Israël is de Jordaan overgetrokken, en wel over de droge bedding. Want de HEER, jullie God, heeft de Jordaan voor jullie drooggelegd totdat jullie waren overgetrokken, zoals hij ook de Rietzee voor ons heeft drooggelegd totdat we die waren overgetrokken. Want alle volken op aarde moeten weten hoe machtig de HEER, jullie God, is, en jullie moeten altijd vol ontzag voor hem zijn.”’ Na de overtocht zei de HEER tegen Jozua: ‘Maak messen van vuursteen en besnijd de Israëlieten opnieuw.’ Jozua maakte die messen en hij besneed de Israëlieten opnieuw bij de Voorhuidenheuvel. Hij besneed hen omdat alle weerbare mannen die uit Egypte waren weggetrokken, na de uittocht waren gestorven, onderweg in de woestijn. Van het volk dat weggetrokken was waren alle mannen besneden geweest, maar de mannen die na de uittocht waren geboren, toen het volk onderweg was in de woestijn, waren niet besneden. Want Israël trok veertig jaar door de woestijn, totdat alle weerbare mannen die uit Egypte waren weggetrokken, gestorven waren. Ze hadden niet geluisterd naar de HEER, en daarom had de HEER hun gezworen dat hij hun niet het land zou laten zien dat hij ons zou geven, zoals hij onze voorouders had beloofd: het land dat overvloeit van melk en honing. Maar hij liet hun zonen hun plaats innemen. Dus besneed Jozua deze zonen, omdat dit onderweg niet gedaan was. Nadat ze allemaal waren besneden, moesten ze in hun tenten blijven tot ze waren genezen. En de HEER zei tegen Jozua: ‘Vandaag heb ik de schande van Egypte van jullie afgewenteld,’ en Jozua noemde die plaats Gilgal. Zo heet die plaats tot op de dag van vandaag.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke 1 Koningen 19:9-13 Daar ging hij een grot binnen om er de nacht door te brengen. Toen richtte de HEER zich tot hem met de woorden: ‘Elia, wat doe je hier?’ Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ ‘Kom naar buiten,’ zei de HEER, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’ En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de HEER bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de HEER bevond zich niet in die aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de HEER bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het suizen van een zachte avondkoelte. Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’…
Helaas heeft de griep Wiebe geveld. Daarom deze week geen nieuwe aflevering, maar eentje van een paar maanden geleden; Naakt voor de spiegel. Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 25 Van David Naar u, HEER, gaat mijn verlangen uit, mijn God, op u vertrouw ik, maak mij niet te schande, laat mijn vijanden niet triomferen. Zij die op u hopen worden niet beschaamd, beschaamd worden zij die u achteloos verraden. Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want u bent de God die mij redt, op u blijf ik hopen, elke dag weer. Denk aan uw barmhartigheid, HEER, aan uw liefde door de eeuwen heen. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, maar denk met liefde aan mij en laat uw goedheid spreken, HEER. Goed en rechtvaardig is de HEER: hij wijst zondaars de weg, wie nederig zijn leidt hij in het rechte spoor, hij leert hun zijn paden te gaan. Liefde en trouw zijn de weg van de HEER voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden. Vergeef mij, HEER, mijn grote schuld, omwille van uw naam. Aan wie in ontzag voor hem leven, leert de HEER de rechte weg te kiezen. Hun leven verloopt in voorspoed en hun kinderen zullen het land bezitten. De HEER is een vriend van wie hem vrezen, hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond. Ik houd mijn oog gericht op de HEER, hij bevrijdt mijn voeten uit het net. Keer u tot mij en wees mij genadig, ik ben alleen en ellendig. Mijn hart is vol van angst, bevrijd mij uit mijn benauwenis. Zie mij in mijn nood, in mijn ellende, vergeef mij al mijn zonden. Zie met hoe velen mijn vijanden zijn, hoe ze mij dodelijk haten. Behoed mij en bevrijd mij, maak mij niet te schande, want ik schuil bij u. Onschuld en oprechtheid mogen mij bewaren, op u is mijn hoop gevestigd. God, verlos Israël, verlos het van al zijn angsten.…
Deze week hebben we een bonusaflevering! Voor de @doopsgezindnl hebben we een aflevering gemaakt voor jongeren. En hij heet: Spring van de brug. Doe jij ook wel eens iets waarvan je eigenlijk weet dat het niet helemaal oké is? Maar omdat iedereen het doet, doe jij het ook. En als je moeder er dan wat van zegt dan zeg jij; “ja maar Pietje deed het ook!” Waarop je moeder dan antwoordt; “ja, maar als Pietje van de brug af springt dan doe je dat toch ook niet?.” Wieteke en Wiebe vertellen in de podcast Spring van de Brug het verhaal van Jezus die zich terugtrekt in de woestijn en dan op de proef gesteld wordt. Vragen om overna te denken: Ben je zelf weleens in de verleiding gebracht om iets te doen wat je liever niet wilde? Hoe kwam het dat je je liet meeslepen? Wat zou je een volgende keer anders willen doen?…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke stukken van 1 Petrus 2 en 3. Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen, maar handel als dienaren van God. En Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods boodschap te aanvaarden daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen, omdat ze zien hoe zuiver u leeft uit ontzag voor God. Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden of elegante kleding, maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht. Daarmee tooiden zich vroeger ook de heilige vrouwen die hun hoop op God vestigden en het gezag van hun man erkenden, zoals Sara; zij gehoorzaamde Abraham en noemde hem ‘heer’. U bent haar dochters wanneer u het goede doet en u zich geen angst laat aanjagen. U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 32 Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven, van wie de zonden worden bedekt. Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte. Toen beleed ik u mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ – en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela Laten uw getrouwen dus tot u bidden als zij in zichzelf een zonde vinden. Stormt dan een vloed van water aan, die zal hen niet bereiken. Bij u ben ik veilig, u behoedt mij in de nood en omringt mij met gejuich van bevrijding. S ela ‘Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog. Wees niet redeloos als paarden of ezels die met bit en toom worden bedwongen, dan zal geen kwaad je treffen.’ Een slecht mens heeft veel leed te verduren, maar wie op de HEER vertrouwt wordt met liefde omringd. Verheug u in de HEER, rechtvaardigen, en juich, zing het uit, allen die oprecht zijn van hart.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke 2 Koningen 4:8-37 Op zekere dag kwam Elisa door Sunem. Daar woonde een voorname vrouw die hem dringend uitnodigde om te komen eten. Van toen af aan ging hij elke keer als hij langs Sunem kwam bij haar eten. De vrouw zei tegen haar man: ‘Die godsman die telkens bij ons op bezoek komt, is beslist heilig. Laten we op het dak van ons huis een kamer voor hem maken en daar een bed, een tafel, een stoel en een lamp neerzetten, dan kan hij zich daar terugtrekken als hij bij ons komt.’ Toen Elisa op een dag weer door Sunem kwam, onderbrak hij zijn reis en ging rusten in het voor hem ingerichte vertrek. Hij vroeg zijn knecht Gechazi de gastvrouw te roepen. Toen de vrouw op Gechazi’s verzoek naar boven was gekomen zei Elisa tegen Gechazi: ‘Vraag haar wat we voor haar kunnen doen in ruil voor alle moeite die zij zich voor ons getroost heeft. Kunnen we voor haar bij de koning pleiten, of bij de bevelhebber van het leger?’ Maar de vrouw antwoordde: ‘Ik leef te midden van mijn eigen volk.’ Weer vroeg Elisa: ‘Kan ik echt niets voor haar doen?’ en Gechazi antwoordde: ‘Jawel, ze heeft geen zoon, en haar man is al oud.’ Toen zei Elisa: ‘Roep haar binnen.’ Gechazi riep haar, de vrouw kwam in de deuropening staan en Elisa zei tegen haar: […]…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Deuteronomium 18:15-22 Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik. Naar hen moet u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. Maar als een profeet de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van andere goden te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.’ Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt. In deze aflevering heeft Wieteke het over de Jona paradox. Wil je de aflevering over Jona nog een keer terugluisteren, ga dan naar: https://www.gelukkigdemens.nl/19-de-stroom/ of zoek in je podcast app naar aflevering 19. De stroom. En de antwoorden op de prijsvraag mogen naar: gelukkigdemens@gmail.com…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke 1 Samuel 3:1-10 De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. Toen riep de HEER Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ Toen Samuel weer lag te slapen, riep de HEER hem opnieuw. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ Samuel had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de HEER Samuel, voor de derde keer. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, HEER, uw dienaar luistert.”’ Samuel legde zich weer te slapen, en de HEER kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuel! Samuel!’ En Samuel antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’ De nieuwste aflevering van staat met online. Deze aflevering heeft de titel: Roeping. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/43-Roeping of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke 1 Samuel 3:1-10 De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. Toen riep de HEER Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ Toen Samuel weer lag te slapen, riep de HEER hem opnieuw. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ Samuel had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de HEER Samuel, voor de derde keer. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, HEER, uw dienaar luistert.”’ Samuel legde zich weer te slapen,…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Mattheüs 10:1-15 Daarop riep hij zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen. Dit zijn de namen van de twaalf apostelen: als eerste Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs, en ten slotte Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die hem zou uitleveren. Deze twaalf zond Jezus uit, en hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen in en bezoek geen Samaritaanse stad. Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israël. Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.” Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want een arbeider is het waard dat er in zijn onderhoud wordt voorzien. In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren. En als ze je niet willen ontvangen noch naar je woorden willen luisteren, verlaat dan dat huis of die stad en schud het stof van je voeten. Ik verzeker jullie: de dag van het oordeel zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor die stad.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Exodus 34:4-9 Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinai op, zoals de HEER hem had opgedragen. De twee stenen platen droeg hij bij zich. De HEER daalde neer in een wolk, hij kwam naast Mozes staan en riep de naam HEER uit. De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. ‘Als u mij goedgezind bent, Heer,’ zei hij, ‘trekt u dan met ons mee, ook al is dit volk onhandelbaar. Schenk ons vergeving voor onze schuld en zonde en maak ons tot uw eigen bezit.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke de tekst van het spreken in vreemde talen; Handelingen 2:1-13 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Johannes 15:9-17 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Psalm 34:12-23 Kom, kinderen, luister naar mij, ik leer je ontzag voor de HEER. Hebben jullie het leven lief, wil je goede jaren genieten? Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na. Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan, hij wist hun namen op aarde uit. De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen, hij bevrijdt hen uit de nood, gebroken mensen is de HEER nabij, hij redt wie zwaar wordt getroffen. Al blijft de rechtvaardige niets bespaard, de HEER zal hem steeds weer bevrijden. Hij waakt zelfs over zijn beenderen, niet één ervan wordt verbrijzeld. Een slecht mens komt om door eigen kwaad, wie een rechtvaardige haat zal boeten, de HEER redt het leven van zijn dienaren, nooit zal boeten wie schuilt bij hem.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Johannes 14:1-11 Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Johannes 10:1-10 Waarachtig, ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’ Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde. Hij ging verder: ‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke het verhaal van Ongelovige Thomas; Johannes 20:24-49 Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’…
In de vorige versie waren wat zinnen versprongen. Dat hebben we in deze versie aangepast. Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Psalm 130:1-8 Uit de diepte roep ik tot u, HEER, Heer, hoor mijn stem, wees aandachtig, luister naar mijn roep om genade. Als u de zonden blijft gedenken, HEER, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij u is vergeving, daarom eert men u met ontzag. Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar hem en verlangt naar zijn woord, mijn ziel verlangt naar de Heer, meer dan wachters naar de morgen, meer dan wachters uitzien naar de morgen. Israël, hoop op de HEER! Bij de HEER is genade, bij hem is bevrijding, altijd weer. Hij zal Israël bevrijden uit al zijn zonden.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Kolossenzen 3:1-4 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Johannes 2:1-12 Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.’ Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. Toen zei hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem. Daarna ging hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Marcus 1:1-11 Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. Het staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen. Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’ Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’ In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 72:1-8 Geef, o God, uw wetten aan de koning, uw gerechtigheid aan de koningszoon. Moge hij uw volk rechtvaardig besturen, uw arme volk naar recht en wet. Mogen de bergen vrede brengen aan het volk en de heuvels gerechtigheid. Moge hij recht doen aan de zwakken, redding bieden aan de armen, maar de onderdrukker neerslaan. Moge hij leven zolang de zon bestaat, zolang de maan zal schijnen, van geslacht op geslacht. Moge hij zijn als regen die valt op kale akkers, als buien die de aarde doordrenken. Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien, de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat. Moge hij heersen van zee tot zee, van de Grote Rivier tot de einden der aarde.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Lucas 2:25-35 Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien. Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden: ‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over hem werd gezegd. Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Lucas 1:26-38 In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.…
🔆Het is vanaf nu mogelijk om je op te geven voor de Gelukkig de mens Bijbelweekenden. Ga naar www.gelukkigdemens.nl/bijbelweekenden voor meer informatie.🔆 De nieuwste aflevering van staat met online. Deze aflevering heeft de titel: Een god met ballen. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/37-een-god-met-ballen of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke Jesaja 64 Scheurde u maar de hemel open om af te dalen! De bergen zouden voor u beven. Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet, zoals vuur water doet koken, zo zou u uw vijanden uw naam laten kennen en alle volken voor u laten beven, omdat u de geduchte daden doet waarop wij niet durven hopen. Als u toch zou afdalen! De bergen zouden voor u beven. Nog nooit is zoiets gehoord, niet eerder zoiets vernomen. Geen oog zag ooit een god buiten u, die opkomt voor wie op hem wacht. U komt ieder tegemoet die van harte rechtvaardig handelt, die uw weg gaat, met u voor ogen. Maar nu bent u in toorn ontstoken, omdat wij gezondigd hebben. Hadden we maar de oude weg gevolgd, dan zouden we worden gered. Wij allen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag. Er is niemand die uw naam aanroept, die zich ertoe zet uw hand te grijpen. U hebt uw gelaat voor ons verborgen, u hebt ons moedeloos gemaakt en ons overgeleverd aan ons eigen wangedrag. Toch, HEER, bent u onze vader, wij zijn de klei, door u gevormd, wij zijn het werk van uw handen. Laat uw grote toorn toch varen, HEER, houd onze schuld niet steeds in gedachten, maar zie ons aan: wij zijn toch uw volk?…
🔆LET OP: het is vanaf nu mogelijk om je op te geven voor de Gelukkig de mens Bijbelweekenden. Klik in de link in de bio voor meer informatie of ga naar www.gelukkigdemens.nl/bijbelweekenden🔆 De nie uwste aflevering van staat met online. Deze aflevering heeft de titel: De eindtijd. Luister nu via #spotify, www.gelukkigdemens.nl/36-de-eindtijd of je eigen podcastapp. Deze week leest Wieteke Matteüs 24:14-35 Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. Wanneer jullie dus de “verwoestende gruwel” waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten; wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog spullen te halen, en wie op het land is moet niet terugkeren om zijn mantel te halen. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op sabbat. Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered; maar omwille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort. Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk, dit is de messias,” of: “Daar is hij,” geloof dat dan niet. Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods uitverkorenen zo mogelijk te misleiden. Let op, ik heb jullie dit van tevoren gezegd. Wanneer ze dus tegen jullie zeggen: “Kom mee, hij is in de woestijn,” ga er dan niet heen, of als ze zeggen: “Kijk, hij is daarbinnen,” geloof dat dan niet. Want zoals een bliksemschicht vanuit het oosten weerlicht tot in het westen, zo zal ook de Mensenzoon komen. Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen. Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 90 Heer, u bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht. Nog voor de bergen waren geboren, voor u aarde en land had gebaard – u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’ Duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht. U vaagt ons weg als slaap in de morgen, als opschietend gras dat ontkiemt in de morgen en opschiet, en ’s avonds verwelkt en verdort. Wij komen om door uw toorn, door uw woede bezwijken wij. U hebt onze zonden vóór u geleid, onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat. Al onze dagen gaan heen door uw woede, wij beëindigen onze jaren in een zucht. Zeventig jaar duren onze dagen, of tachtig als wij sterk zijn. Het beste daarvan is moeite en leed, het gaat snel voorbij en wij vliegen heen. Wie kent de kracht van uw toorn, wie vreest oprecht uw woede? Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult. Keer u tot ons, HEER – hoe lang nog? Ontferm u over uw dienaren. Vervul ons in de morgen met uw liefde, laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen. Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat u ons kwelde, de jaren dat wij ellende doorstonden. Toon uw daden aan uw dienaren, maak uw glorie bekend aan hun kinderen. Laat ons uw genade zien, Heer, onze God. Bevestig het werk van onze handen, het werk van onze handen, bevestig dat.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Jesaja 48:17-21 Dit zegt de HEER, je bevrijder, de Heilige van Israël: Ik ben de HEER, jullie God, die jullie onderricht in je eigen belang, die jullie leidt op de weg die je gaat. Luisterde je maar naar mijn geboden, dan zou jouw vrede zijn als een rivier, en je gerechtigheid als de golven van de zee. Je nageslacht zou zijn als het zand, je nazaten ontelbaar als zandkorrels. Je naam zou nooit worden uitgewist, maar voor altijd bij mij voortleven. Trek weg uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën! Verkondig dit met luid gejuich, laat het horen, laat weten tot aan de einden der aarde: ‘De HEER koopt zijn dienaar Jakob vrij!’ Hij voert zijn volk door de woestijn, ze zullen geen dorst lijden; hij laat water voor hen stromen uit de rots, hij klieft een rots en het water gutst eruit. PS: wil je de preek van Henk Stenvers terugkijken? Deze kun je hier vinden: https://www.youtube.com/watch?v=fHioNuaNarU…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Matteüs 25:31-45 Wanneer de ensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.”…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Matteüs 25:14-30 Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij. Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap. Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: “Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: “Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee talent bij verdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” Nu kwam ook degene die één talent ontvangen had naar hem toe, hij zei: “Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, en uit angst besloot ik uw talent te begraven; alstublieft, hier hebt u het terug.” Zijn heer antwoordde hem: “Je bent een slechte, laffe dienaar. Je wist dus dat ik maai waar ik niet heb gezaaid en oogst waar ik niet heb geplant? Had mijn geld dan bij de bank in bewaring gegeven, dan zou ik bij terugkomst mijn kapitaal met rente hebben terugontvangen. Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.”…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Spreuken 9:1-18 Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zeven zuilen heeft ze uitgekapt. Ze heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd, haar tafel heeft ze gedekt. Haar dienaressen heeft zij de stad in gestuurd, zelf roept zij vanaf de hoogste plaats: ‘Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’ Wie geen verstand heeft roept ze toe: ‘Kom, eet het brood dat ik je geef, drink de wijn die ik heb gemengd. Wees niet langer zo onnozel, leef, en betreed de weg van het inzicht.’ Wie een spotter terechtwijst, wordt bespot, wie een goddeloze de les leest, wordt belachelijk gemaakt. Wijs een spotter niet terecht, hij zou je haten, berisp een wijze, en hij mag je graag. Een wijze wordt nog wijzer als je hem berispt, een rechtvaardige vergroot zijn inzicht door wat je hem leert. Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. Door mij, Wijsheid, vermeerderen de dagen van je leven, je levensjaren nemen door mij toe. Als je wijs bent, heb je er zelf voordeel van, als je spot, benadeel je jezelf. Vrouwe Dwaasheid bazelt maar, door haar domheid heeft ze nergens weet van. Ze zit bij de deur van haar huis, in een zetel, hoog in de stad. Ze roept naar de voorbijgangers, naar hen die rechtdoor willen gaan: ‘Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’ Wie geen verstand heeft roept ze toe: ‘Gestolen water smaakt verrukkelijk, geroofd brood is een lekkernij.’ Maar wie zij naar zich toe lokt weet niet dat hij afdaalt naar de schimmen, hij daalt af tot in het dodenrijk.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Matteüs 22:23-40 Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Jesaja 45:1-13 Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die hij bij de rechterhand neemt, aan wie hij volken onderwerpt, voor wie hij koningen ontwapent, voor wie hij deuren opent – geen poort blijft gesloten: Ik zal voor je uit gaan, ik zal ringmuren slechten,bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. Omwille van mijn dienaar Jakob, van Israël, dat ik heb uitgekozen, heb ik je bij je naam geroepen en je met een erenaam getooid, ofschoon je me niet kende. Ik ben de HEER, er is geen ander, buiten mij is er geen god. Ik heb je omgord met wapens, ofschoon je me niet kende. Zo zal iedereen, van oost tot west, weten dat er niets is buiten mij. Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet. Hemel, laat gerechtigheid neerregenen, laat haar neerstromen uit de wolken, en laat de aarde zich openen. Laten hemel en aarde redding voortbrengen en ook het recht doen ontspruiten. Ik, de HEER, heb dit alles geschapen. Wee degene die de strijd aanbindt met hem door wie hij gevormd is – een potscherf tussen de potscherven. Zegt klei soms tegen wie hem vormt: ‘Wat ben je eigenlijk aan het maken?’ of: ‘Deze pot heeft niet eens oren!’ Wee degene die tegen zijn vader zegt: ‘Wat heb je verwekt?’ en tegen zijn moeder: ‘Wat hebben je barensweeën gebracht?’ Dit zegt de HEER, de Heilige van Israël, die Israël gevormd heeft: Wilden jullie mij ondervragen over het lot van mijn kinderen, of mij iets voorschrijven omtrent het werk van mijn handen? Ik ben het die de aarde maakte en de mens op aarde schiep; mijn handen hebben de hemel uitgespannen, ik riep het sterrenleger tevoorschijn. Ik ben het die Cyrus laat komen in gerechtigheid, steeds opnieuw baan ik voor hem de weg. Hij zal mijn stad herbouwen; hij geeft mijn ballingen de vrijheid terug, zonder betaling of steekpenningen te eisen – zegt de HEER van de hemelse machten.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 23 De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam. Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Ezechiël 18:2-3 en 25-32. Waarom gebruiken jullie in Israël toch het spreekwoord: Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stroeve tanden? Zo waar ik leef – spreekt God, de HEER –, nooit meer mag iemand bij jullie in Israël dit spreekwoord in de mond nemen! ~ Nu zeggen jullie: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben ik het die onrechtvaardig is? Gaan júllie niet eerder onrechtvaardige wegen? Iemand die rechtvaardig was maar dat niet langer is en onrecht begaat, sterft omdat hij onrecht heeft begaan. Iemand die goddeloos leefde maar dat niet langer doet, mij trouw is en het goede doet, zal in leven blijven. Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker blijven leven en niet hoeven sterven. De Israëlieten zeggen: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Ben ik onrechtvaardig, Israëlieten? Zijn júllie het niet die onrechtvaardig zijn? Ik zal iedereen beoordelen naar de weg die hij gegaan is – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer, bega geen misdaden meer, anders brengt jullie schuld je ten val. Breek met het zondige leven dat jullie hebben geleid, en vernieuw je hart en je geest. Dan hoeven jullie niet te sterven, Israëlieten! Want de dood van een mens geeft me geen vreugde – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer en leef!…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Psalm 25 Van David Naar u, HEER, gaat mijn verlangen uit, mijn God, op u vertrouw ik, maak mij niet te schande, laat mijn vijanden niet triomferen. Zij die op u hopen worden niet beschaamd, beschaamd worden zij die u achteloos verraden. Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want u bent de God die mij redt, op u blijf ik hopen, elke dag weer. Denk aan uw barmhartigheid, HEER, aan uw liefde door de eeuwen heen. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, maar denk met liefde aan mij en laat uw goedheid spreken, HEER. Goed en rechtvaardig is de HEER: hij wijst zondaars de weg, wie nederig zijn leidt hij in het rechte spoor, hij leert hun zijn paden te gaan. Liefde en trouw zijn de weg van de HEER voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden. Vergeef mij, HEER, mijn grote schuld, omwille van uw naam. Aan wie in ontzag voor hem leven, leert de HEER de rechte weg te kiezen. Hun leven verloopt in voorspoed en hun kinderen zullen het land bezitten. De HEER is een vriend van wie hem vrezen, hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond. Ik houd mijn oog gericht op de HEER, hij bevrijdt mijn voeten uit het net. Keer u tot mij en wees mij genadig, ik ben alleen en ellendig. Mijn hart is vol van angst, bevrijd mij uit mijn benauwenis. Zie mij in mijn nood, in mijn ellende, vergeef mij al mijn zonden. Zie met hoe velen mijn vijanden zijn, hoe ze mij dodelijk haten. Behoed mij en bevrijd mij, maak mij niet te schande, want ik schuil bij u. Onschuld en oprechtheid mogen mij bewaren, op u is mijn hoop gevestigd. God, verlos Israël, verlos het van al zijn angsten.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Matteüs 21:23-27 Toen hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar hem toe. Ze vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die bevoegdheid gegeven?’ Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u mij daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe. In wiens opdracht doopte Johannes? Kwam die opdracht van de hemel of van mensen?’ Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” dan zal hij tegen ons zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” Maar als we zeggen: “Van mensen,” dan krijgen we het volk over ons heen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet.’ Dus gaven ze Jezus als antwoord: ‘We weten het niet.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Dan zeg ik u ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week leest Wieteke Exodus 32:7-14 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga terug naar beneden, want jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich. Nu al zijn ze afgeweken van de weg die ik hun gewezen heb. Ze hebben een stierenbeeld gemaakt, hebben daarvoor neergeknield, er offers aan gebracht en gezegd: “Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!”’ De HEER zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. Houd mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal ik een groot volk laten voortkomen.’ Mozes probeerde de HEER, zijn God, milder te stemmen: ‘Wilt u dan uw toorn laten woeden tegen uw eigen volk, HEER, dat u met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? Wilt u dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toornig en zie ervan af onheil over uw volk te brengen! Denk toch aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie u onder ede deze belofte hebt gedaan: “Ik zal jullie zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn, en het hele gebied waarvan ik gesproken heb zal ik hun voor altijd in bezit geven.”’ Toen zag de HEER ervan af zijn volk te treffen met het onheil waarmee hij gedreigd had.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Jesaja 51:1-6 Luister naar mij, jullie die gerechtigheid najagen, jullie die de HEER zoeken. Kijk naar de rots waaruit je gehouwen bent, naar de diepe groeve waar je gedolven bent. Kijk naar Abraham, jullie vader, naar Sara, die jullie heeft gebaard; toen ik hem riep was hij alleen, maar ik heb hem gezegend en talrijk gemaakt. De HEER troost Sion, hij biedt troost aan haar ruïnes. Hij maakt haar woestenij aan Eden gelijk, haar wildernis wordt als de tuin van de HEER. Het zal een oord zijn van vreugde en gejuich, waar muziek en lofzang klinken. Mijn volk, luister aandachtig naar mij, mijn natie, leen mij je oor. De wet vindt zijn oorsprong in mij, en mijn recht zal een licht zijn voor alle volken. In een oogwenk breng ik de zege nabij, de hulp die ik bied is al onderweg; ik zal krachtig rechtspreken over de volken. De eilanden hebben hun hoop op mij gevestigd, ze zien uit naar mijn krachtig optreden. Kijk omhoog naar de hemel, kijk naar de aarde beneden: al vervliegt de hemel als rook, al valt de aarde uiteen als een oud gewaad en sterven haar bewoners als muggen, de redding die ik breng, zal voor altijd blijven en mijn recht zal geen einde hebben.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Lucas 18:9-14 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis. ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Matteüs 15:21-28 En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’ Maar hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: ‘Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen.’ Hij antwoordde: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’ Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, help mij!’ Hij antwoordde: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ Ze zei: ‘Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’ Toen antwoordde Jezus haar: ‘U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’ En vanaf dat moment was haar dochter genezen.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Jesaja 56:1-8 Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht; de redding die ik breng is nabij, en weldra openbaar ik mijn gerechtigheid. Gelukkig de mens die zo handelt, het mensenkind dat hieraan vasthoudt; hij neemt de sabbat in acht en ontwijdt hem niet, hij weerhoudt zijn hand van het kwaad. De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, laat hij niet zeggen: ‘De HEER zondert mij zeker af van zijn volk.’ En laat de eunuch niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’ Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, hem geef ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is. En de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om hem te dienen en zijn naam lief te hebben, om dienaar van de HEER te zijn – ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan mijn verbond –, hem breng ik naar mijn heilige berg, hem schenk ik vreugde in mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op mijn altaar. Mijn tempel zal heten ‘Huis van gebed voor alle volken’. Zo spreekt God, de HEER, die bijeenbrengt wie uit Israël verdreven waren: Ik breng er nog meer bijeen dan al bijeengebracht zijn.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Jona 2:3-11 ‘In mijn nood roep ik de HEER aan en hij antwoordt mij. Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – u hoort mijn stem! U slingerde mij de diepte in, naar het hart van de zee. Door kolkend water ben ik omgeven, zwaar slaan uw golven over mij heen. Ik dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen. Maar eens zal ik opnieuw uw heilige tempel aanschouwen. Het water stijgt tot aan mijn lippen, muren van water storten op mij neer, zeewier om mijn hoofd verstikt mij. Ik zink tot de bodem, waar de bergen oprijzen, naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sluit. Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! Nu mijn levensadem mij verlaat roep ik u aan, HEER, en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel. Zij die armzalige afgoden vereren, verlaten u, trouwe God. Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!’ Toen, op bevel van de HEER, spuwde de vis Jona uit op het land.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Matteüs 14:13-21 Toen Jezus hiervan hoorde, week hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze hem over land. Toen hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde hij medelijden met hen en hij genas hun zieken. Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ Ze antwoordden hem: ‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.’ Hij zei: ‘Breng ze mij.’ En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen. Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. Er hadden ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Matteüs 13:44-52 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen. Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij alles te verkopen wat hij had en die te kopen. Het is met het koninkrijk van de hemel ook als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden. Hebben jullie dit alles begrepen?’ ‘Ja,’ antwoordden ze. Hij zei hun: ‘Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.’…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Jesaja 40:12-25 Wie heeft de wateren met holle hand omvat, de hemel gemeten met een ellenmaat? Wie heeft het stof van de aarde met een maatlepel afgepast? Wie heeft de bergen gewogen op een weegschaal, de heuvels met balans en gewichten? Wie heeft de geest van de HEER gemeten? Heeft iemand hem ooit raad gegeven? Wie raadpleegt hij, wie biedt hem inzicht? Wie leidt hem op de paden van het recht? Wie leidt hem naar de wijsheid? Wie toont hem de weg van het inzicht? In zijn ogen zijn de volken als een druppel in een emmer, als een stofje op een weegschaal; de eilanden weegt hij als zandkorrels. Zelfs de Libanon levert te weinig hout, te weinig wild voor een brandoffer. De volken betekenen niets in zijn ogen, voor hem zijn ze minder dan niets. Met wie wil je God vergelijken, hoe is hij uit te beelden? Met een godenbeeld misschien? Dat is door een ambachtsman gemaakt, door een edelsmid overtrokken met goud en zilverbeslag. Met een beeld, opgericht op een bergtop? Dat is maar een stuk hout dat niet vermolmt, met zorg gekozen door een vakman, die een godenbeeld wil maken dat niet omvalt. Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Is het je niet van meet af aan verteld? Is het niet al helder sinds de grondvesting van de wereld? Hij troont boven de schijf van de aarde – haar bewoners zijn als sprinkhanen –, hij spreidt de hemel uit als een doek, spant hem uit als een tent om in te wonen. Hij maakt vorsten nietig, de leiders van de aarde onbeduidend: nauwelijks zijn ze geplant, nauwelijks gezaaid, nauwelijks hebben ze wortel geschoten, of hij blaast over hen, en ze verdorren en de stormwind neemt hen op als kaf. Met wie wil je mij vergelijken, zegt de Heilige, aan wie ben ik gelijk te stellen? Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen? Hij laat het leger sterren voltallig uitrukken, hij roept ze bij hun naam, een voor een; door zijn kracht en onmetelijke grootheid ontbreekt er niet één.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze week hoorde Wieteke het lied "Hoe lang" van het duo Nick en Simon. Dit lied deed haar aan Psalm 13 denken en daar is deze aflevering uit voortgekomen: Hoe lang nog. Psalm 13:2-6 Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten, hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat? Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag? Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand? Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God! Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodsslaap wegzink. Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen,’ mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk. Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat u redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, hij heeft mij geholpen. PS: Mocht je het lied van Nick en Simon willen luisteren, dan kun je het hier vinden: https://www.youtube.com/watch?v=tMP_fz7n_vc…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Zacharia 9:1-17 Het woord van de HEER heeft Chadrach bereikt, en het rust op Damascus. Naar de HEER immers zal de hele mensheid zich richten, net als de stammen van Israël. Ook op het aangrenzende Hamat rust het woord van de HEER, en op Tyrus en Sidon, ondanks al hun vernuft. Tyrus bouwde voor zichzelf een bolwerk, het hoopte zilver op als stof en goud als slijk in de straten, maar de Heer zal de stad in bezit nemen, haar rijkdom in zee storten, en de stad zelf gaat in vlammen op. Wanneer Askelon dat ziet, zal het schrikken, en Gaza zal beven van angst. Zo ook Ekron, dat zijn hoop in rook ziet opgaan. Uit Gaza verdwijnt de koning, Askelon raakt ontvolkt, en in Asdod woont nog slechts een onzuiver volk. Zo zal ik de hoogmoed van de Filistijnen breken. Vlees waar nog bloed in zit zal ik hun uit de mond rukken, en ook het andere voedsel dat ik verafschuw. Maar een deel van hen zal gespaard worden, en ook zij zullen toebehoren aan onze God. Ze zullen in Juda worden opgenomen, en Ekron zal met ons verbonden zijn zoals de Jebusieten. 8Ik zal de wacht betrekken en mijn land beschermen tegen doortrekkende legers. Geen tiran zal het nog binnenvallen, want nu waak ik er met eigen ogen over. Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin. Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem; de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken. Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde. Want, Sion, omwille van mijn verbond met jou, met offerbloed bekrachtigd, zal ik de gevangenen vrijlaten uit de put zonder water. Keer terug naar de burcht, gevangenen. Jullie hoop is niet vergeefs geweest, want ook nu geldt de toezegging aan Sion: ik zal je dubbel schadeloosstellen. Juda span ik als mijn boog, Efraïm richt ik als mijn pijl, en jouw zonen, Sion, hef ik als een heldenzwaard tegen de Grieken. De HEER zal boven hen verschijnen: zijn pijlen flitsend als bliksemschichten, zijn ramshoorn grommend als de donder trekt God, de HEER, op in een zuiderstorm. De HEER van de hemelse machten is hun schild. Ze zullen de vijand verslinden en zijn slingerstenen verbrijzelen, ze zullen zijn bloed drinken tot ze dronken zijn, tot ze ervan overlopen als een plengschaal en met bloed besmeurd zijn als de hoeken van een altaar. Op die dag zal God, de HEER, zijn volk als een kudde in veiligheid brengen. Als edelstenen in een kroon zullen ze fonkelen op zijn land. Wat schitterend! Wat mooi! Jonge mannen en vrouwen bloeien op, gesterkt door wijn en graan.…
Gelukkig de mens is een podcast over de bijbel voor mensen van nu. Het zijn korte reflecties vanuit oude teksten en verhalen, op zoek naar de gemeenschappelijke deler: de mens. Deze keer leest Wieteke Jeremia 20:7-13 ‘HEER, u hebt mij verleid, en ik ben bezweken, u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen. Dag in dag uit lachen ze om mij, iedereen bespot mij. Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen: “Ik word mishandeld, onderdrukt!” Want de woorden van de HEER brengen mij dag in dag uit schande en vernedering. Als ik denk: Ik wil hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet. Want de mensen bauwen mij na: “Overal paniek! Overal paniek! Roep het, dan vertellen wij het verder.” Al mijn vrienden zijn uit op mijn val: “Misschien laat hij zich verleiden, dan krijgen wij hem in onze greep, dan wreken wij ons op hem.” Maar de HEER staat mij terzijde als een machtig krijgsman. Daarom komen mijn belagers ten val, ze krijgen mij niet in hun greep. Ze zullen diep worden beschaamd, ze zullen hun doel niet bereiken. Ze worden overladen met eeuwige schande, nooit zal die worden vergeten. HEER van de hemelse machten, die alles rechtvaardig onderzoekt, die hart en nieren doorgrondt, laat mij zien dat u zich op hen wreekt. U leg ik mijn zaak voor. Zing voor de HEER, loof de HEER, want hij heeft het leven van de arme uit de handen van boosdoeners gered.…
مرحبًا بك في مشغل أف ام!
يقوم برنامج مشغل أف أم بمسح الويب للحصول على بودكاست عالية الجودة لتستمتع بها الآن. إنه أفضل تطبيق بودكاست ويعمل على أجهزة اندرويد والأيفون والويب. قم بالتسجيل لمزامنة الاشتراكات عبر الأجهزة.